Vakken
Engels
Frans
Duits
Spaans
Nederlands
Grieks
Portugees
Italiaans
Latijn
Japans
Biologie
Aardrijkskunde
Natuur- en scheikunde
Wiskunde, rekenen
Economie
Geschiedenis
Eigen methodes
Alle vakken
Home
›
Alle vakken
›
Eigen methodes
›
NHA TURKS beginners + gevorderden les 1 t/m 48
› 3 DEEL 3
Helaas is de overhoormodule niet beschikbaar. Wel kun je deze lijst overhoren via StudyGo. Klik op 'Overhoren'
NHA TURKS beginners + gevorderden les 1 t/m 48
3 DEEL 3
Jaar 1 (volwassenenonderwijs)
Link voor email / website
Link naar overhoring, zonder bewerk/reactiemogelijkheid (ELO)
Open met deze code de oefening in miniTeach
Twitter
Facebook
Google+
LinkedIn
açık yeşil = lichtgroen acıkmak = honger hebben ağustos = augustus aile = familie; gezin akşamleyin = in de avond; 's avonds alışveriş yapmak = boodschappen doen almak = nemen; kopen; krijgen almak için = om te kopen Alman Markı = Duitse Mark altıncı = zesde Amsterdam'da olmak = in Amsterdam zijn ara sıra = soms aralık = december ayakkabı = schoenen aynı = zelfde; dezelfde; hetzelfde az önce = net; pas; zojuist bahar = lente bahçe = tuin bana = naar mij başlamak = beginnen bazen = soms beğenmek = leuk vinden; waarderen bej = beige beklemek = wachten; verwachten beşinci = vijfde beyaz = wit beyaz renk = de kleur wit bilet = ticket bilmek = weten bininci = duizendste biraz = beetje birinci = eerste bize = naar ons boş = leeg bu gece = vannacht büro = kantoor; vestiging çalışmak = werken çanta = tas çarşamba = woensdag çarşamba günü = op woensdag cuma = vrijdag cumartesi = zaterdag değişik = verschillend ders = les ders çalışsmak = aan de les werken dinlenmek = uitrusten doktor = dokter dokuzuncu = negende dolaşmak = wandelen; rondlopen dönmek = teruggaan; terugkomen; terugkeren dördüncü = vierde dükkân = winkel dün = gisteren ekim = oktober elbise = kleding; kleren epey = tamelijk etmek = doen ev işi = het huishouden; huishouden ev işi yapmak = huishouden; huishouden doen eylül = september film = film galiba = ik denk; vermoedelijk gazete = krant gece = nacht geçen = afgelopen; vorig; vorige geçen günlerde = afgelopen dagen; in de afgelopen dagen gelecek hafta = volgende week getirmek = brengen; meenemen; meebrengen gezmek = reizen; wandelen gidiş = enkele reis gidiş geliş = retour gömlek = overhemd göndermek = sturen; zenden görevli = medewerker görmek = zien göstermek = laten zien; aanwijzen güneşlenmek = zonnen hafta sonları = in de weekends; in de weekeindes hafta sonu = weekend; weekeind; weekeinde hangi? = welke? hareket etmek = vertrekken hava = het weer; de lucht; weer hazır = klaar haziran = juni hepsi = alles; allemaal hiç = niets; geen ikinci = tweede ilkbahar = lente inmek = uitstappen; landen iş = werk izlemek = toeschouwen; kijken; kijken naar kaç? = hoeveel? kahverengi = bruin kalkmak = opstaan kalmak = blijven karşılamak = ontvangen; iemand gaan ophalen kasa = kassa kasım = november kırmızı = rood kış = winter kişi = persoon kışın = in de winter kitap = boek koltuk = bankstel konuşmak = spreken; praten köy = dorp koyu yeşil = donkergroen kütüphane = bibliotheek liste = lijst lütfen = alstublieft; alsjeblieft maç = wedstrijd mağaza = kledingwinkel mart = maart mavi = blauw mayıs = mei mektup = brief misafir = gast; bezoeker; bezoek misafirlik = bezoek mont = jack mümkün = mogelijk mümkünse = als het mogelijk is mutfak = keuken müze = museum nasıl? = hoe ne kadar? = hoeveel? nisan = april o zaman = dan; in dat geval ocak = januari ödemek = betalen ödev = huiswerk ödev yapmak = huiswerk maken öğlen = in de middag; 's middags okumak = lezen olmak = worden; zijn olur = oké; goed; afgesproken on birinci = elfde ona = naar hem; naar haar; naar het önce = eerst onlara = naar hen onuncu = tiende oynamak = spelen özlemek = missen; verlangen pantolon = broek park = park pasta = gebak pazar = zondag pazartesi = maandag pembe = rose perşembe = donderdag renk = kleur sabahleyin = in de ochtend; 's ochtends; 's morgens sadece = alleen; slechts; enkel salı = dinsdag sana = naar jou sandalye = stoel sarı = geel satıcı = verkoper satın almak = kopen sekizinci = achtste sevmek = houden van; leuk vinden şey = ding; spul sık sık = vaak şimdi = nu sinema = bioscoop sınıf = klas; klaslokaal siyah = zwart size = naar jullie; naar u sonbahar = herfst sormak = vragen şort = short söylemek = zeggen spor ayakkabı = sportschoenen şu tarafa = deze kant op şubat = februari tabi = tuurlijk tabii = natuurlijk taraf = richting; kant tek = enkel; één tek kişi için = voor één persoon temiz = schoon temizlik yapmak = schoonmaken temmuz = juli tişört = t-shirt turuncu = oranje uçak bileti = vliegticket üçünçü = derde unutmak = vergeten üzgün = verdrietig vermek = geven yalnız = alleen; slechts; eenzaam yapmak = doen; maken yardım etmek = helpen yaz = zomer yazlık = zomers yazlık elbise = zomerkleren; zomerkleding yedinci = zevende yemek pişirmek = koken yemek yapmak = koken; eten maken yeşil = groen yıkamak = wassen yine = opnieuw; weer yirminci = twintigste yoksa = of yol = weg yüzme = het zwemmen yüzmek = zwemmen yüzüncü = honderdste ziyaret etmek = bezoeken; op bezoek gaan
Ingezonden op 07-06-2011 - 1464x bekeken.
Nog niet genoeg stemmen voor waardering: geef je mening!
voting system
1
2
3
4
5
DEEL 3 van de gehele cursus
Les 1 t/m 12 van de cursus NHA Turks voor beginners en les 1 t/m 48 van de cursus NHA Turks voor gevorderden.
Alle woorden uit de woordenlijsten en onbekende woorden uit de teksten en vragen.
Maak gratis account aan
Toon volledig menu
Door deze site te gebruiken, ga je akkoord met het gebruik van cookies voor analytische doeleinden, gepersonaliseerde inhoud en advertenties.
Meer informatie.
Overhoor en verbeter je talenkennis op woordjesleren.nl. De grootste verzameling van Franse, Engelse, Duitse en anderstalige oefeningen. Naast talen zijn ook andere vakken beschikbaar, zoals biologie, geschiedenis en aardrijkskunde!