Helaas is de overhoormodule niet beschikbaar. Wel kun je deze lijst overhoren via StudyGo. Klik op 'Overhoren'

Spreekvaardigheid 2 Metz

2 Внешность (Uiterlijk)

Jaar 2 (hbo)

голова = hoofd
нос = neus
ухо = oor {уши}
шея = nek
борода = baard
губа = lip
рот = mond
усы = snor
глаз = oog
бровь = wenkbrauw {брови}
лоб = voorhoofd
волосы = haren
щека = wang {щёки}
зуб = tand
скула = jukbeen
молодой = jong
высокий = groot
рост = grootte
средный = middel; midden
маленький = klein
толстый = zwaar; dik
худой = mager
польный = vol
стройный = goed gebouwd
сутулый = krom
длинный = lang
больной = ziek
выглядеть = (я=выгляжу)(он=выглядит)(они=выглядят)
усталый = moe
отдохнувший = uitgerust
синяки под глазами = wallen onder de ogen; donker onder de ogen
румянец во всю щёку = rode wangen
круглый = rond
скуластый = met hoge jukbeenderen
курносый = wipneus
прямой = recht
большой = groot
тонкий = dun
редкий = dun {van haar} 
широкий = breed
без шеи = zonder nek
волнистый = golvend
кудрявый = krullend
короткий = kort
густой = harig; zwaar
одеваться одеться = zich kleden; zich aankleden; kleden
симпатичный = aantrekkelijk; sympathiek
вытянутый = lang {gezicht}
низкий = laag
голубой = blauw
синий = donkerblauw
серый = grijs
карий = bruin
чёрный = zwart
зелёный = groen
тёмный = donker
светлый = licht
весёлый = gelukkig
грустный = droevige
печальный = verdrietig
яркий = fel
бледный = bleek
рыжий = ros; rood
лысый = kaal
седой = grijs
платье = jurk
юбка = rok
кофта = vestje
блузка = bloes
костюм = kostuum
пиджак = vest
брюки = broek
джинсы = jeans
шорты = short
куртка = jas
плащ = regenjas
пальто = mantel
рубашка = hemd
майка = wifebeater; marcelleke
футболька = t-shirt
галстук = das
туфли = schoenen
ботинки = botinnen
сандалии = sandalen
сапоги = botten
кроссовки = sportschoenen
туфли на высоком каблуке = schoenen met een hoge hak
туфли на низком каблуке = schoenen met een lage hak
шапка = hoed
бусы = parelketting
браслет = armband
серьги = oorbellen
ожерелье = ketting
очки = bril
часы = uurwerk; horloge
модный = modieus
немодный = onmodieus
элегантый = elegant
безвкусный = smakeloos
простой = simpel; gewoon
нарядный = knap {kledij, gekleed} 
сегодня он в костюме = vandaag is hij in kostuum
обычно он носит джинсы = gewoonlijk draagt hij jeans; gewoonlijk draagt hij een jeans
обычно он ходит в джинсах = gewoonlijk gaat hij in jeans
одеться со вкусом = gekleed met smaak
одеться безвкусно = smakeloos gekleed
изменяться измениться = veranderen
узнавать узнать = kennen; herkennen
описывать описать = omschrijven {кого что}
полнеть пополнеть = verdikken; bijkomen {gewicht}
худеть похудеть = vermageren; afvallen
бледнеть побледнеть = verbleken
стареть постареть = verouderen; ouder worden
кровь с молоком = zo gezond als een vis
отставать от жизни; отстать от жизни = achterop lopen; niet mee zijn
быть в моде = in de mode
не совсем согласен = niet helemaal akkoord {mannelijk; с кем}
согласен; согласна; сосласны = akkoord {с кем}
совершенно согласен = volledig akkoord {mannelijk; с кем}
журналы мод = modebladen; mode bladen
старомодно = ouderwets; verouderd
какие у неё глаза = wat voor ogen heeft ze
серебряный = zilver
ужасный = vreselijk
отличный = uitstekend
он постарел = hij is verouderd
она похудела = zij is vermagerd
это ей к лицу = het staat haar beeldig; het staat haar prachtig
быть к лицу = beeldig staan; prachtig staan {dat.}

Ingezonden op 21-06-2011 - 951x bekeken.
Laatst bijgewerkt: 25-06-2011.
Nog niet genoeg stemmen voor waardering: geef je mening!

voting system
1
2
3
4
5

Vakken

Spreekvaardigheid 2 Metz

2 Внешность (Uiterlijk)