Vakken
Engels
Frans
Duits
Spaans
Nederlands
Grieks
Portugees
Italiaans
Latijn
Japans
Biologie
Aardrijkskunde
Natuur- en scheikunde
Wiskunde, rekenen
Economie
Geschiedenis
Eigen methodes
Alle vakken
Home
›
Alle vakken
›
Eigen methodes
›
Zomerjobs animatie
› 1 les 1
Helaas is de overhoormodule niet beschikbaar. Wel kun je deze lijst overhoren via StudyGo. Klik op 'Overhoren'
Zomerjobs animatie
1 les 1
Jaar 1
Link voor email / website
Link naar overhoring, zonder bewerk/reactiemogelijkheid (ELO)
Open met deze code de oefening in miniTeach
Twitter
Facebook
Google+
LinkedIn
animateur = l’animateur aan zee = au bord de la mer aanvallen = Attaquer algemeen klassement = le classement général animatrice = l’animatrice begrijp je frans? = tu comprends de français? bij de rust = à l mi-temps blaren = Ampoules buitenspel = hors-jeu de (grote) bal = le ballon de (kleine) bal = la balle de aankomst = l‘arrivée de afdaling = la descente de deelnemer = le participant de file = le bouchon de inspanningen = les efforts de kampeerplaats = l’emplacement de keeper = le gardien (de but) de ontmoeting / wedstrijd = la rencontre de oud/ex kampioen = l’ancien champion de paden = les sentiers de schaatser = le patineur de scheidsrechter = l’arbitre de tent opzetten = dresser la tente de training = l’entraînement de wind = le vent de winnaar = le vainqueur de zee = la mer de zomervakantie = les vacances d’été de zon = le soleil deze activiteit = cet activité deze kinderen = ces enfants dit meisje = cette fille duiken = Plonger een aanhangwagen = une remorque een achterstand = un retard een gele kaart = un carton jaune een hardloopwedstrijd = une course à pied een reis = un voyage een sleutel = une clé / clef een speelterrein = une air de jeux een speler = un joueur een sport = un sport een sportveld = un terrain de sport een team = une équipe een tegenstander = un adversaire een teleurstelling = une déception een tenniswedstrijd = un match de tennis een verblijf = un séjour een voetbalwedstrijd = un match de foot een wedstrijd = un match eigenaar = le patron geweldige vakantie = vacances marveilleuses gezondheid = à tes / vos souhaits goede schoenen = bonnes chaussures gouden medaille = la medaille d’or haar schoenen = ses chaussures het begin = le début het doel / doelpunt = le but het eind = la fin het fietspad = la piste cycleble het racket = la raquette het strand = la plage het vertrek = le départ hobby’s = les loisirs / hobbies hoe heet jij? = tu t’appelle comment? hoe oud ben je? = tu as quel âge? hun boek = leurs livre ik ben … = je suis … ik ben 20 jaar oud = j’ai vingt ans ik ben uw animateur = je suis votre animateur ik doe niet aan sport = je ne fais pas de sport ik heb dorst = j’ai soif ik heb honger = j’ai faim ik heet … = je m’appelle ik studeer … = je fais des études de … ik woon in woerden vlakbij utrecht = j’habite à woerden près de utrecht in de rij staan = faire la queue jouw badpak = ton maillot de bain kaartspelen = jouer aux cartes kamperen = faire du camping klaar … af! = prêts … partez! kleien = pâte à sel knutsel = bricolage knutselen = bricoler mijn broer / zus is 19 jaar = mon frére / ma soeur á dix neuf ans mijn hobby’s zijn = mes hobbies sont mijn koffer = ma valise mijn rugzak = mon sac à dos moe = fatigué mosselen = moules mountainbike = vélo tout terrain naar het buitenland = á l’étranger om de beurt = à tour de rôle onze mobile home = notre mobilhome op de grens = à la frontière op reis gaan = partir en voyage op uw plaatsen = à vos marques openluchtzwembad = piscine de plein air over het net = pas-dessus le filet paardrijden = monter à cheval receptie = l’accueil ridder = chevalier sanitair = blocs sanitaires schatzoektocht = chasse au trésor schieten = Tirer slaapzak = sac de couchage snel = Rapide sterk = Fort stoppen / tegenhouden = Arrêter tennissen = jouer au tennis uitstapjes maken = faire des petits tours uw camping = votre camping van … tot … = de … á … veel succes = bonne chance verbranden = attraper un coup de soleil verdedigen = Défendre verliezen = Perdre vervangen = Remplacer vriendje = petit ami vrije schop = le coup franc waar kom je vandaan? = tu viens d’où winnen = Gagner zeilen = faire de la voile zonnebaden = prendre des bains de soleil zwak = Faible
Ingezonden op 16-04-2011 - 1275x bekeken.
Laatst bijgewerkt:
19-04-2011
.
Nog niet genoeg stemmen voor waardering: geef je mening!
voting system
1
2
3
4
5
Maak gratis account aan
Toon volledig menu
Door deze site te gebruiken, ga je akkoord met het gebruik van cookies voor analytische doeleinden, gepersonaliseerde inhoud en advertenties.
Meer informatie.
Overhoor en verbeter je talenkennis op woordjesleren.nl. De grootste verzameling van Franse, Engelse, Duitse en anderstalige oefeningen. Naast talen zijn ook andere vakken beschikbaar, zoals biologie, geschiedenis en aardrijkskunde!