Vakken
Engels
Frans
Duits
Spaans
Nederlands
Grieks
Portugees
Italiaans
Latijn
Japans
Biologie
Aardrijkskunde
Natuur- en scheikunde
Wiskunde, rekenen
Economie
Geschiedenis
Eigen methodes
Alle vakken
Home
›
Alle vakken
›
Eigen methodes
›
carte orange tove
› 7 unite 7 alles
Helaas is de overhoormodule niet beschikbaar. Wel kun je deze lijst overhoren via StudyGo. Klik op 'Overhoren'
carte orange tove
, deel 1
7 unite 7 alles
Jaar 1 (havo/vwo)
Link voor email / website
Link naar overhoring, zonder bewerk/reactiemogelijkheid (ELO)
Open met deze code de oefening in miniTeach
Twitter
Facebook
Google+
LinkedIn
Unite7 Noël= Kerstmis La Saint-Sylvestre= Oudjaar Pâques= Pasen la Pentecôte= Pinksteren la fête des rois= Driekoningen la fête des mères= moederdag la fête au village= het dorpsfeest le quatorze juillet= de nationale feestdag l’Aïd= het suikerfeest le carnaval= het carnaval le masque= het masker le costume= het kostuum le bal= het bal le gâteau= de taart, de koek les gâteaux= het gebak, de koekjes le feu d’artifice= het vuurwerk le Père Noël= de kerstman le sapin= de kerstboom le réveillon= maaltijd op kerstavond of oudejaarsavond faire la fête= feestvieren manger= eten danser= dansen valser= walsen passer= doorbrengen les vacances v= de vakantie la lettre= de brief raconter= vertellen l’impression v= de indruk le port= de haven le mot= het woord accompagner= vergezellen, meegaan met le temps= de tijd le poisson= de vis entre= tussen comme= als, bij wijze van l’amie v= de vriendin discuter= praten, discussiëren heureusement= gelukkig le voisin= de buurman amoureux, amoureuse= verliefd rentrer= naar huis gaan pas de chance!= pech! quand même= toch sauver= redden bisous= kusjes j'ai regardé= ik heb gekeken tu as regardé= jij hebt gekeken il a regardé= hij heeft gekeken elle a regardé= zij heeft gegeken on a regardé= men heeft gekeken, wij hebben gekeken nous avons regardé= wij hebben gekeken, wij keken vous avez regardé= jullie hebben gekeken, u heeft gekeken ils ont regardé= zij hebben gekeken elles ont regardé= zij hebben gekeken Het is afschuwelijk. = C'est affreux. Het is echt een troep.= C'est vraiment le désordre. Mijn ouders zullen woedend zijn.= Mes parents vont être furieux. Maak je niet ongerust.= Ne t'inquiète pas. Wat doen we?= Qu'est-ce qu'on fait? We zullen wel een oplossing vinden.= On va trouver une solution. Snel aan het werk.= Vite au travail. de volgende dag= le lendemain zeggen= dire afschuwelijk= affreux nooit meer= plus jamais woedend= furieux thuiskomen, naar huis gaan= rentrer schoon= propre de rommel, de troep= le désordre breken= casser de tijd= le temps de oplossing= la solution goed, lekker= bon, bonne de tonijn= le thon het tapijt = le tapis de telefoon = le téléphone later = plus tard de keuken = la cuisine snel = vite het werk = le travail schoonmaken = nettoyer repareren = réparer op tijd = à l’heure il est midi = het is twaalf uur 's middags il est midi et demi = het is half een 's middags il est minuit = het is twaalf uur 's nachts il est minuit et quart = het is kwart over twaalf 's nachts Moederdag = la fête des mères jij geeft, jij biedt aan = tu offres vorig jaar = l'année dernière klaarmaken = préparer het ontbijt = le petit déjeuner het probleem = le problème koken = faire la cuisine vieren = fêter raar = bizarre moe = fatigué, fatiguée eten = manger je drinkt = tu bois gewend zijn = avoir l’habitude feest vieren = faire la fête het einde = la fin de taart, de koek = le gâteau het gebak, de koekjes = les gâteaux de maaltijd = le repas Kerstmis = Noël de televisie = la télé doorbrengen = passer de tafel = la table gelukkig = heureusement behalve = sauf gezien = vu het vuurwerk = le feu d’artifice dansen = danser tot = jusqu’à de ochtend = le matin in de disco, naar de disco = en boîte oudjaar = la Saint-Sylvestre uitnodigen = inviter duren = durer de nacht = la nuit Wat heb je met Kerstmis gedaan? = Qu'est-ce que tu as fait à Noël? Ik heb de hele avond aan tafel gezeten. = J'ai passé la soirée à table. Ik ga feesten. = Je vais faire la fête. Ik heb de veertiende juli gevierd. = J'ai fêté le 14 juillet. Ik ben het gewend. = J'ai l'habitude. Heeft hij je uitgenodigd? = Il t'a invité? Hoe laat begint het? = Ça commence à quelle heure? Het duurt de hele nacht. = Ça dure toute la nuit. Ik zal het aan mijn ouders vragen. = Je vais demander à mes parents.
Ingezonden op 16-04-2011 - 1544x bekeken.
Nog niet genoeg stemmen voor waardering: geef je mening!
voting system
1
2
3
4
5
Maak gratis account aan
Toon volledig menu
Door deze site te gebruiken, ga je akkoord met het gebruik van cookies voor analytische doeleinden, gepersonaliseerde inhoud en advertenties.
Meer informatie.
Overhoor en verbeter je talenkennis op woordjesleren.nl. De grootste verzameling van Franse, Engelse, Duitse en anderstalige oefeningen. Naast talen zijn ook andere vakken beschikbaar, zoals biologie, geschiedenis en aardrijkskunde!