Helaas is de overhoormodule niet beschikbaar. Wel kun je deze lijst overhoren via StudyGo. Klik op 'Overhoren'

Neue Kontakte

0 alle werkwoorden !

Jaar 2 (havo)

*wohnen*
ik woon=ich wohne
jij woont=du wohnst
hij/het/zij woont=er/es/sie wohn
wij wonen = wir wohnen
jullie wonen=ihr wohnt
zij wonen=sie/Sie wohnen
*heißen*
ik heet=ich heiße
jij heet=du heißt
hij/het/zij heet=er/es/sie heißt
wij heten=wir heißen
jullie heten=ihr heißt
zij heten=sie/Sie heißen
*sein*
ik ben=ich bin
jij bent=du bist
hij/het/zij is=er/es/sie ist
wij zijn=wir sind
jullie zijn=ihr seid
zij zijn=sie/Sie sind
*haben*
ik heb=ich habe
jij hebt=du hast
hij/het/zij heeft=er/es/sie hat
wij hebben=wir haben
jullie hebben=ihr habt
zij hebben=sie/Sie haben
*arbeiten*
ik werk=ich arbeite
jij werkt=du arbeitest
hij/het/zij werkt=er/es/Sie arbeitet
wij werken=wir arbeiten
jullie werken=ihr arbeitet
zij werken=sie/Sie arbeiten
*finden*
ik vind=ich finde
jij vindt=du findest
hij/het/zij vindt=er/es/sie findet
wij vinden=wir finden
jullie vinden=ihr findet
zij vinden=sie/Sie finden
*wissen*
ik weet=ich weiß
jij weet=du weißt
hij/het/zij weet=er/es/sie weiß
wij weten=wir wissen
jullie weten=ihr wisst
zij weten=sie/Sie wissen
*fahren*
ik rij/vaar=ich fahre
jij rijdt/vaart=du fährst
hij/het/zij rijdt/vaart=er/es/sie fährt
wij rijden/varen=wir fahren
jullie rijden/varen=ihr fahrt
zij rijden/varen=sie/Sie fahren
*lesen*
ik lees=ich lese
jij leest=du liest
hij/het/zij leest=er/es/sie liest
wij lezen=wir lesen
jullie lezen=ihr lest
zij lezen=sie/Sie lesen
*sehen*
ik zie=ich sehe
jij ziet=du siehst
hij/het/zij ziet=er/es/sie sieht
wij zien=wir sehen
jullie zien=ihr seht
zij zien=sie/Sie sehen
*können*
ik kan=ich kann
jij kan=du kannst
hij/het/zij kan=er/es/sie kannt
wij kunnen=wir können
jullie kunnen=ihr könnt
zij kunnen=sie/Sie können
*werden*
ik zal=ich werde
jij zal=du wirst
hij/het/zij zal=er/es/sie wird
wij zullen=wir werden
jullie zullen=ihr werdet
zij zullen=sie/Sie werden
*mogen*
ik hou van=ich mag
jij houdt van=du magst
hij/het/zij houdt van=er/es/sie mag
wij houden van=wir mögen
jullie houden van=ihr mögt
zij houden van=sie/Sie mögen
*nehmen*
ik neem=ich nehme
jij neemt=du nimmst
hij/het/zij neemt=er/es/sie nimmt
wij nemen=wir nehmen
jullie nemen=ihr nehmt
zij nemen=sie/Sie nehmen
*essen*
ik eet=ich esse
jij eet=du isst
hij/het/zij eet=er/es/sie isst
wij eten=wir essen
jullie eten=ihr esst
zij eten=sie/Sie essen

Ingezonden op 20-06-2011 - 3806x bekeken.
Waardering 8.2 (aantal stemmen: 10)

voting system
1
2
3
4
5

ß=ondertussen dat je 'Alt Gr' ( naast de spatiebalk ) indrukt, de letter s indrukken.
ö=ondertussen dat je " ( naast enter ) indrukt, de letter o indrukken.

Deze overhoring is meer dan zeven jaar geleden ingestuurd. Dit was de begintijd van woordjesleren.nl!!
Waarschijnlijk werk je met een recentere uitgave en wijkt jouw boek af van de inzending hierboven.

Vakken

Neue Kontakte

0 alle werkwoorden !