Helaas is de overhoormodule niet beschikbaar. Wel kun je deze lijst overhoren via StudyGo. Klik op 'Overhoren'

Nieuw Nederlands, deel 1

3 §4 tekstverbanden

Jaar 4 (Atheneum)

ook = opsommend
tevens = opsommend
bovendien = opsommend
daarnaast = opsommend
vervolgens = opsommend
verder = opsommend
om te beginnen = opsommend
ten eerste ... ten tweede = opsommend
ten slotte = opsommend

maar = tegenstellend
echter = tegenstellend
niettemin = tegenstellend
toch = tegenstellend
daar staat tegenover = tegenstellend
desondanks = tegenstellend
evenwel = tegenstellend
nochtans = tegenstellend
daarentegen = tegenstellend
ondanks = tegenstellend
dat = tegenstellend
aan de ene kant ... aan de andere kant = tegenstellend
eerst = chronologisch
dan = chronologisch
daarna = chronologisch
uiteindelijk = chronologisch
eens = chronologisch
toen = chronologisch
vroeger = chronologisch
nu = chronologisch
later = chronologisch
voordat = chronologisch
nadat = chronologisch
doordat = oorzakelijk
daardoor = oorzakelijk
als gevolg van = oorzakelijk
het gevolg is = oorzakelijk
het komt door = oorzakelijk
waardoor = oorzakelijk
zodat toelichtend verband = oorzakelijk
zo = toelichtend
bijvoorbeeld = toelichtend
zoals = toelichtend
neem nou = toelichtend
als = voorwaardelijk
indien = voorwaardelijk
wanneeer = voorwaardelijk
inhet geval dat = voorwaardelijk
tenzij = voorwaardelijk
mits = voorwaardelijk
zoals = vergelijkend
net ... als = vergelijkend
evenals = vergelijkend
meer/beter dan = vergelijkend
daarom = redengevend
omdat = redengevend
derhalve = redengevend
dus = redengevend
want = redengevend
immers = redengevend
dat blijkt uit = redengevend
namelijk = redengevend
aangezien = redengevend
de reden hiervoor is = redengevend
om te ... = doel-middel
met de bedoeling = doel-middel
opdat = doel-middel
zodat = doel-middel
daarvoor = doel-middel
waarvoor = doel-middel
voor = doel-middel
door ... te = doel-middel
ook al = toegevend
zij het = toegevend
weliswaar = toegevend
hoewel = toegevend
ofschoon = toegevend
kortom = samenvattend
samengevat = samenvattend
met adnere woorden = samenvattend
al met al = samenvattend
dus = concluderend
daarom = concluderend
dat houdt in = concluderend
concluderend = concluderend
ik kom tot de slotsom dat ... = concluderend
kortom = concluderend
al met al = concluderend

Ingezonden op 27-09-2011 - 10877x bekeken.
Waardering 8.6 (aantal stemmen: 21)

voting system
1
2
3
4
5

De zinnen in een tekst staan met elkaar in verband. Een aantal samenhangende zinnen vormt een alinea. Ook alinea's staan niet willekeurig achter elkaar. Bij elkaar horende alinea's vormen samen een deelonderwerp. De verbaden tussen alinea's onderling, tussen zinnen onderling en soms zelfs binnen zinnen herken je vaak signaalwoorden.

Deze overhoring is meer dan zeven jaar geleden ingestuurd. Dit was de begintijd van woordjesleren.nl!!
Waarschijnlijk werk je met een recentere uitgave en wijkt jouw boek af van de inzending hierboven.

Vakken

Nieuw Nederlands, deel 1

3 §4 tekstverbanden