Vakken
Engels
Frans
Duits
Spaans
Nederlands
Grieks
Portugees
Italiaans
Latijn
Japans
Biologie
Aardrijkskunde
Natuur- en scheikunde
Wiskunde, rekenen
Economie
Geschiedenis
Eigen methodes
Alle vakken
Home
›
Alle vakken
›
Eigen methodes
›
Carte Orange Hugo
› 6
Helaas is de overhoormodule niet beschikbaar. Wel kun je deze lijst overhoren via StudyGo. Klik op 'Overhoren'
Carte Orange Hugo
, deel 2
hoofdstuk 6
Jaar 2 (havo/vwo)
Link voor email / website
Link naar overhoring, zonder bewerk/reactiemogelijkheid (ELO)
Open met deze code de oefening in miniTeach
Twitter
Facebook
Google+
LinkedIn
l'environnement = het milieu la terre = de aarde la forêt = het woud l'air = de lucht le sol = de bodem menacer = bedreigen la menace = de bedreiging la pollution = de vervuiling la poubelle = de vuilnisbak les déchets = het afval jeter = gooien ; weggooien trier = scheiden ; schiften le conteneur = de container le bac à verre = de glasbak la déchetterie = het afvalinzamelpunt la couche d'ozone = de ozonlaag l'inondation = de overstroming la mareé = de vloed l'effet de serre = het broeikaseffect agir = handelen protéger = beschermen recycler = recyclen ; hergebruiken la protection = de bescherming l'arbre = de boom le projet = het plan détruire = verwoesten le bois = het bos construire = bouwen le centre commercial = het winkelcentrum l'animal ; les animaux = het dier ; de dieren le maire = de burgemeester l'inventaire = de inventaris ; de lijst publier = publiceren la manifestation = de demonstratie ; de betoging le lieu = de plek ; de plaats la mairie = het gemeentehuis le membre = het lid le conseil municipal = de gemeenteraad la surprise = de verrassing convaincre = overtuigen la majorité = de meerderheid le champ = het veld le long de = langs la victoire = de overwinning venu = gekomen Ce bois, tu le connais. = Dat bos, jij kent het. On a organisé une manifestation et on a décidé de la faire devant la mairie. = We hebben een demonstratie georganiseerd en we hebben besloten hem te houden voor het gemeentehuis. On a fait l'inventaire et on a l'a publié. = We hebben de lijst gemaakt en we hebben hem gepubliceerd. On a pris des photos, tu peux les voir sur le site. = We hebben foto's gemaakt, je kunt ze zien op de site. Voilà Pierre, je le vois souvent. = Daar is Pierre, ik zie hem vaak. Voilà Anne, je la vois souvent. = Daar is Anne, ik zie haar vaak. On a écrit au maire. = We hebben naar de burgemeester geschreven. On lui a écrit. = We hebben hem geschreven. J'envoie une carte à ma grand-mère. = Ik stuur een kaart aan mijn oma. Je lui envoie une carte. = Ik stuur haar een kaart. Je téléphone à mon père, je lui téléphone. = Ik bel mijn vader op, ik bel hem op. Je peux le faire. = Ik kan het doen. Je veux lui écrire une lettre. = Ik wil hem een brief schrijven. Je ne le vois pas. = Ik zie hem niet. Het is verschrikkelijk! = C'est terrible! Het is een schandaal! = C'est un scandale! We kunnen niets doen. = On ne peut rien faire. We moeten iets doen. = Il faut faire quelque chose. We zouden graag iets willen doen. = On voudrait faire quelque chose. We hebben geld nodig om/voor... = On a besoin d'argent pour... We kunnen een baantje zoeken. = On peut chercher un job. treffen ; slaan = frapper de vogel = l'oiseau vol = plein vervuild = pollué we zouden kunnen = on pourrait de vrijwilliger = le volontaire sturen ; zenden = envoyer voorstellen = proposer boodschappen doen = faire des courses wassen = laver we gaan zitten = on se met ergens = quelque part uitdelen = distribuer de lijst = la liste huren = louer de schande = la honte gebruiken = utiliser de kans = la chance geen enkele = ne ... aucun terugkeren = retourner Il faut faire quelque chose. = Er moet iets gedaan worden. ; We moeten iets doen. Il faut nettoyer centimètre par centimètre. = Je moet centimeter voor centimeter schoonmaken. Il ne faut pas jeter les déchets dans la nature. = Je moet geen afval in de natuur gooien. het alarm = l'alerte de snelheid = la vitesse vanwege = à cause de ongelofelijk = incroyable het is mooi weer = il fait beau de wolk = le nuage je ziet ; men ziet = on voit eigenlijk = en fait je moet ; met moet = il faut terwijl = tandis que rijden = rouler in plaats van = au lieu de natuurlijk ; uiteraard = évidemment doden = tuer het rundvlees = le boeuf de kip = le poulet de jager = le chasseur de brand = l'incendie de rook = la fumée de vlam = la flamme de heuvel = la colline waarschuwen = prévenir het vliegtuig = l'avion het vuur = le feu het merendeel ; de meest = la plupart veroorzaken = causer onvoorzichtig = imprudent droog = sec ; sèche de wind = le vent het worstje = la saucisse de koekenpan = la poêle zeker ; vast wel = sûrement de vuilnisbak = la poubelle gooien ; weggooien = jeter het glas = le verre het blik = la boîte spoelen = rincer vroeger = autrefois verbranden = brûler Florian vient aussi? = Komt Florian ook? présent je viens = ik kom tu viens = jij komt il vient = hij komt elle vient = zij komt on vient = men komt ; wij komen nous venons = wij komen nous venez = jullie komen ; u komt ils viennent = zij komen elles viennent = zij komen passé composé = . je suis venu = ik ben gekomen ; ik kwam We kunnen zelf niets doen. = On ne peut rien faire nous-mêmes. Je hebt gelijk. = Tu as raison. Dat moet verboden worden. = Il faut interdire cela. Het is een schande. = C'est une honte. Dat is geen excuus. = Ce n'est pas parfaits non plus. Ik geloof het niet. = Je ne crois pas. Dat is veel te gevaarlijk. = C'est beaucoup trop dangereux. Dat is beter voor het milieu. = C'est mieux pour l'environnement.
Ingezonden op 20-04-2011 - 1518x bekeken.
Nog niet genoeg stemmen voor waardering: geef je mening!
voting system
1
2
3
4
5
Maak gratis account aan
Toon volledig menu
Door deze site te gebruiken, ga je akkoord met het gebruik van cookies voor analytische doeleinden, gepersonaliseerde inhoud en advertenties.
Meer informatie.
Overhoor en verbeter je talenkennis op woordjesleren.nl. De grootste verzameling van Franse, Engelse, Duitse en anderstalige oefeningen. Naast talen zijn ook andere vakken beschikbaar, zoals biologie, geschiedenis en aardrijkskunde!