Vakken
Engels
Frans
Duits
Spaans
Nederlands
Grieks
Portugees
Italiaans
Latijn
Japans
Biologie
Aardrijkskunde
Natuur- en scheikunde
Wiskunde, rekenen
Economie
Geschiedenis
Eigen methodes
Alle vakken
Home
›
Alle vakken
›
Eigen methodes
›
Noorderpoort Medische Terminologie
› 2 schakel 91 - 244
Helaas is de overhoormodule niet beschikbaar. Wel kun je deze lijst overhoren via StudyGo. Klik op 'Overhoren'
Noorderpoort Medische Terminologie
, deel 1
2 schakel 91 - 244
Jaar 4 (mbo)
Link voor email / website
Link naar overhoring, zonder bewerk/reactiemogelijkheid (ELO)
Open met deze code de oefening in miniTeach
Twitter
Facebook
Google+
LinkedIn
acro = lichaamsuiteinden (handen, voeten, neus, oren of kin) acrocyanose = abnormale blauwe verkleuring van de lichaamsuiteinden door zuurstofgebrek acrodermatitis = huidontsteking van de lichaamsuiteinden acromegalie = de lichaamsuiteinden zijn te groot acroparalyse = verlamming van de lichaamsuiteinden acutus = scherp; fel; gevaarlijk acuut = plotseling beginnend en snel verlopend adenectomie = chirurgisch verwijderen van een klier adenitis = klierontsteking adeno/ = m.b.t. klieren adenolipoom; adenolipoma = gezwel van klier- en vetweefsel adenopathie = klierziekte /algie = een toestand van pijn anatomie = ontleedkunde; opensnijding aorta; aorto/ = grote lichaamsslagader atrium = boezem; voorkamer van het hart bicuspidalis = tweeslippig cardi = hart cardia; kardia = hart; mond van de maag cardiaal = betreffende het hart cardialgie = pijn in de hartstreek cardio/ = m.b.t. het hart cardiologie = hartwetenschap cardioloog = hartspecialist cardiomegalie = hartvergroting carditis = hartontsteking chronisch = langzaam, slepend verloop chronos = tijd colon sigmoideum; colon sigmoïd; sigmoïdo/ = s-vormige darm; het laatste deel van de dikke darm coupes = zeer dunne plakjes cox; coxa = heup coxalgie = pijn in de heupstreek cuspis = slip; punt cyano = blauw cyanodermie; cyanoderma = blauwheid van de huid cyanose = abnormale blauwe verkleuring van huid en slijmvliezen /cyt = cel cyto/ = betreffende de cellen cytologie = celwetenschap derma = huid dermatitis = huidontsteking dermato = betreffende de huid dermatologie = huidwetenschap dermatoloog = huidarts dermatoom = instrument dat huidplakjes snijdt voor huidtransplantatie dermatose = huidaandoening /dermie = toestand van de huid differentiatie = proces, waarbij cellen steeds meer gaan verschillen in vorm en functie duodenitis = twaalfvingerigedarmontsteking duodenaal = betreffende de twaalfvingerige darm duodenale sondage; duodenumsondage = onderzoek waarbij een slangetje via mond of neus door de slokdarm tot in de twaalfvingerige darm wordt gebracht duodenum; duodeno/ = de twaalfvingerige darm ec/ = uit /ectomie; excisie; extirpatie; resectie = operatieve verwijdering elektrocardiograaf = het instrument dat de elektrische activiteit van het hart registreert elektrocardiografie = onderzoek van de elektrische activiteit van het hart elektrocardiogram = grafische registraties van de elektrische activiteit van het hart em/ = voor bloed /emesis = braken /emie = toestand van het bloed encefalitis = hersenontsteking encefalomalcie = hersenverweking encefalomeningitis = hersenvliesontsteking encefalomeningopathie = hersenvliesziekte erytro = rood erytrocyt = rood bloedlichaampje; rode bloedcel erytrocytopenie = gebrek aan rode bloedlichaampjes erytrodermie = roodverkleuring van de huid zonder ontsteking expectatief = afwachtend extremiteiten = ledematen gastr = maag gastrectomie = operatieve verwijdering van de maag gastritis = maagontsteking gastro/ = betreffende de maag gastrostomie = een kunstmatige uitmonding van de maag in de twaalfvingerige darm gastrotomie = insnijding van de maag; chirurgische opening van de maag grafie; graphein = opschrijven; registreren; afbeelden gramma = inscriptie; registratie hyper/ = vermeerderd; boven normaal; overmatig; te hoog hyperemesis = overmatig braken hyperemesis gravidarum = zwangerschapsbraken hyperemie = overmatig bloedgehalte van een orgaan of lichaamsdeel hypertrofie = het te dik zijn (van bijv. een spier); volumevermeerdering hypertrofiëren = het dik worden van ………… hypertrofisch = m.b.t. hypertrofie hypo = verminderd; niet geheel; onvolkomen; te laag; onder hypogastrische pijn = pijn in het gebied onder de maag hypogastrium = gebied onder de maag; onderbuik hypothalamus = het regelcentrum dat zorgt voor het handhaven van het interne milieu hypotrofie = onvoldoende groei, ondervoeding hypotrofisch = onvoldoende gebruik maken van de spieren incideren = insnijden incisie = insnijding; chirurgische opening leukemie = witheid van het bloed; bloedkanker leuko/ = wit leukocyt = wit bloedlichaampje; witte bloedcel leukocytopenie = gebrek aan witte bloedlichaampjes leukocytose = tijdelijke verhoging van het aantal witte bloedcellen tijdens infecties leukodermie = witheid van de huid door ontbreken van de natuurlijke huidkleurstof lipo/ = vet lipoom; lipoma = tumor van vetcellen /logie = leer; kennis; wetenschap; kunde logos = theorie luna = maan mania = razernij; waanzin /manie = onbeheersbare neiging /megalie = te groot zijn; vergroting megalo = te groot megalocardie = hartvergroting megalomanie = grootheidswaanzin microtoom = een instrument dat zeer dunne plakjes snijdt /ose; /osis = geeft een (meestal abnormale) toestand aan paralyse = verlamming path/ = ziekte; aandoening /penie = toestand van gebrek penia = armoede; gebrek pigment = natuurlijke huidkleurstof polis = stad pylorotomie = insnijding of chirurgische opening van de maagportier pylorus; pyloro/ = uitgang van de maag; poortwachter naar twaalfvingerige darm pylorushypertrofie = de verdikking van de pylorusspier pyloruspasme = kramptoestand van het maagportier vaak bij een pasgeborene semi = half semilunares = halvemaanvormig sonde = peiler om kanalen, holten en wonden aan de binnenkant te onderzoeken sonderen = met een sonde naar binnen gaan /stomie = het maken van een nieuwe kunstmatige opening /tensie = bloeddruk thalamus = deel van de tussenhersenen met vele belangrijke centra en kernen tom/; /toom = snijden /tomie = insnijding tractus digestivus = spijsverteringskanaal tricuspidalis = drieslippig /trof = voeden /trofie = voedingstoestand; dikte tumor = gezwel valvula = klep in bijv. het hart valvulae = kleppen ventriculus = hartkamer; maag; holte
Ingezonden op 07-09-2011 - 4990x bekeken.
Laatst bijgewerkt:
08-04-2012
.
Waardering 10 (aantal stemmen: 4)
voting system
1
2
3
4
5
Maak gratis account aan
Toon volledig menu
Door deze site te gebruiken, ga je akkoord met het gebruik van cookies voor analytische doeleinden, gepersonaliseerde inhoud en advertenties.
Meer informatie.
Overhoor en verbeter je talenkennis op woordjesleren.nl. De grootste verzameling van Franse, Engelse, Duitse en anderstalige oefeningen. Naast talen zijn ook andere vakken beschikbaar, zoals biologie, geschiedenis en aardrijkskunde!