Vakken
Engels
Frans
Duits
Spaans
Nederlands
Grieks
Portugees
Italiaans
Latijn
Japans
Biologie
Aardrijkskunde
Natuur- en scheikunde
Wiskunde, rekenen
Economie
Geschiedenis
Eigen methodes
Alle vakken
Home
›
Alle vakken
›
Eigen methodes
›
GRE
› 4 woordjes 351 tm 400
Helaas is de overhoormodule niet beschikbaar. Wel kun je deze lijst overhoren via StudyGo. Klik op 'Overhoren'
GRE
, deel 4
4 woordjes 351 tm 400
Jaar 1 (volwassenenonderwijs)
Link voor email / website
Link naar overhoring, zonder bewerk/reactiemogelijkheid (ELO)
Open met deze code de oefening in miniTeach
Twitter
Facebook
Google+
LinkedIn
Gainsay = tegenspreken, ontkennen Gambol = huppelen, dartelen Garrulous = praatgraag Gauche = lomp, onhandig, grof Geniality = vriendelijk, social, opgewekt Gerrymander = het opdelen van een gebied in verkiezingsplaatsen op een manier die een politieke partij voordeel brengt Glib = gladjes Goad = prikkelen, aanzetten Gossamer = uiterst fijn Gouge = te veel in rekening brengen, profiteren Grandiloquent = grootsprakig, hoogdravend Gregarious = kudde- Grouse = mopperen, klagen Guileless = argeloos, ongekunsteld Guise = valse verschijning Gullible = lichtgelovig, onnozel Gustatory = mbt smaakzin Halcyon = kalm, vrolijk, gouden Hallowed = geheiligd Harangue = donderspeech Harrowing = angstaanjagende, schrijnende Herbivorous = plantetend Hermetic = hermetisch, toverachtige Heterodox = niet overal geaccepteerd Hieroglyphics = hierogliefen Hirsute = behaard Histrionic = dramatisch, drama Homeostasis = zelfregulering Homily = preek waarin een bijbeltekst verklaard wordt Homogeneous = gelijksoortig, gelijke samenstelling Hyperbole = overdrijving, overdreven voorstelling Iconoclastic = het aanvallen van gekoesterde tradities Idolatry = verafgoding, blinde of overmatige toewijding Igneous = vuur, vuurspuwend Imbroglio = verwarring, verwikkeling Immutable = onveranderlijk Impair = aantasten, beschadigen Impassive = gevoelloos Impecunious = arm, in geldnood Impede = belemmeren, verhinderen Impermeable = ondoordringbaar Imperturbable = onverstoorbaar Impervious = ondoordringbaar, niet vatbaar voor Impinge = botsen, indringen Implacable = onverzettelijk, onverzoenlijk Implausible = ongeloofwaardig Implicit = eronder begrepen, impliciet Implode = imploderen Imprecation = vloeken Impute = toeschrijven
Ingezonden op 05-04-2011 - 1297x bekeken.
Nog niet genoeg stemmen voor waardering: geef je mening!
voting system
1
2
3
4
5
Maak gratis account aan
Toon volledig menu
Door deze site te gebruiken, ga je akkoord met het gebruik van cookies voor analytische doeleinden, gepersonaliseerde inhoud en advertenties.
Meer informatie.
Overhoor en verbeter je talenkennis op woordjesleren.nl. De grootste verzameling van Franse, Engelse, Duitse en anderstalige oefeningen. Naast talen zijn ook andere vakken beschikbaar, zoals biologie, geschiedenis en aardrijkskunde!