Vakken
Engels
Frans
Duits
Spaans
Nederlands
Grieks
Portugees
Italiaans
Latijn
Japans
Biologie
Aardrijkskunde
Natuur- en scheikunde
Wiskunde, rekenen
Economie
Geschiedenis
Eigen methodes
Alle vakken
Home
›
Alle vakken
›
Eigen methodes
›
na klar havo 4
› 6 Redemittel 31 t/m 63
Helaas is de overhoormodule niet beschikbaar. Wel kun je deze lijst overhoren via StudyGo. Klik op 'Overhoren'
na klar havo 4
, deel 1
6 Redemittel 31 t/m 63
Jaar 4 (havo)
Link voor email / website
Link naar overhoring, zonder bewerk/reactiemogelijkheid (ELO)
Open met deze code de oefening in miniTeach
Twitter
Facebook
Google+
LinkedIn
Kortom eenzame opsluiting. = Kurz gesagt Einzelhaft. Hoezo. Wat is er dan aan de hand. = Wieso. Wo brennt's denn. Daar schiet me iets te binnen. = Da fällt mir etwas ein. Ik ben ertoe genoodzaakt. = Ich sehe mich dazu gezwungen. En nu is het genoeg. Nu ophouden. = Mir reicht's jetzt. Jetzt ist Schluss. Ik mag niet meer weg toch? = Ich darf nicht mehr weg oder? We halen de tv uit je kamer. = Wir stellen den Fernseher aus deinem Zimmer. Ik had dat niet moeten zeggen. = Ich hätte das nicht sagen sollen. Ik houd mijn mond. Het hangt nu van jou af. = Ich halte den Mund. Es hängt jetzt von dir ab. Wat zei je? Wie komen er morgen? = Was hast du gesagt? Wer kommt morgen? Waar kom jij nou vandaan? = Woher kommst du denn? Daarna heb ik geen enkele peuk meer gerookt. = Danach habe ich keine einzige Kippe mehr geraucht. Hou op anders ga ik. = Hör auf sonst gehe ich. Die leraar is streng. = Dieser Lehrer greift hart durch. Ben je later nog ergens anders geweest? = Bist du später noch anderswo gewesen? Iedereen heeft respect voor de directeur. = Jeder hat Respekt vor dem Direktor. Hoe laat is de les afgelopen? = Wie spät ist die Stunde zu Ende? Ik moest kauwgom van de tafels krabben. = Ich musste Kaugummi von den Tischen kratzen. Ik heb nog een halfuur nodig. = Ich brauche noch eine halbe Stunde. En toen begon het pas goed. = Und da ging es erst richtig los. Daar zit ik niet op te wachten. = Darauf kann ich verzichten. Welke maatregelen gaat men nemen? = Welche Massnahmen wird man treffen? Waar ben je heen gegaan? Naar school? = Wohin bist du gegangen? Zur Schule? Ik heb dat nog nooit anders gedaan. = Ich habe das noch nie anders gemacht. De winkelier heeft het vast gezien. = Der Ladeninhaber hat es bestimmt gesehen. Het einde komt eindelijk in zicht. = Das Ende kommt endlich in Sicht. Ik heb niet gespijbeld. = Ich habe nicht geschwänzt. Wie komen er vanavond allemaal? = Wer alles kommt heute Abend? Waar concludeer je dat uit? = Woraus schliesst du das? Voor haar moet je uitkijken. = Vor ihr muss man aufpassen. Bij wie ben je eruit getrapt? = Bei wem bist du rausgeflogen? Ik ben benieuwd naar je opstel. = Ich bin gespannt auf deinen Aufsatz. Het begon al goed: hij was er niet. = Es fing schon gut an: Er war nicht da.
Ingezonden op 08-06-2011 - 830x bekeken.
Nog niet genoeg stemmen voor waardering: geef je mening!
voting system
1
2
3
4
5
Maak gratis account aan
Toon volledig menu
Door deze site te gebruiken, ga je akkoord met het gebruik van cookies voor analytische doeleinden, gepersonaliseerde inhoud en advertenties.
Meer informatie.
Overhoor en verbeter je talenkennis op woordjesleren.nl. De grootste verzameling van Franse, Engelse, Duitse en anderstalige oefeningen. Naast talen zijn ook andere vakken beschikbaar, zoals biologie, geschiedenis en aardrijkskunde!