Vakken
Engels
Frans
Duits
Spaans
Nederlands
Grieks
Portugees
Italiaans
Latijn
Japans
Biologie
Aardrijkskunde
Natuur- en scheikunde
Wiskunde, rekenen
Economie
Geschiedenis
Eigen methodes
Alle vakken
Home
›
Alle vakken
›
Eigen methodes
›
eigen methode
› 9 hoofdstuk 9
Helaas is de overhoormodule niet beschikbaar. Wel kun je deze lijst overhoren via StudyGo. Klik op 'Overhoren'
eigen methode
, deel 1
9 hoofdstuk 9
Jaar 2 (volwassenenonderwijs)
Link voor email / website
Link naar overhoring, zonder bewerk/reactiemogelijkheid (ELO)
Open met deze code de oefening in miniTeach
Twitter
Facebook
Google+
LinkedIn
!Cuánto lo siento! = Wat spijt me dat! !Cuánto me alegro! = Wat ben ik daar blij om! !Dios mío! = Mijn God! !Increíble! = Ongelooflijk! !no puede ser! = Dat kan niet waar zijn! !Qué pena! = Zonde!, Wat jammer! !Qué suerte! = Wat een geluk! ...de principios de ... = ...uit het begin... ?A quién? = Aan wie? ?De verdad? = Werkelijk?, Echt? ?En serio? = Serieus? ?Qué me dices? = Wat zeg je me nu? 0,5 por mil = 0,5 promille a cambio de = (in ruil) voor, tegen acordarse de = zich herinneren adaptado/a = aangepast agradable = aangenaam, aardig alegre = vrolijk alto/a = hoog alto/a = lang ambicioso/a = ambitieus ampliar = uitbreiden animarse = zin krijgen, hebben antipático/a = onsympathiek asesinado/a = vermoord bajo/a = klein bajo/a = laag bastante = tamelijk bastantes = ettelijke, heel wat cada vez menos ninós = steeds minder kinderen calvo = kaal casarse = trouwen combinar = combineren combine = combineer compartir el tiempo libre = samen de vrije tijd doorbrengen común = gemeenschappelijk con frecuencia = regelmatig convivir = samenwonen de buen humor = in een goede stemming, met een goed humeur de forma barata = goedkoop defícil = moeilijk, zwaar delgado/a = slank desde hace = sinds dinámico/a = dynamisch divorsiarce = scheiden el abuelo = opa el apellido = achternaam el asesino = moordenaar el aspecto = aspect el aspecto físico = uiterlijk el bigote = snor el candidato = kandidaat, sollicitant el carácter = karakter el centro = centrum, midden el chico del jersey rojo = de jongen met de rode trui el colega = collega (m) el contenido = inhoud el curro = werk (fam) el dato = gegeven el deportista = sporter (m) el divorcio = scheiding el domicilio = woonplaats el ecuatoriano = Ecuadoraan el enemigo = vijand (m) el equipo = team, ploeg el esposo = echtgenoot el estado civil = burgerlijke staat el excursionista = deelnemer aan een excursie (m) el experto = deskundige, vakman el general = generaal el grupo de música = muziekgroep, band el gusto = voorkeur el hemano = broer el hermano mayor = oudere broer el hispanohablante = Spaanssprekend persoon, Spaanstalige (m) el informe = verslag el jefe de personal = personeelschef el lado = zijde el madrileño = Madrileen el marido = echtgenoot el matrimonio = huwelijk el mensaje = bericht, sms,je el miembro = lid el mismo = dezelfde (m) el motivo = reden el nieto = kleinzoon, kleinkind el ojo = oog el padre = vader el pelo = haar el periodista = journalist (m) el peruano = Peruaan el plan = plan, voornemen el posesivo = bezittelijk voornaamwoord el primo = neef (kind van oom, tante) el profesor de medicina = docent geneeskunde el punto de encuentro = ontmoetingsplek, trefpunt el rubio de la esquina = de blonde op de hoek el seguro = verzekering el servicio = dienst, service el siglo = eeuw el sobrino = neef (kind van broer, zus) el temperamento = temperament el tiempo libre = vrije tijd el tío = oom el título = kop, titel el vecino = buurman el verano = zomer el yoga = yoga elegir = uitkiezen elija = kies uit en comparación con = in vergelijking met en toda España = in heel Spanje enamorado/a (de) = verliefd (op) enfermo/a = ziek entablar amistad = vriendschap sluiten entenderse = met elkaar opschieten, elkaar begrijpen entrar en contacto = contact opnemen escriba = schrijf está sentado a mi lado = hij, zij zit naast me estar sin trabajo = werkloos zijn europeo/a = Europees explicar = uitleggen familiar = gezins- formar = vormen formular = formuleren formule = formuleer frustrado/a = gefrustreerd fuera (de) = buiten (..om) general = algemeen generoso/a = vrijgevig generoso/a con = vrijgevig jegens gordito/a = gezet, mollig gordo/a = dik guapo/a = knap hacer footing = joggen hacer surf = surfen identificar = identificeren igual = gelijk, hetzelfde imaginar = voorstellen, indenken imaginarse = zich voorstellen inteligente = intelligent inventar = uitvinden, verzinnen irse = weggaan joven = jong jubilado/a = gepensioneerd juntos/as = samen la abuela = oma la alegría = vreugde la amistad = vriendschap la asesina = moordenares la aventura = avontuur la biografía = biografie la canción de moda = hit la candidata = kandidate, sollicitante la colega = collega (vr) la compañía = gezelschap la cursiva = schuinschrift la del pelo largo = zij met dat lange haar la deportista = sporster (vr) la descripción = beschrijven la ecuatoriana = Ecuadoraanse la enemiga = vijandin (vr) la entrevista de trabajo = sollicitatiegesprek la esposa = echtgenote la excursionista = deelneemster aan een excursie (vr) la experta = deskundige, vakvrouw la facultad = faculteit, universiteit la fecha de nacimiento = geboortedatum la ficha = kaart(je), formulier la fobia a = fobie voor la hermana = zus la hermana menor = jongere zus la hispanohablante = Spaanssprekend persoon, Spaanstalige (vr) la impresión = indruk la ley = wet la madre soltera = alleenstaande moeder la madrileña = madrileense la misma = dezelfde (vr) la mochila = rugzak la mujer = vrouw, echtgenote la nacionalidad = nationaliteit la naturalidad = eenvoud, ongekunsteldheid la Navidad = Kerstmis la nieta = kleindochter la novela policíaca = thriller, detective la observación = opmerking la oposición = oppositie la página web = website, homepage la pareja = paar, stel la pena = verdriet la periodista = journaliste (vr) la peruana = peruaanse la plaza = (zit-) plaats la prima = nicht (kind van oom, tante) la profesora de medicina = docente geneeskunde la seriedad = oprechtheid la sobrina = nicht (kind van broer, zus) la sociedad = samenleving la tasa de natalidad = geboortecijfer la tía = tante la traducción = vertaling la vecina = buurvrouw la vida nocturna = nachtleven la vivienda = woning las clases de español = Spaanse les las relaciones personales = persoonlijke betrekkingen llevar barba = een baard hebben lo único = het enige los abuelos = grootouders los datos = gegevens los datos personales = persoonsgegevens los gastos de gasolina = benzinekosten los hermanos = broers en zussen los medio hermanos = halfbroers en zussen los padres = ouders los/ las jóvenes = jongeren mandar = sturen, zenden me gustaría... = ik zou graag ... moreno/a = donker (haar) mostrar = tonen nacer = geboren worden nervioso/a = nerveus ni = noch, en ook niet nuestro/a = ons, onze parecer = lijken, overkomen personal = persoonlijk ponerse en contacto con los padres = contact opnemen met ouders positivo/a = positief practicar = (uit-) oefenen preferido/a = lievelings... pronto = spoedig, snel reaccionar = reageren relajado/a = ontspannen rubio/a = blond separado/a = gescheiden ser de la familia = bij de familie horen serio/a = serieus sin embargo = echter sociable = gezellig soltero/a = vrijgezel, alleenstaand sorprender = verrassen tener el pelo castaño = bruin haar hebben tener los ojos azules = blauwe ogen hebben tímido/a = verlegen tocar el piano = pianospelen todavía no = nog niet único/a = enig usar = gebruiken vuestro/a = jullie
Ingezonden op 13-09-2011 - 1400x bekeken.
Laatst bijgewerkt:
14-09-2011
.
Nog niet genoeg stemmen voor waardering: geef je mening!
voting system
1
2
3
4
5
Maak gratis account aan
Toon volledig menu
Door deze site te gebruiken, ga je akkoord met het gebruik van cookies voor analytische doeleinden, gepersonaliseerde inhoud en advertenties.
Meer informatie.
Overhoor en verbeter je talenkennis op woordjesleren.nl. De grootste verzameling van Franse, Engelse, Duitse en anderstalige oefeningen. Naast talen zijn ook andere vakken beschikbaar, zoals biologie, geschiedenis en aardrijkskunde!