Vakken
Engels
Frans
Duits
Spaans
Nederlands
Grieks
Portugees
Italiaans
Latijn
Japans
Biologie
Aardrijkskunde
Natuur- en scheikunde
Wiskunde, rekenen
Economie
Geschiedenis
Eigen methodes
Alle vakken
Home
›
Alle vakken
›
Eigen methodes
›
d'accord structuurwoorden
› 1
Helaas is de overhoormodule niet beschikbaar. Wel kun je deze lijst overhoren via StudyGo. Klik op 'Overhoren'
d'accord structuurwoorden
, deel 1
hoofdstuk 1
Jaar 5 (havo)
Link voor email / website
Link naar overhoring, zonder bewerk/reactiemogelijkheid (ELO)
Open met deze code de oefening in miniTeach
Twitter
Facebook
Google+
LinkedIn
à cause de = wegens à condition de = op voorwaarde dat à moins de = tenzij à partir de = vanaf afin que/de = om te ainsi (que) = evenals alors que = terwijl alors = dus après (que) = na(dat) au contraire = daarentegen au début = in het begin au lieu de = in plaats van autant que = evenveel als avant (de) = voor avant que = voordat bien que = hoewel bien sûr = natuurlijk bref = kortom c'est vrai que = weliswaar car = want cependant = toch certes = zeker c'est pourquoi = daarom c'est que = dat komt omdat comme = als Comme = aangezien contrairement à = in tegenstelling tot d'abord = eerst d'ailleurs = trouwens d'autant plus que = temeer omdat d'autre part = anderzijds de plus = bovendien depuis (que) = sinds de sorte que = zodat dès que = zodra désormais = voortaan donc = dus du coup = dus d'une part = enerzijds également = ook en effet = want en même temps = tegelijkertijd en outre = bovendien en plus = bovendien en revanche = daarentegen enfin = ten slotte ensuite = vervolgens étant donné (que) = aangezien faute de = bij gebrek aan finalement = ten slotte grâce à = dankzij il y a = geleden jusqu'à (ce que) = tot(dat) lors de = tijdens lorsque = toen mais = maar malgré = ondanks or = welnu par ailleurs = overigens par conséquent = daarom par contre = daarentegen par example = bijvoorbeeld par la suite = in het vervolg parce que = omdat pendant = tijdens pendant que = terwijl pour (que) = om te pourtant = echter pourvu que = mits premièrement = op de eerste plaats puis = dan puisque = aangezien quand = toen quand même = echter quoique = hoewel sans que = zonder dat sauf si = behalve als si = als si ... que = zo ... dat soit (que) ... soit (que) = hetzij ... hetzij tandis que = terwijl tel que = zo dat tellement ... que = zo ... dat tout de même = echter voire = (en) zelfs
Ingezonden op 20-09-2011 - 1475x bekeken.
Laatst bijgewerkt:
21-09-2011
.
Waardering 8.8 (aantal stemmen: 5)
voting system
1
2
3
4
5
Maak gratis account aan
Toon volledig menu
Door deze site te gebruiken, ga je akkoord met het gebruik van cookies voor analytische doeleinden, gepersonaliseerde inhoud en advertenties.
Meer informatie.
Overhoor en verbeter je talenkennis op woordjesleren.nl. De grootste verzameling van Franse, Engelse, Duitse en anderstalige oefeningen. Naast talen zijn ook andere vakken beschikbaar, zoals biologie, geschiedenis en aardrijkskunde!