Helaas is de overhoormodule niet beschikbaar. Wel kun je deze lijst overhoren via StudyGo. Klik op 'Overhoren'

Grandes Lignes

0 =) veel voorkomende werkwoorden (LEES DE OPMERKING)

Jaar 2

gaan = aller
ik ga = je vais
jij gaat = tu vas
hij, zij, men gaat = il elle on va
wij gaan = nous allons
jullie gaan = vous allez
zij gaan = ils elles vont
hebben = avoir
ik heb = j'ai
jij hebt = tu as
hij, zij, men heeft = il elle on a
wij hebben = nous avons
jullie hebben = vous avez
zij hebben = ils elles ont
kennen = connaître
ik ken = je connais
jij kent = tu connais
hij, zij, men kent = il elle on connaît
wij kennen = nous connaissons
jullie kennen = vous connaissez
zij kennen = ils elles connaissent
moeten = devoir
ik moet = je dois
jij moet = tu dois
hij, zij, men moet = il elle on doit
wij moeten = nous devons
jullie moeten = vous devez
zij moeten = ils elles doivent
zijn = être
ik ben = je suis
jij bent = tu es
hij, zij, men is = il elle on est
wij zijn = nous sommes
jullie zijn = vous êtes
zij zijn = ils elles sont
doen, maken = faire
ik doe = je fais 
jij doet = tu fais
hij, zij, men doet = il elle on fais
wij doen = nous faisons
jullie doen = vous faites
zij doen = ils elles font
kunnen = pouvoir
ik kan = je peux
jij kunt = tu peux
hij / zij / men kan = il elle on peut
wij kunnen = nous pouvons
jullie kunnen = vous pouvez
zij kunnen = ils elles peuvent
nemen = prendre
ik neem = je prends
jij neemt = tu prends
hij / zij / men neemt = il elle on prend
wij nemen = nous prenons
jullie nemen = vous prenez
zij nemen = ils elles prennent
weten = savoir
ik weet = je sais
jij weet = tu sais
hij / zij / men weet = il elle on sait
wij weten = nous savons
jullie weten = vous savez
zij weten = ils elles savent
komen = venir
ik kom = je viens
jij komt = tu viens
hij / zij / men komt = il elle on vient
wij komen = nous venons
jullie komen = vous venez
zij komen = ils elles viennent
willen = vouloir
ik wil = je veux
jij wilt = tu veux
hij / zij / men wil = il elle on veut
wij willen = nous voulons
jullie willen = vous voulez
zij willen = ils elles veulent
dol zijn op = adorer
ik ben dol op = j'adore
jij bent dol op = t'adores
hij / zij / men is dol op = il elle on adore
wij zijn dol op = nous adorons
jullie zijn dol op = vous adorez
zij zijn dol op = ils elles adorent
kiezen = choisir
ik kies = je choisis
jij kiest = tu choisis
hij / zij / men kiest = il elle on choisit
wij kiezen = nous choisissons
jullie kiezen = vous choisissez
zij kiezen = ils elles choisissent
horen = entendre 
ik hoor = j'entends
jij hoort = tu entends
hij / zij / men hoort = il elle on entend
wij horen = nous entendons
jullie horen = vous entendez
zij horen = ils elles entendent

Ingezonden op 24-05-2011 - 6287x bekeken.
Waardering 8.6 (aantal stemmen: 39)

voting system
1
2
3
4
5

Accentjes gaan zo:
é = alt 130 î = alt 140
PC = passé composé.
Als je niet weet wat dat is heb je het dus nog niet gehad en is het dus niet belangrijk voor je.
Maar dat denk ik wel duss...

Bij faire is het wel logisch dat het doen EN maken betekent toch?

Verder moet je bij de zij-vorm altijd ils en elles invullen.
Veel succes met leren ook al is deze lijst vooral voor mijzelf =)
En sorry voor dit lange verhaal haha
Bye bye stem 5 sterren aub

xxx
PS: regelmatige werkwoorden gaan allemaal hetzelfde als adorer (-er) choisir (-ir) en entendre (-re)
PS 2: devenir, revenir ed vervoeg je hetzelfde als venir

Deze overhoring is meer dan zeven jaar geleden ingestuurd. Dit was de begintijd van woordjesleren.nl!!
Waarschijnlijk werk je met een recentere uitgave en wijkt jouw boek af van de inzending hierboven.

Vakken

Grandes Lignes

0 =) veel voorkomende werkwoorden (LEES DE OPMERKING)