Vakken
Engels
Frans
Duits
Spaans
Nederlands
Grieks
Portugees
Italiaans
Latijn
Japans
Biologie
Aardrijkskunde
Natuur- en scheikunde
Wiskunde, rekenen
Economie
Geschiedenis
Eigen methodes
Alle vakken
Home
›
Alle vakken
›
Eigen methodes
›
NHA TURKS beginners + gevorderden les 1 t/m 48
› 4 DEEL 4
Helaas is de overhoormodule niet beschikbaar. Wel kun je deze lijst overhoren via StudyGo. Klik op 'Overhoren'
NHA TURKS beginners + gevorderden les 1 t/m 48
4 DEEL 4
Jaar 1 (volwassenenonderwijs)
Link voor email / website
Link naar overhoring, zonder bewerk/reactiemogelijkheid (ELO)
Open met deze code de oefening in miniTeach
Twitter
Facebook
Google+
LinkedIn
diş dokturu = tandarts doktor çağırın = roep een dokter acil serviş = EHBO İlk yardım = EHBO rahatsızım = ik ben onwel baş = hoofd boğaz = keel mide = maag başım ağrıyor = ik heb hoofdpijn tansiyon = bloeddruk ishal oldum = ik heb diarree kustum = ik moest overgeven Buralarda bir eczane var mı? = Is hier een apotheek in de buurt? hap = pil; tablet ilaç = medicijn; geneesmiddel sonra = later -den sonra = na içmek = drinken; roken dağ = berg telefon = telefoon konuşmak = spreken; praten telefon konuşması = telefoongesprek ahize = hoorn kaldırmak = optillen; oppakken; pakken görüşmek = ontmoeten; spreken merak etme = zich zorgen maken rahatsız = onwel acaba = ik vraag me af; misschien izinli olmak = vrij hebben; vrij zijn Harungiller = Meneer Harung en familie hâlâ = nog; nog steeds telefon numarası = telefoonnummer yeni = nieuw demek = zeggen demek istemek = bedoelen; willen zeggen emin = zeker herhalde = waarschijnlijk rica ederim = geen dank; graag gedaan görüşmek üzere = tot ziens eski = oud Ziya'yla görüşüyorsunuz = U spreekt met Ziya sıkıcı = vervelend sarhoş = dronken eskiden = vroeger banka = bank (geld) hiç = niets; geen yer = grond; plaats; plek fırıncı = bakker; bakkerswinkel fırın = bakkerij uzak = ver memur = ambtenaar soğuk = koud da / de = ook; beide; omdat önce = eerst; geleden İki gün önce = twee dagen geleden çarşı = markt; centrum; winkelcentrum kalabalık = druk küçük = klein daha = nog ilkokul = lagere school; basisschool giriş = ingang bisiklet = fiets aile = gezin; familie benim = mijn; van mij senin = jouw; van jou onun = zijn; haar; van hem; van haar bizim = ons; van ons sizin = jullie; van jullie; uw; van u onların = hun; van hen hayvan = dier birçok = een heleboel inek = koe keçi = geit öküz = os koyun = schaap tavuk = kip at = paard eşek = ezel kuş = vogel orman = bos geyik = hert hep = altijd; steeds; allemaal kardeş = broer; zus ağabey = oudere broer abla = oudere zus başka = andere; anders amca = oom (broer van vader) ayrılmak = vertrekken; weggaan zor = moeilijk gözlük = bril liman = haven sözlük = woordenboek görmek = zien ad = naam ilçe = (kleinere) stad apartman = flat alt kat = begane grond oturma odası = woonkamer yatak = bed yatak odası = slaapkamer bahçe = tuin ön = voor ön bahçe = voortuin diğer = ander; andere ise = daarentegen bodrum = kelder eşya = spullen koymak = neerzetten; neerleggen isim = naam ev isi = huishouden ev isi yapmak = huishouden doen lise = lyceum (laatste 3 jaar van middelbaar) ortaokul = middelschool (eerste 3 jaar van middelbaar) dal = tak kapı = deur manzara = landschap ünlü = beroemd zengin = rijk lale = tulp peynir = kaas leziz = lekker sahil = strand kanal = gracht kraliçe = koningin fazla = veel; overbodig; extra bey = meneer hanım = mevrouw tarihsel = historisch zeytin = olijf yağ = olie buz = ijs dolap = kast Yunan = Griek halk = volk kültür = cultuur tarih = geschiedenis uzun = lang kapalı = dicht kat = verdieping ismin = mijn naam elbise = kleding başşehir = hoofdstad üniversite = universiteit havaalanı = vliegveld birkaç = een paar; enkele görevli = medewerker genellikle = in het algemeen birinci = eerst; eerste bu arada = ondertussen tanıdık = bekende resepsiyon = recepsie; balie boş = leeg; vraag kaç? = hoeveel? kişi = persoon kaç kişilik? = voor hoeveel personen? tek = een enkel tek kişilik = eenpersoons çift = paar; dubbel çift kişilik bir oda = een tweepersoonskamer maalesef = helaas akmak = stromen çarşaf = laken nevresim = dekbedovertrek temiz = schoon hergün = iedere dag değiştirmek = wisselen; veranderen mümkün = mogelijk sadece = alleen; alleen maar kahvaltı = ontbijt kahvaltı yapmak = ontbijten müşteri = klant; cliënt elbette = uiteraard gecelik = per nacht; nachtkleding ücret = loon; kosten dahil = inbegrepen henüz = nog; nog steeds muhtemelen = waarschijnlijk harita = kaart; plattegrond; landkaart unutmak = vergeten anahtar = sleutel sevgili = geliefde; dierbaar komşular = buren binmek = instappen inmek = uitstappen kalmak = blijven; logeren mektup = brief almak = ontvangen oldu = oké; goed erken = vroeg daha sonra = later ya... ya(da) = of ... of iş arkadaşı = collega meslektaş = collega de / da = ook; en daarom götürmek = vervoeren; meelopen anlatmak = vertellen hafta içi = door de weeks kalkmak = opstaan duş = douche duş almak = douchen giymek = aankleden; aantrekken kahve koymak = koffie zetten yavaş = langzaam yavaş yavaş = langzaamaan diş = tand diş fırçalamak = tanden poetsen saç = haar taramak = kammen iş yeri = werkplaats kantin = kantine son = einde
Ingezonden op 12-06-2011 - 1643x bekeken.
Nog niet genoeg stemmen voor waardering: geef je mening!
voting system
1
2
3
4
5
DEEL 4 van de gehele cursus
Les 1 t/m 12 van de cursus NHA Turks voor beginners en les 1 t/m 48 van de cursus NHA Turks voor gevorderden.
Alle woorden uit de woordenlijsten en onbekende woorden uit de teksten en vragen.
Maak gratis account aan
Toon volledig menu
Door deze site te gebruiken, ga je akkoord met het gebruik van cookies voor analytische doeleinden, gepersonaliseerde inhoud en advertenties.
Meer informatie.
Overhoor en verbeter je talenkennis op woordjesleren.nl. De grootste verzameling van Franse, Engelse, Duitse en anderstalige oefeningen. Naast talen zijn ook andere vakken beschikbaar, zoals biologie, geschiedenis en aardrijkskunde!