Vakken
Engels
Frans
Duits
Spaans
Nederlands
Grieks
Portugees
Italiaans
Latijn
Japans
Biologie
Aardrijkskunde
Natuur- en scheikunde
Wiskunde, rekenen
Economie
Geschiedenis
Eigen methodes
Alle vakken
Home
›
Alle vakken
›
Eigen methodes
›
Spreekvaardigheid 2 Metz
› 3 О самом себе (Over mezelf)
Helaas is de overhoormodule niet beschikbaar. Wel kun je deze lijst overhoren via StudyGo. Klik op 'Overhoren'
Spreekvaardigheid 2 Metz
3 О самом себе (Over mezelf)
Jaar 2 (hbo)
Link voor email / website
Link naar overhoring, zonder bewerk/reactiemogelijkheid (ELO)
Open met deze code de oefening in miniTeach
Twitter
Facebook
Google+
LinkedIn
голова = hoofd волосы = haren глаз = oog ухо = oor {уши, g.mv. ушей} нос = neus рот = mond живот = buik рука = hard; arm плечо = schouder спина = rug нога = been; voet зуб = tand внутренности = organen; ingewanden тело = lichaam орган = orgaan организм = organisme личность = individu; persoon ладонь = palm {vrouwelijk} палец = vinger кисть = hand {vrouwelijk} локоть = elleboog {mannelijk} грудь = borst {vrouwelijk} бёдро = dij; bovenbeen колено = knie пятка = hiel ступня = zool стопа = voet горло = keel лёгкое = long сердце = hart желудок = maag печень = lever аппендикс = appendix позвоночник = ruggegraat почка = nier сосуд = bloedvat сустав = gewricht кость = bot {vrouwelijk} мозг = brein член = ledemaat беспокоить = last hebben {кого} жаловаться пожаловаться = klagen over {на 4} боль = pijn боли в спине = rugklachten боль в спине = rugpijn моча = urine биться = kloppen сердце бьётся ровно = het hart klopt rustig ровно; ровной = rustig; precies; exact испытывать = ondervinden; beleven; ervaren давление = bloeddruk; hoge bloeddruk нервничать = zich zenuwachtig maken {из-за 2; перед 5; over; voor} волноваться = zich ongerust maken; zich druk maken инфаркт = infarct самочувствие = gezondheid усталость = vermoeidheid воспаление = ontsteking {лёгких; longonsteking} заставлять заставить = dwingen недомогание = kwaal самолечение = zelfgenezing; kwakzalverij вредить навредить = schaden; kwaad doen; schade berokkenen {3; aan} укол = spuit колоть = spuiten; prikken медсестра = verpleegster пластырь = plakker; pleister {mannelijk} наложить = aanbrengen {пластырь; pleister} на что вы жалуетесь = wat zijn de klachten что у вас болит = waar heeft u pijn; waar hebben jullie pijn у меня болит рука = ik heb mijn aan mijn arm у меня болят уши = ik heb pijn aan mijn oren ай, мне больно = ik heb pijn я болен = ik ben ziek {man} я больна = ik ben ziek {vrouw} я заболела = ik ben ziek geworden {vrouw} я плохо себя чувствую = ik voel me slecht вы болеете = ben je ziek чем вы болеете; чем вы больны = wat heb je я болею гриппом; я больна гриппом; у меня грипп = ik heb griep у меня температура = ik heb koorts я простудилась = ik ben verkouden {vrouw} иди к врачу; идите к врачу = ga naar de dokter иди в аптеку; идите в аптеку = ga naar de apotheek; ga naar de apotheker принимай это лекарство; принимайте это лекарство = neem deze medicijnen; neem deze medicatie выздоравливай; выздоравливайте; не болей; не болейте = veel beterschap; beterschap порезать = snijden я порезала себе палец = ik heb me in mijn vinger gesneden {vrouw} кровоточить = bloeden рана кровоточит = de wond is aan het bloeden градусник = thermometer поставить градусник = temperatuur opnemen {кому; bij} измерить температуру = temperatuur meten вам надо оставаться в постели = u moet in bed blijven ломать сломать = breken у меня кружится голова = ik voel me duizelig; ik voel me draaierig меня тошнит = ik voel me misselijk меня стошнило = ik heb moeten overgeven вы беременны = u bent zwanger у него рак = hij heeft kanker он умер от рака = hij is gestorven aan kanker меня укусило насекомое = ik ben gebeten door een insect; ik ben gestoken door een insect меня укусила оса = ik ben gestoken door een wesp меня укусила собока = ik ben gebeten door een hond я обжеглась = ik heb me verbrand {vrouw} он обожглась = hij heeft zich verbrand {man} у меня язва желудка = ik heb een maagzweer мы вам сделаем операцию = we moeten u opereren прописывать прописать = voorschrijven болеутоляющий = pijnstillend вы можете мне прописать болеутоляющее = kunt u mij een pijnstiller voorschrijven попробуйте эту мазь; попробуй эту мазь = gebruik deze zalf заразно = besmettelijk падать упасть = vallen {с 2; van}
Ingezonden op 22-06-2011 - 880x bekeken.
Laatst bijgewerkt:
23-06-2011
.
Nog niet genoeg stemmen voor waardering: geef je mening!
voting system
1
2
3
4
5
Maak gratis account aan
Toon volledig menu
Door deze site te gebruiken, ga je akkoord met het gebruik van cookies voor analytische doeleinden, gepersonaliseerde inhoud en advertenties.
Meer informatie.
Overhoor en verbeter je talenkennis op woordjesleren.nl. De grootste verzameling van Franse, Engelse, Duitse en anderstalige oefeningen. Naast talen zijn ook andere vakken beschikbaar, zoals biologie, geschiedenis en aardrijkskunde!