Vakken
Engels
Frans
Duits
Spaans
Nederlands
Grieks
Portugees
Italiaans
Latijn
Japans
Biologie
Aardrijkskunde
Natuur- en scheikunde
Wiskunde, rekenen
Economie
Geschiedenis
Eigen methodes
Alle vakken
Home
›
Alle vakken
›
Eigen methodes
›
Carte Orange Rick 2C
› 4 Unité 4
Helaas is de overhoormodule niet beschikbaar. Wel kun je deze lijst overhoren via StudyGo. Klik op 'Overhoren'
Carte Orange Rick 2C
, deel 2
4 Unité 4
Jaar 1 (Gymnasium)
Link voor email / website
Link naar overhoring, zonder bewerk/reactiemogelijkheid (ELO)
Open met deze code de oefening in miniTeach
Twitter
Facebook
Google+
LinkedIn
Apprendre 1 les vêtements = de kleren la robe = de jurk le jean = de spijkerbroek la jupe = de rok le pantalon = de broek le T-shirt = het T-shirt le sweat = het sweatshirt le pull = de trui la chaussure = de schoen les tennis = de sportschoenen le top = het topje la chaussette = de sok le collant = de panty la couleur = de kleur violet = paars bleu = blauw vert = groen jaune = geel orange = oranje rouge = rood rose = roze marron = bruin gris = grijs noir = zwart blanc = wit Apprendre 2 acheter = kopen simple = eenvoudig ou = of il a essayé = hij heeft geprobeerd essayer = proberen ce n'est pas = het is niet possible = mogelijk la boutique = de winkel; de boetiek les soldes = de koopjes; het uitverkoop cher = duur j'ai payé = ik heb betaald payer = betalen alors = dan; dus le même; la même = dezelfde tu connais = jij kent ils ont = zij hebben la moitié = de helft presque = bijna au moins = minstens; tenminste la fois = de keer au marché = op de markt le marché = de markt encore = nog apprendre 3 Ce n'est pas simple = Het is niet eenvoudig Elise n'habite pas à Paris = Elise woont niet in Parijs Apprendre 4 Je cherche un cadeau pour David = Ik zoek een cadeau voor David Je voudrais acheter une BD = Ik wil graag een stripboek kopen C'est à quel étage? = Op welke etage is dat? Pardon monsieur, vous avez un sac? = Pardon meneer, heeft u een tas? C'est combien? = Hoeveel is dat? C'est trop cher = Dat is te duur Ce n'est pas cher = Dat is niet duur Voilà, madame = Alstublieft, mevrouw Apprendre 5 le cadeau = het cadeau entrer = naar binnen gaan; naar binnenkomen pas tellement = niet zo erg je crois = ik geloof; geloof ik monter = naar boven gaan peut -être = misschien le jeu = het spel je ne sais pas = ik weet het niet coûter = kosten combien = hoeveel je voudrais = ik wil graag les lunettes de soleil = de zonnebril le sac = de tas je ne comprends pas = ik begrijp het niet le ticket = het bonnetje même = zelfs Apprendre 6 J'ai une idée = Ik heb een idee Vous avez les tickets? = Heeft u de bonnetjes? j'ai = ik heb tu as = jij hebt il a = hij heeft elle a = zij heeft on a = men heeft; wij hebben nous avons = wij hebben vous avez = jullie hebben; u heeft elles ont = zij hebben Apprendre 7 l'homme = de man désirer = wensen essayer = aanpassen; proberen je regrette = het spijt me là-bas = daar; daarginds je prends = ik neem le prix = de prijs la trousse = het etui dommage = jammer la femme = de vrouw la vitrine = de etalage la taille = de maat la cabine = de paskamer Apprendre 8 tu peux = jij kunt; kun je donner = geven porter = dragen je dois = ik moet l'argent = het geld la fête = het feest tu mets = trek aan mettre = aantrekken vraiment = echt; werkelijk Apprendre 9 Tu aimes le rouge? = Houd jij van rood?; Vind je rood mooi? J'aime le bleu = Ik houd van blauw Je n'aime pas le marron = Ik houd niet van bruin je préfère le blanc = Ik vind wit mooier; Ik heb liever wit Je déteste le vert = Ik heb een hekel aan groen C'est super! = Het is geweldig C'est nul = Het is waardeloos C'est trop bien = Het is te gek
Ingezonden op 14-04-2011 - 1200x bekeken.
Nog niet genoeg stemmen voor waardering: geef je mening!
voting system
1
2
3
4
5
Maak gratis account aan
Toon volledig menu
Door deze site te gebruiken, ga je akkoord met het gebruik van cookies voor analytische doeleinden, gepersonaliseerde inhoud en advertenties.
Meer informatie.
Overhoor en verbeter je talenkennis op woordjesleren.nl. De grootste verzameling van Franse, Engelse, Duitse en anderstalige oefeningen. Naast talen zijn ook andere vakken beschikbaar, zoals biologie, geschiedenis en aardrijkskunde!