Vakken
Engels
Frans
Duits
Spaans
Nederlands
Grieks
Portugees
Italiaans
Latijn
Japans
Biologie
Aardrijkskunde
Natuur- en scheikunde
Wiskunde, rekenen
Economie
Geschiedenis
Eigen methodes
Alle vakken
Home
›
Alle vakken
›
Eigen methodes
›
GRE
› 0 moeilijke woorden
Helaas is de overhoormodule niet beschikbaar. Wel kun je deze lijst overhoren via StudyGo. Klik op 'Overhoren'
GRE
, deel 88
0 moeilijke woorden
Jaar 1 (volwassenenonderwijs)
Link voor email / website
Link naar overhoring, zonder bewerk/reactiemogelijkheid (ELO)
Open met deze code de oefening in miniTeach
Twitter
Facebook
Google+
LinkedIn
procastinator = uitdager contentious = twistziek, onenigheid contumacious = ongehoorzaam, opstandig copious = overvloedig, rijkelijk covetous = begerig, hebzuchtig covert = verborgen, geheim cozen = misleiden, bedriegen Captious = listig, muggenzifterig caustic = brandend, bijtend daunt = intimideren, ontmoedigen avarice = hebzucht, gierigheid audacious = brutaal, gedurfd, stoutmoedig belie = beliegen, verkeerd uitleggen, tegenspreken disparate = ongelijk chasten = onderwerpen, terechtwijzen dissemble = niet alles vertellen, dingen achterhouden brazen = brutaal, schaamteloos deterrent = afschrikwekkend detraction = kwaadsprekerij, afpakkerij distend = doen opzwellen dissonance = valse toon, onenigheid commensurate = evenredig, gelijkmatig diffidence = verlegen, gebrek aan vertrouwen digression = afdwaling diverge = afwijken, uiteenlopen complacent = zelfvoldaan discretion = het laten zien van zelfbeheersing disingenuous = sluw, onoprecht, niet openhartig diaphanous = vaag, doorzichtig discrete = onderscheidend encomium = lofzang, lofspraak implacable = onverzettelijk, onverzoenlijk impute = toeschrijven implicit = eronder begrepen, impliciet explicate = onderbouwen, uitleggen, verklaren expiate = boeten, weer goedmaken exhort = aansporen, vermanen exculpate = vrijpleiten, verdedigen extant = bestaand, aanwezig extirpate = uitroeien elegy = treurzang/gedicht fallow = onbebouwd, onontwikkeld fractious = kribbig, lastig formidable = schrikbarend, ontzagwekkend fatuous = dwaas, onzinnig felicitous = gepaste/fatsoenlijke zinnen feral = wild foment = aanstoken froward = ongehoorzame, opstandige futile = vergeefs, nutteloos fallacious = misleidend, niet op de waarheid gebaseerd harrowing = angstaanjagend, schrijnend impervious = ondoordringbaar, niet vatbaar voor imperturbable = onverstoorbaar impermeable = ondoordringbaar impecunious = arm, in geldnood idolatry = verafgoding, blinde of overmatige toewijding iconoclastic = het aanvallen van gekoesterde tradities homily = preek waarin een bijbeltekst verklaard wordt harrowing = angstaanjagende, schrijnende grandoliquent = hoogdravend, grootsprakig geniality = vriendelijk, social, opgewekt guileless = ongekunsteld, argeloos gullible = onnozel, lichtgelovig gauche = lomp, onhandig, grof goad = prikkelen, aanzetten halcyon = kalm, vrolijk, gouden Obdurate = verstokt, halsstarrig Obviate = voorkomen, verhelpen inconsequential = onbelangrijk, onbeduidend insularity = bekrompenheid, geisoleerd jibe = overeenstemmen irascible = opvliegend, driftig intransigence = onverzoenlijkheid mendacious = leugenachtig limpid = helder, doorschijnend lascivious = wellustig lethargic = loom, inactief loquacious = spraakzaam, praatgraag militate = tegenwerken meretricious = opzichtig, ontuchtig, bedriegelijk latent = verborgen, slapend malign = benadelen, kwaad spreken van magnanimity = grootmoedigheid meticulous = nauwkeurig, nauwgezet obviate = voorkomen, verhelpen panegyric = lofrede, prijzend pervasive = verspreid over alle delen relegate = verbannen, degraderen repudiate = verwerpen, verstoten substantiate = onderbouwen, met bewijzen staven subside = bedaren subsume = opnemen torpor = loomheid, verdoving tenuous = vaag, onbeduidend tortuous = bochtig, kronkelig (redenering) vaunt = opscheppen veracious = waarheidsgetrouw, accuraat vitiate = aantasten, krachtenloos maken whimsical = grillig, onvoorspelbaar sedentary = stilstaand arcane = verborgen, geheim faltering = aarzelend spoils = voordelen threadbare = versleten fortright = oprecht, eenvoudig pliant = flexibel modest = bescheiden belligerent = aggresief clemency = genade dilettante = matig geinteresseerd prompt = stipt, aanmoedigen maladroit = onhandig charlatan = kwakzalver, bedrieger outlandish = bizar, vreemd humbug = onzinnig/bluffend persoon obstinate = koppig gesture = gebaar elocution = kunst van het openbaar spreken trickle = druppelen gush = gutsen skinflint = vrek/gierigaard soothsayer = waarzegger prescient = vooruitziend ignominious = schandelijk voluble = vloeiend spreken stammering = haperen/stotteren bleak, gloomy = kil, somber tempestuous = stormachtig perilous = gevaarlijk unwholesome = ongezond vestige = iets dat niet langer bestaat bastion = burcht, bolwerk harbinger = voorbode, aankondiging sophomonic = onvolwassen, lack of judgment exhume = opgraven abet = helpen, ondersteunen coarsen = grof maken
Ingezonden op 06-04-2011 - 1376x bekeken.
Laatst bijgewerkt:
20-04-2011
.
Nog niet genoeg stemmen voor waardering: geef je mening!
voting system
1
2
3
4
5
Maak gratis account aan
Toon volledig menu
Door deze site te gebruiken, ga je akkoord met het gebruik van cookies voor analytische doeleinden, gepersonaliseerde inhoud en advertenties.
Meer informatie.
Overhoor en verbeter je talenkennis op woordjesleren.nl. De grootste verzameling van Franse, Engelse, Duitse en anderstalige oefeningen. Naast talen zijn ook andere vakken beschikbaar, zoals biologie, geschiedenis en aardrijkskunde!