Vakken
Engels
Frans
Duits
Spaans
Nederlands
Grieks
Portugees
Italiaans
Latijn
Japans
Biologie
Aardrijkskunde
Natuur- en scheikunde
Wiskunde, rekenen
Economie
Geschiedenis
Eigen methodes
Alle vakken
Home
›
Alle vakken
›
Eigen methodes
›
carte orange tove
› 2 unite 2 alles
Helaas is de overhoormodule niet beschikbaar. Wel kun je deze lijst overhoren via StudyGo. Klik op 'Overhoren'
carte orange tove
, deel 2
2 unite 2 alles
Jaar 2 (havo/vwo)
Link voor email / website
Link naar overhoring, zonder bewerk/reactiemogelijkheid (ELO)
Open met deze code de oefening in miniTeach
Twitter
Facebook
Google+
LinkedIn
Unite 2 vendre = verkopen prêter à = lenen aan emprunter à = lenen van perdre = verliezen gagner = 1 verdienen 2 winnen dépenser = uitgeven économiser = sparen retirer de l'argent = geld opnemen le distributeur de billets = de geldautomaat le petit boulot = het baantje l'expérience v = de ervaring le brevet = het diploma le vendeur = de verkoper la vendeuse = de verkoopster bon marché = goedkoop l'avance v = het voorschot généreux = gul la tirelire = het spaarvarken le compte = de rekening le compte-épargne = de spaarrekening la banque = de bank fauché = blut faire des courses = boodschappen doen craquer pour = toegeven aan, zwichten voor rembourser = terugbetalen répondu = geantwoord vous faites = jullie doen je mets de côté = ik leg opzij gros, grosse = dik; hier: fors la somme = het bedrag, de som le nécessaire = het nodige garder = bewaren si = als nombreux = talrijk rester = blijven gérer = beheren inutile = nutteloos l'objet m = het voorwerp chaque = elk(e) je reçois = ik krijg, ik ontvang le bonbon = het snoepje la tentation = de verleiding ils mettent = ze zetten parfois = soms parfaitement = volmaakt vieux, vieille = oud expliquer = uitleggen la console = de spelcomputer utiliser = gebruiken ils doivent = zij moeten Kun je me 10 euro lenen? = Tu peux me prêter 10 euros? Ik ben het zat altijd blut te zijn. = J'en ai marre d'être toujours fauché(e). Ik ben mijn moeder 100 euro schuldig. = Je dois 100 euros à ma mère. Ik heb hem zelf betaald. = Je l'ai payé moi-même. Wat voor baantje heb je? = Tu fais quoi comme boulot? Dat is de moeite waard. = Ça vaut la peine. Dat is niets voor mij. = Ce n'est pas mon genre. Ik ga een voorschot vragen. = Je vais demander une avance. Ik heb absoluut geld nodig. = J'ai absolument besoin d'argent. zin hebben om = avoir envie de lenen aan = prêter à het bankpasje = la carte genoeg = assez ik ben het zat = j'en ai marre blut = fauché ik ben verschuldigd, ik moet = je dois hé = tiens het werk, het baantje = le (petit) boulot de maand = le mois de boerderij = la ferme verkocht = vendu het fruit, de vruchten = les fruits m de groente = les légumes m jullie weten = vous savez dat is de moeite waard = ça vaut la peine je zou kunnen = tu pourrais nodig hebben = avoir besoin de mogen = avoir le droit verdienen = gagner inderdaad = en effet het begin = le début het uitje, het uitgaan = la sortie je krijgt = tu reçois elk(e) = chaque apart = à part jij neemt = tu prends de portemonnee = le porte-monnaie ik had = j'avais verliezen = perdre wachten op = attendre de uitverkoop = les soldes v bruin (van de zon) = bronzé de ploeg = l'équipe v de prijsuitreiking = la distribution des prix de hoop, de massa = le tas de pen = le stylo ongeveer = environ ik zou graag = j'aimerais bien verkrijgen, halen = obtenir jullie willen = vous voulez weigeren = refuser toegeven, accepteren = accepter verwend = gâté de spelcomputer = la console sparen = économiser lenen van = emprunter à iedereen = tout le monde terugbetalen = rembourser de reclame = la pub de melk = le lait volgend(e) = suivant trouwens = d'ailleurs zij willen = ils veulent tamelijk = assez zetten, leggen = mettre streng = sévère uitgeven = dépenser zij zeggen = ils disent toch = quand même J'attends les soldes. = Ik wacht op de uitverkoop. Il vend le vieux. = Hij verkoopt de oude. J'ai perdu mes 20 euros. = Ik heb mijn 20 euro verloren Ik wil graag de nieuwe cd van ... hebben. = Je voudrais le nouveau cd de ... Hoe is dat, het werk van een moniteur? = C'est comment, le travail d'un moniteur? Ik zou ook wel als monieur willen werken. = J'aimerais bien travailler comme moniteur moi aussi. Ik zou graag een Play-station willen kopen. = J'aimerais acheter une console Play-station. Verdient het goed? = Ça gagne bien? Dat is een leuk soort baantje. = C'est amusant comme boulot.
Ingezonden op 16-04-2011 - 1489x bekeken.
Nog niet genoeg stemmen voor waardering: geef je mening!
voting system
1
2
3
4
5
Maak gratis account aan
Toon volledig menu
Door deze site te gebruiken, ga je akkoord met het gebruik van cookies voor analytische doeleinden, gepersonaliseerde inhoud en advertenties.
Meer informatie.
Overhoor en verbeter je talenkennis op woordjesleren.nl. De grootste verzameling van Franse, Engelse, Duitse en anderstalige oefeningen. Naast talen zijn ook andere vakken beschikbaar, zoals biologie, geschiedenis en aardrijkskunde!