Vakken
Engels
Frans
Duits
Spaans
Nederlands
Grieks
Portugees
Italiaans
Latijn
Japans
Biologie
Aardrijkskunde
Natuur- en scheikunde
Wiskunde, rekenen
Economie
Geschiedenis
Eigen methodes
Alle vakken
Home
›
Alle vakken
›
Eigen methodes
›
Nederlands woordenlijst Insula College
› 3 lijst van moeilijke woorden uit examenteksten
Helaas is de overhoormodule niet beschikbaar. Wel kun je deze lijst overhoren via StudyGo. Klik op 'Overhoren'
Nederlands woordenlijst Insula College
, deel 3
3 lijst van moeilijke woorden uit examenteksten
Jaar 5 (vwo)
Link voor email / website
Link naar overhoring, zonder bewerk/reactiemogelijkheid (ELO)
Open met deze code de oefening in miniTeach
Twitter
Facebook
Google+
LinkedIn
afbakenen = de grens aangeven alternatief = afwijkend, andere mogelijkheid anarchisme = leer die van hogerhand opgelegde regels verwerpt en streeft naar individuele vrijheid associëren = in verband brengen autonomie = zelfstandigheid axioma's = uitgangspunten, als waarheid aangenomen uitspraken bejegenen = behandelen buitenproportioneel = onevenredig veel bureaucratisch = met overdreven aandacht voor ambtenarij en bureauwerk calculerend = berekenend claimen = opeisen clichématig = voorspelbaar, afgezaagd collectief = gezamenlijk commotie = opschudding, drukte conformisme = bereidheid zich naar de heersende opvattingen te richten consensus = gemeenschappelijke overtuiging contraproductief = een tegengesteld resultaat opleverend controverse = verschil van mening curatele = streng toezicht decorum = uiterlijke waardigheid, goede maatschappelijke vormen determinisme = leer dat gedrag bepaald is (door erfelijke aanleg of maatschappelijke omstandigheden) dilemma = toestand waarin men moet kiezen tussen twee onaangename mogelijkheden discrepantie = het uiteenlopen, verschil doemscenario = voorstelling van de loop van de gebeurtenissen indien zich de meest rampzalige ontwikkelingen zouden voordoen die denkbaar zijn dominant = overheersend echelons = rangen equivalenten = personen die aan anderen gelijkwaardig zijn, dingen die aan andere gelijkwaardig zijn essentieel = wezenlijk essay = persoonlijk gekleurd artikel esthetisch = betrekking hebbend op het schone, smaakvol ethiek = zedenleer eufemisme = verzachtende, verbloemende uitdrukking evident = klaarblijkelijk exemplarisch = tot voorbeeld uitdrukking expliciet = uidrukkelijk façade = uiterlijke schijn fixatie = zich uitsluitend richten op geciviliseerd = beschaafd gedijen = voorspoedig groeien gedogen = verdragen getraumatiseerd = geestelijk beschadigd grief = bezwaar, reden tot ontevredenheid hermetisch = volkomen dicht, volledig ontoegankelijk hiërarchisch = naar rangorde georganiseerd hilariteit = uitbarsting van vrolijkheid informaliseren = minder vormelijk, vrijer worden integriteit = onschendbaarheid integreren = tot een geheel samenvoegen, opnemen van personen van een ander ras of een andere cultuur in een samenleving interenisch = tussen de verschillende bevolkingsgroepen interveniëren = tussenbeide komen interventie = tussenkomst, ingrijpen intrigerend = belangstelling wekkend legitiem = wettelijk, wettig liberalisering = het vrijer worden malafide = onbetrouwbaar manifesteren = zichtbaar worden manipuleren = op oneerlijke wijze beïnvloeden mêlee = gewoel, drukte moraal = de heersende zeden en gebruiken moreel = zedelijk, fatsoenlijk mores = zeden, gebruiken motief = beweegreden motto = spreuk, leus nuanceren = fijne onderscheidingen aanbrengen in obligaat = voorgeschreven, verplicht ongerijmd = wat in strijd is met het gezonde verstand ontluisterend = ontdaan van alles glans of pracht paradoxaal = vreemd, schijnbaar tegenstrijdig pareren = een aanval afslaan, weerspreken pedagogisch = opvoedkundig permitteren = toestaan pluriform = veelvormig pose = houding, manier van doen potpourri = bonte verzameling, allegaartje pragmatisch = denkwijze die uitgaat van de praktische toepasselijkeheid van opvattingen en ideeën prioriteit = voorrang, voorkeur proclameren = afkondigen, bekend maken projecteren = het overbrengen van geestelijke gevoelens of verlangens op de buitenwereld prominent = vooraanstaand pseudo = niet echt, nep ratificeren = bekrachtigen, ambtelijk goedkeuren rectificeren = verbeteren, rechtzetten reduceren = beperken, terugbrengen relatief = in verhouding repressief = onderdrukkend revitaliseren = weer levenskracht geven, weer bezielen schofferen = beledigen seculier = wereldlijk signatuur = kenmerk staccato = kort en snel stereotype = vast, onveranderlijk beeld taboe = iets waarover niet gesproken mag worden transparant = doorzichtig, helder trauma = sterke, schokkende zielsaandoening die een blijvende stoornis veroorzaakt verguizing = als verachtelijk voorstellen, afwijzen vooroordeel = voorbarig, meestal afwijzend oordeel
Ingezonden op 12-05-2011 - 29509x bekeken.
Waardering 7.2 (aantal stemmen: 20)
voting system
1
2
3
4
5
Maak gratis account aan
Toon volledig menu
Door deze site te gebruiken, ga je akkoord met het gebruik van cookies voor analytische doeleinden, gepersonaliseerde inhoud en advertenties.
Meer informatie.
Overhoor en verbeter je talenkennis op woordjesleren.nl. De grootste verzameling van Franse, Engelse, Duitse en anderstalige oefeningen. Naast talen zijn ook andere vakken beschikbaar, zoals biologie, geschiedenis en aardrijkskunde!