Vakken
Engels
Frans
Duits
Spaans
Nederlands
Grieks
Portugees
Italiaans
Latijn
Japans
Biologie
Aardrijkskunde
Natuur- en scheikunde
Wiskunde, rekenen
Economie
Geschiedenis
Eigen methodes
Alle vakken
Home
›
Alle vakken
›
Eigen methodes
›
Biologie voor jou vmbo-kgt
› 5 Beenverbindingen 5.4
Helaas is de overhoormodule niet beschikbaar. Wel kun je deze lijst overhoren via StudyGo. Klik op 'Overhoren'
Biologie voor jou vmbo-kgt
, deel 1
5 Beenverbindingen 5.4
Jaar 1 (mavo)
Link voor email / website
Link naar overhoring, zonder bewerk/reactiemogelijkheid (ELO)
Open met deze code de oefening in miniTeach
Twitter
Facebook
Google+
LinkedIn
Wat zijn de 4 mogelijkheden waarmee beenderen met elkaar zijn verbonden? = Vergroeid, naden, kraakbeen en gewrichten. Bij welke van de 4 is geen beweging tussen de beenderen mogelijk? = Vergroeid en naden. Welke beenderen in de wervelkolom zijn vergroeid? = Heiligbeen en staartbeen. Welke beenderen zijn door naden met elkaar verbonden? = Schedelbeenderen. Waarmee zijn de ribben en het borstbeen verbonden? = Kraakbeen. Waarvoor dient dit kraakbeen? Leg uit. = Kraakbeen is buigzaam en maakt een klein beetje beweging mogelijk. Bij ademhalen wordt de borstkas een beetje groter. Waar kom je gewrichten tegen? = Vooral in armen en benen. Wat is de functie van een gewricht? = Om veel beweging mogelijk te maken. Hoe wordt een gewricht meestal gevormd? = Door twee botten. Het ene bot heeft een gewrichtskogel en het andere bot een gewrichtskom. De gewrichtskogel kan in de gewrichtskom bewegen. Waarmee zijn de beide botten bedekt? = Een laagje kraakbeen. Wat is de functie van dit kraakbeen? = De botten kunnen dan soepel bewegen en wordt slijtage tegengegaan. Waarmee zitten de twee botten aan elkaar vast? = Gewrichtskapsel. Hoe noem je de stroperige vloeistof die werkt als smeervet en die door het gewrichtskapsel afgegeven wordt? = Gewrichtssmeer. Wat is de functie van dit gewrichtsmeer? = De botten soepel laten bewegen. Waar zorgt het gewrichtskapsel nog meer voor? = Dat de botten op hun plaats blijven. Wat zit er om sommige gewrichten heen om de botten op hun plaats te houden? = Kapselbanden. Welke 3 typen gewrichten zijn er? = Kogelgewricht, scharniergewricht en rolgewricht. Wat is er bij het kogelgewricht mogelijk, noem een voorbeeld? = Beweging in verschillende richtingen. Schoudergewricht. Welke beweging kun je bij een scharniergewricht maken, noem een voorbeeld? = Heen- en terug-beweging. Vingergewrichten en ellebooggewricht. Wat gebeurd er bij een rolgewricht, noem een voorbeeld? = Dan draait het ene bot in de lengteas om het andere bot. Gewricht tussen spaakbeen en ellepijp.
Ingezonden op 29-03-2011 - 2357x bekeken.
Waardering 6.6 (aantal stemmen: 3)
voting system
1
2
3
4
5
Maak gratis account aan
Toon volledig menu
Door deze site te gebruiken, ga je akkoord met het gebruik van cookies voor analytische doeleinden, gepersonaliseerde inhoud en advertenties.
Meer informatie.
Overhoor en verbeter je talenkennis op woordjesleren.nl. De grootste verzameling van Franse, Engelse, Duitse en anderstalige oefeningen. Naast talen zijn ook andere vakken beschikbaar, zoals biologie, geschiedenis en aardrijkskunde!