Vakken
Engels
Frans
Duits
Spaans
Nederlands
Grieks
Portugees
Italiaans
Latijn
Japans
Biologie
Aardrijkskunde
Natuur- en scheikunde
Wiskunde, rekenen
Economie
Geschiedenis
Eigen methodes
Alle vakken
Home
›
Alle vakken
›
Eigen methodes
›
Carte Orange Hugo
› 8
Helaas is de overhoormodule niet beschikbaar. Wel kun je deze lijst overhoren via StudyGo. Klik op 'Overhoren'
Carte Orange Hugo
, deel 2
hoofdstuk 8
Jaar 2 (havo/vwo)
Link voor email / website
Link naar overhoring, zonder bewerk/reactiemogelijkheid (ELO)
Open met deze code de oefening in miniTeach
Twitter
Facebook
Google+
LinkedIn
s'entraîner = trainen l'entraîneur = de trainer l'exercice = de oefening la préparation = de voorbereiding le survêtement = het trainingspak la compétition = de competitie l'épreuve = de proef; de wedstrijd la manche = de set le coup d'envoi = de aftrap marquer un but/un point = een punt maken l'arbitre = de scheidsrechter la mi-temps = de wedstrijdhelft la joie = de vreugde la médaille = de medaille la coupe = de beker la déception = de teleurstelling battre = verslaan l'adversaire = de tegenstander la blessure = de blessure; de verwonding devancer =voorblijven résister à = weerstaan la pression = de druk l'événement = de gebeurtenis nerveux,nerveuse = zenuwachtig profiter = profiteren l'erreur = de fout; de vergissing se hisser sur = zich hijsen op haut = hoog la marche = de trede lâcher = loslaten confirmer = bevestigen l'appareil = het apparaat se passer = gebeuren tout s'est bien passé = alles is goed gegaan se libérer = zich bevrijden permettre = in staat stellen; toestaan Wat doe je voor sport? = Qu'est-ce tu fais comme sport? Ik klim = Je n'en peux plus Voor welke sport ga je je inschrijven? = Tu vas t'inscrire pour quel sport? Ben je klaar voor de competitie? = Tu es pret pour la competition? Ik ga vroeg naar bed = Je me couche de bonne heure Ik moet vroeg opstaan = Je dois me lever tot. trainen = s'entrainer indruk maken op = impressionner kalm aan, rustig een beetje = calme-toi zich vermoeden = se fatiquer verslaan = battre de beklimming, het klimmen = l'escalade de moed = le courage ik kan niet meer = je n'en peux plus ophouden, stoppen = s'arreter opstaan = se lever vroeg = de bonne heure naar bed gaan = se coucher zich bezig houden met, zorgen voor = s'occuper de weten, kunnen = savoir klimmen = grimper aanmoedigen = encourager hoog = haut bang zijn = avoir peur uitlachen = se moquer de boos = fache zich vergissen = se tromper rugbyen = jouer au rugby heftig = violent de blessure = la blessure schaken = jouer aux échecs het zwemmen, de zwemsport = la natation beginnen = débuter de competitie = la compétition het doel = le but de droom = le rêve worden = devenir de overwinning = la victoire de beker = la coupe een doelpunt maken = marquer un but het doelpunt = le but de wielersport = le cyclisme individueel = individuel het lid = le membre de club = le club de wedstrijd (fietsen, hardlopen e.d.) = la course Ik schaak. = Je joue aux échecs. Heb je vaak blessures? = Tu as souvent des blessures? Ik train elke middag. = Je m'entraîne chaque après-midi. Wat is je doel? = Quel est ton but? Wij zijn kampioen geworden. Nous sommes devenu(e)s champoins. Ik heb een geweldige wedstrijd gespeeld. = J'ai joué un match superbe. Ik heb drie punten gescoord! = J'ai marqué trois points! Ik speel het liefst in een team. = Je préfère jouer en équipe. Sinds wanneer honkbal jij? = Depuis quand tu fais du base-ball? Ik ben lid van een club. = Je suis membre d'un club
Ingezonden op 20-04-2011 - 1353x bekeken.
Nog niet genoeg stemmen voor waardering: geef je mening!
voting system
1
2
3
4
5
Maak gratis account aan
Toon volledig menu
Door deze site te gebruiken, ga je akkoord met het gebruik van cookies voor analytische doeleinden, gepersonaliseerde inhoud en advertenties.
Meer informatie.
Overhoor en verbeter je talenkennis op woordjesleren.nl. De grootste verzameling van Franse, Engelse, Duitse en anderstalige oefeningen. Naast talen zijn ook andere vakken beschikbaar, zoals biologie, geschiedenis en aardrijkskunde!