Vakken
Engels
Frans
Duits
Spaans
Nederlands
Grieks
Portugees
Italiaans
Latijn
Japans
Biologie
Aardrijkskunde
Natuur- en scheikunde
Wiskunde, rekenen
Economie
Geschiedenis
Eigen methodes
Alle vakken
Home
›
Alle vakken
›
Eigen methodes
›
Carte Orange Hugo
› 2 Unite 2
Helaas is de overhoormodule niet beschikbaar. Wel kun je deze lijst overhoren via StudyGo. Klik op 'Overhoren'
Carte Orange Hugo
, deel 1
2 Unite 2
Jaar 1 (havo/vwo)
Link voor email / website
Link naar overhoring, zonder bewerk/reactiemogelijkheid (ELO)
Open met deze code de oefening in miniTeach
Twitter
Facebook
Google+
LinkedIn
la rue = de straat la place = het plein le pont = de brug la gare = het station la maison = het huis l'appartement = het appartement, de flat l'immeuble = het flatgebouw le magasin = de winkel la pièce = de kamer, het vertrek la chambre = de (slaap)kamer la salle de séjour = de woonkamer la salle de bains = de badkamer la cuisine = de keuken l'escalier = de trap l'ascenseur = de lift le grenier = de zolder la cave = de kelder la porte = de deur la fenêtre = het raam la table = de tafel la chaise = de stoel seul = alleen la campagne = het platteland devant = voor l'ordinateur = de computer avec = met en ligne = online il dit = hij zegt elle dit = zij zegt triste = verdrietig, triest pourquoi = waarom ici = hier joli = leuk, mooi calme = rustig trop = te ton village = jouw dorp ta maison = jouw huis ton, ta = jouw grand, grande = groot très = erg, heel le jardin = de tuin immense = enorm groot combien = hoeveel beaucoup = veel la fin = het eind je viens = ik kom bien sûr = natuurlijk j'envoie = ik stuur petit, petite = klein chez moi = bij mij thuis tu pleures = jij huilt qui = wie ma soeur = mijn zus toujours = altijd la dispute = de ruzie on a = wij hebben les affaires = de spullen sur = op mon père = mijn vader chez nous = bij ons propre = eigen près de, près d' = dichtbij tu vas = jij gaat viens = kom on regarde = we kijken naar on écoute = we luisteren naar sans = zonder quel bazar! = wat een troep! range = ruim op tout de suite = dadelijk, meteen après = na le dîner = het avondeten quel = welk on prend = we nemen tous = alle le poster = de poster le lit = het bed content, contente = tevreden le bureau = het bureau la vue = het uitzicht tu veux = jij wilt voir = zien ma tante = mijn tante où = waar loin = ver tout près = vlakbij l'étage = de verdieping Tu habites où? = Waar woon je? Tu habites dans le quartier? = Woon jij in de buurt? J'habite rue de la Fontaine = Ik woon in de rue de la Fontaine C'est loin? = Is dat ver? C'est tout près = Het is vlakbij J'habite au numéro 10 = Ik woon op nummer 10 Tu habites à quel étage? = Op welke verdieping woon je? Qu'est-ce qu'il y a? = Wat is er? Chez nous, c'est petit = Bij ons is het klein Chez nous, c'est grand = Bij ons is het groot Il y a trois pièces = Er zijn drie kamers On a une chambre pour nous deux = Wij hebben een kamer met zijn tweeën On a un appartement de six pièces = Wij hebben een flat met zes kamers J'ai ma propre chambre = Ik heb mijn eigen kamer Ma chambre est grand = Mijn kamer is groot Ma chambre est petit = Mijn kamer is klein
Ingezonden op 14-04-2011 - 1324x bekeken.
Nog niet genoeg stemmen voor waardering: geef je mening!
voting system
1
2
3
4
5
Maak gratis account aan
Toon volledig menu
Door deze site te gebruiken, ga je akkoord met het gebruik van cookies voor analytische doeleinden, gepersonaliseerde inhoud en advertenties.
Meer informatie.
Overhoor en verbeter je talenkennis op woordjesleren.nl. De grootste verzameling van Franse, Engelse, Duitse en anderstalige oefeningen. Naast talen zijn ook andere vakken beschikbaar, zoals biologie, geschiedenis en aardrijkskunde!