Vakken
Engels
Frans
Duits
Spaans
Nederlands
Grieks
Portugees
Italiaans
Latijn
Japans
Biologie
Aardrijkskunde
Natuur- en scheikunde
Wiskunde, rekenen
Economie
Geschiedenis
Eigen methodes
Alle vakken
Home
›
Alle vakken
›
Eigen methodes
›
NHA TURKS beginners + gevorderden les 1 t/m 48
› 6 DEEL 6
Helaas is de overhoormodule niet beschikbaar. Wel kun je deze lijst overhoren via StudyGo. Klik op 'Overhoren'
NHA TURKS beginners + gevorderden les 1 t/m 48
6 DEEL 6
Jaar 1 (volwassenenonderwijs)
Link voor email / website
Link naar overhoring, zonder bewerk/reactiemogelijkheid (ELO)
Open met deze code de oefening in miniTeach
Twitter
Facebook
Google+
LinkedIn
dikmek = naaien bulaşık = afwas bulaşık yıkamak = afwassen satıcı = verkoper satmak = verkopen hasta = ziek hasta bakıcı = ziekenverzorger; zuster; broeder bakmak = kijken; zorgen; verzorgen eşya = spullen; goederen unutmak = vergeten yatak = bed yavru = jong dier; jong kind dolu = vol koltuk = bankstel; leunstoel hazırlık = voorbereiding hazırlık yapmak = voorbereiden paket = pakje paketlemek = verpakken; inpakken bavul = koffer valiz = kleine koffer; tas yerleştirmek = instoppen; indoen; plaatsen ehliyet = rijbewijs kimlik (kartı) = identiteitskaard; id-kaart telaş = drukte; opwinding; onrust telaşlı = onrustig yolculuk = reis gerekli = nodig iç = binnen; binnenkant; midden dış = buiten; buitenkant üst (üzer) = boven alt = onder içeri = binnenruimte; binnen dışarı = buitenruimte; buiten orta = midden; middenruimte arka = achter; achterkant ön = voor; voorkant yan = naast karşı = tegenover aşağı = naar beneden; bergaf yukarı = naar boven; bergop yazlık ayakkabı = zomerschoenen yardım = help; hulp yardım etmek = helpen oyuncak = speelgoed toplamak = opruimen serin = koel örtü = deken bitmek = aflopen; opraken; eindigen sağ = rechts sol = links pencere = raam dergi = tijdschrift el = hand insan = mens sigorta = verzekering kişisel = persoonlijk bütün = geheel; compleet; alle; heel oran = gehalte avantaj = voordeel ısmarlamak = bestellen düşünmek = denken; denken aan; overwegen bozuk = kapot kırık = kapot yüklemek = inladen tamam = klaar; compleet; oké tamamlamak = afmaken yola çıkmak = vertrekken kendim = ikzelf kendin = jijzelf kendi(si) = hijzelf; zijzelf kendimiz = wijzelf kendiniz = jullie zelf; uzelf onların kendisi = zijzelf kendileri = zijzelf söylenmek = mopperen canı sıkılmak = zich vervelen canını sıkmak = ergeren hep = steeds; altijd hepimiz = wij allemaal hepiniz = jullie allemaal hepsi = zij allemaal müthiş = ontzettend soru = vraag soru sormak = vragen; een vraag stellen abartmak = overdrijven Erdalcığım = mijn Erdalletje -ki = die van...; die in... benimki = die van mij seninki = die van jou onunki = die van hem; die van haar bizimki = die van ons sizinki = die van jullie; die van u onlarınki = die van hen benzin = benzine benzinci = tankstation içecek = drank normal = normaal acıkmak = honger hebben susamak = dorst hebben ya sen? = en jij? meyveli = met vruchten yoğurt = yoghurt maden suyu = mineraalwater şişe = fles doldurmak = vullen; invullen kola = cola karısı = zijn vrouw anlatmak = vertellen; uitleggen istasyon = station; treinstation çatal = vork bıçak = mes kaşık = lepel tabak = bord şarap = wijn patates kızartması = patat banyo = badkamer az = weinig biraz = een beetje birkaç = een paar birçok = een heleboel; vele çok = veel fazla = veel; te veel her = iedere; ieder herbiri = elke herhangi = welke dan ook çoğu = de meeste başka = andere; ander bazı = sommige kar = sneeuw an = moment; tijdstip şu anda = momenteel kıyı = kust; oever dolaşmak = wandelen yurt = vaderland demek = zeggen; betekenen ki = dat:; zo...dat akmak = stromen; vloeien temiz = schoon şahane = uitstekend; geweldig; prachtig yine de = desondanks; toch zengin = rijk mutlu = gelukkig; blij hava = weer; lucht durum = toestand; situatie hava durumu = weerbericht yağmur = regen yağmur yağmak = regenen kuzey = noord doğu = oost güney = zuid batı = west güneydoğu = zuidoost; zuid-oost Karadeniz = Zwarte Zee Karadeniz Bölgesi = Zwarte Zeegebied Anadolu = Anatolië bölge = regio; gebied İç Anadolu Bölgesi = Midden-Anatolië kurak = droog kurak geçmek = droog blijven sıcaklık = temperatuur derece = graad; graden aşmak = overtreffen yükseklik = hoogte metre = meter kır = platteland haber = nieuws izlemek = kijken; toeschouwen izleyici = kijker piknik = picknick sunucu = presentator sunmak = presenteren sayın = geachte geçmek = voorbijgaan düşük = laag açık = open; onbewolkt; helder bulut = wolk bulutlu = bewolkt parça = stuk; deel sevgili = geliefde; lieve dilemek = wensen; verzoeken piknik yapmak = picknicken dere = beek harika = wonder; fantastisch alabalık = forel serinlemek = afkoelen; koelen bunaltıcı = benauwd sıfır = nul on = tien yirmi = twintig otuz = dertig kırk = veertig elli = vijftig altmış = zestig yetmiş = zeventig seksen = tachtig doksan = negentig yüz = honderd bin = duizend yüz bin = honderdduizend milyon = miljoen milyar = miljard herşey = alles sağa dönmek = rechts afslaan sola dönmek = links afslaan uğramak = bezoeken başlamak = beginnen mutlaka = zeker; absoluut yazmak = schrijven yermek = niet lusten erken = vroeg vakti olmak = tijd hebben komşular = buren bitirmek = beëindigen bitti = afgelopen; klaar fakat = maar ama = maar
Ingezonden op 16-06-2011 - 1164x bekeken.
Nog niet genoeg stemmen voor waardering: geef je mening!
voting system
1
2
3
4
5
DEEL 6 van de gehele cursus
Les 1 t/m 12 van de cursus NHA Turks voor beginners en les 1 t/m 48 van de cursus NHA Turks voor gevorderden.
Alle woorden uit de woordenlijsten en onbekende woorden uit de teksten en vragen.
Maak gratis account aan
Toon volledig menu
Door deze site te gebruiken, ga je akkoord met het gebruik van cookies voor analytische doeleinden, gepersonaliseerde inhoud en advertenties.
Meer informatie.
Overhoor en verbeter je talenkennis op woordjesleren.nl. De grootste verzameling van Franse, Engelse, Duitse en anderstalige oefeningen. Naast talen zijn ook andere vakken beschikbaar, zoals biologie, geschiedenis en aardrijkskunde!