Vakken
Engels
Frans
Duits
Spaans
Nederlands
Grieks
Portugees
Italiaans
Latijn
Japans
Biologie
Aardrijkskunde
Natuur- en scheikunde
Wiskunde, rekenen
Economie
Geschiedenis
Eigen methodes
Alle vakken
Home
›
Alle vakken
›
Eigen methodes
›
Chinees in tien verdiepingen
› 0 h1, 2, 3
Helaas is de overhoormodule niet beschikbaar. Wel kun je deze lijst overhoren via StudyGo. Klik op 'Overhoren'
Chinees in tien verdiepingen
, deel 1
0 h1, 2, 3
Jaar 3 (Gymnasium)
Link voor email / website
Link naar overhoring, zonder bewerk/reactiemogelijkheid (ELO)
Open met deze code de oefening in miniTeach
Twitter
Facebook
Google+
LinkedIn
lâo = oud ta- = hij, zij shì = zijn shéi = wie jiào = roepen, noemen, heten shi-fu = baas, meester, meneer, mevrouw nín = u hâo = goed nî = jij zhè/zhèi = deze, dit zàijiàn = tot ziens wéi/wèi = hallo, he ma = markeert vraag bù = niet, geen wô = ik nà = nou, dan ne = antwoord teruggeven [en] xìng = heten [familienaam] duìbuqî = sorry, neem me niet kwalijk méigua-nxi = het is om het even, maakt niet uit Zho-nguo- = China rén = mens, persoon Mêiguo- = Amerika Hélán = Nederland Hénán = Henan zênmeyàng = hoe? hoe is het? cuò = slecht Bêiji-ng = Peking xiâo = klein, jong zánmen = wij [incl.] chi- = eten shénme = wat, wat voor Wúsuôwèi = Het maakt niets uit jiâozi = dumplings de = van hên = erg, nogal hâochi- = lekker nîmen = jullie wômen = wij [incl. of excl.] sa-n = drie fèn/fènr = portie `ng = ja, inderdaad tài = te duo- = veel qiâokèlì = chocola shu- = boek hâokàn = mooi kàn = kijken, lezen kàn shu- = boek lezen xîhua-n = houden van a, ya = ok diànshì = tv zhi-dào = weten kêshì = maar lái = komen hé = met, en ge-n = met, en zhe-n = echt, waar piàoliang = knap juéde = vinden fàng pì = onzin, een scheet laten Nín guì xìng = Wat is uw familienaam? nèi, nà, nè = die, dat ge/gè = stuk [klassewoord] duì = juist dà = groot, oud duo--/duó- = kan hoe betekenen suì = jaar háizi = kind ge-ge-/ge- = broer yê = ook jiêjie/jiê = zus wánr = spelen a-yí = tante kê'ài = schattig, lief yôu = hebben, er zijn, voorhanden zijn méi yôu / méi = er niet zijn, niet hebben, niet voorhanden zijn shôuji- = mobiel huòzhê = of, hetzij ma-ma/ma- = mama, moeder dàge- = broer [apv] xi-gua- = watermeloen tián = zoet yào = willen háishi = of shâo = weinig duo-shâo = hoeveel qián = geld nêi/nâ = welke kuài/kuàir = brok,stuk [klassewoord] fàn = gekookte rijst, voedsel chi- fàn = het eten hái = nog liâng = twee [klassewoord] dòufu = tahoe zhông = soort yígòng = in totaal xiè = bedanken
Ingezonden op 12-09-2011 - 934x bekeken.
Nog niet genoeg stemmen voor waardering: geef je mening!
voting system
1
2
3
4
5
Maak gratis account aan
Toon volledig menu
Door deze site te gebruiken, ga je akkoord met het gebruik van cookies voor analytische doeleinden, gepersonaliseerde inhoud en advertenties.
Meer informatie.
Overhoor en verbeter je talenkennis op woordjesleren.nl. De grootste verzameling van Franse, Engelse, Duitse en anderstalige oefeningen. Naast talen zijn ook andere vakken beschikbaar, zoals biologie, geschiedenis en aardrijkskunde!