Vakken
Engels
Frans
Duits
Spaans
Nederlands
Grieks
Portugees
Italiaans
Latijn
Japans
Biologie
Aardrijkskunde
Natuur- en scheikunde
Wiskunde, rekenen
Economie
Geschiedenis
Eigen methodes
Alle vakken
Home
›
Alle vakken
›
Eigen methodes
›
Deutsch im Unterricht
› 2 Redemittel deel 1
Helaas is de overhoormodule niet beschikbaar. Wel kun je deze lijst overhoren via StudyGo. Klik op 'Overhoren'
Deutsch im Unterricht
, deel 4
2 Redemittel deel 1
Jaar 4 (vmbo-kgt)
Link voor email / website
Link naar overhoring, zonder bewerk/reactiemogelijkheid (ELO)
Open met deze code de oefening in miniTeach
Twitter
Facebook
Google+
LinkedIn
Was ist passiert?=Wat is er gebeurd? Wir haben einen Unfall gehabt. =We hebben een ongeluk gehad. Wo sind Sie jetzt?= Waar bent u nu? Wir sind auf der B9, ungefähr 35 Kilometer vor Freiburg.=We zijn op de B9, ongeveer 35 kilometer voor Freiburg. Wie viele Verletzte gibt es? = Zwei. Meine Mutter und mein Bruder. =Twee. Mijn moeder en mijn broer. Wie alt ist Ihr Bruder?=Hoe oud is uw broer? Er ist neun. Kommt ein Arzt? = Hij is negen. Komt er een arts? Ja, der Notarzt kommt sofort. = Ja, de noodarts komt meteen. Beeilen Sie sich. = Haast u zich alstublieft. Wie geht es?= Hoe gaat het? Es geht nicht so gut. = Het gaat niet zo goed. Was ist los? = Wat is er aan de hand? Mein Arm tut weh. = Mijn arm doet zeer. Und wo? = En waar? Ganz unten, am Handgelenk. = Helemaal onderaan, aan de pols. Wer ist verletzt? = Wie is er gewond? Meine Schwester hat eine Wunde am Kopf. = Mijn zus heeft een hoofdwond. Wie ist das passiert? = Hoe is dat gebeurd? Sie ist gestürzt. = Ze is gevallen. Hat sie starke Kopfschmerzen? = Heeft ze erge hoofdpijn? Ja, und sie fühlt sich nicht gut. = Ja, en ze voelt zich niet lekker. Sie hat bestimmt eine Gehirnerschütterung. = Ze heeft vast en zeker een hersenschudding. So ein Pech. = Wat een pech. Hotel zur Post, guten Morgen!= Hotel zur Post, goedemorgen! Morgen, Daniel Jansen hier. Haben Sie noch Zimmer frei? = Goedemorgen, met Daniel Jansen. Heeft u nog kamers vrij? Für wie viel Personen?= Voor hoeveel personen? Wir sind vier Personen. = We zijn met vier personen. Wir haben noch zwei Doppelzimmer frei. = We hebben nog twee tweepersoonskamers vrij. Was kostet das?= Hoeveel kost dat? Ein Doppelzimmer kostet 69 Euro pro Nacht. = Een tweepersoonskamer kost 69 euro per nacht. Prima. Dann reservieren Sie bitte zwei Doppelzimmer. = Prima. Reserveert u dan twee tweepersoonskamers alstublieft. Geht in Ordnung. Auf Wiederhören.= Komt in orde. Tot horens. Was kann ich für dich tun? = Wat kan ik voor je doen? Wir möchten ein Dreibettzimmer reservieren. Ist das möglich? = We willen graag een driepersoonskamer reserveren. Is dat mogelijk? Ja, kein Problem. Raucher oder Nichtraucher? = Ja, geen probleem. Roken of niet roken? Nichtraucher, bitte. = Niet roken graag. Guten Abend! = Goedenavond! Abend! Haben Sie auch Einzelzimmer frei? = Goedenavond! Is er ook eenpersoonskamers vrij? Wie viel Nächte? = Voor hoeveel nachten? Für zwei Nächte. = Voor twee nachten. Ja, das geht. = Ja, dat kan. Haben Sie ein Zimmer mit Dusche? = Heeft u een kamer met douche? Ja, Bad und WC sind im Zimmer. = Ja, douche en wc zijn op de kamer. Was kostet das? = Wat kost dat? Für zwei Nächte sind das 90 Euro. = Voor twee nachten kost dat 90 euro. Und ist das mit Frühstück? = En is dat inclusief ontbijt? Nein, Frühstück kommt noch dazu. = Nee, het ontbijt komt er nog bij. Guten Tag. Kann ich dir helfen? = Goedemiddag. Kan ik je helpen? Haben Sie vielleicht etwas gegen Kopfschmerzen? = Heeft u misschien iets tegen hoofdpijn? Ich schau mal nach. Möchtest du ein Aspirin? = Ik zal even kijken. Wil je een aspirine? Ja, danke.= Ja, graag. Hallo! Alles nach Wunsch? = . Hallo! Alles naar wens? Eigentlich nicht. Es war sehr laut draußen = Eigenlijk niet. Het was erg lawaaierig buiten. Das tut mir Leid. Es gab ein Fest. = Dat spijt me. Er was een feest. Haben Sie kein anderes Zimmer? = Heeft u geen andere kamer? Leider nicht, aber heute Abend ist es wieder ruhig. = Helaas niet, maar vanavond is het weer rustig. Das hoffe ich! = Dat hoop ik! Was ist mit dem Auto passiert? = Wat is met de auto gebeurd? Ein Reifen ist kaputt. = Er is een band kapot. Und hast du einen Ersatzreifen? = En heb je een reservewiel? Ja, der liegt im Kofferraum. = Ja, die ligt in de kofferbak. Regina Ehrreich hier. = Met Regina Ehrreich. Tag Regina. Hier ist Florian = Dag Regina. Met Florian. Wo bist du jetzt? = Waar ben je nu? Wir haben einen Unfall gehabt. = We hebben een ongeluk gehad. Was ist passiert? = Wat is er gebeurd? Nur das Auto ist kaputt. Der Scheibenwischer und die Stoßstange sind kaputt. = Alleen de auto is stuk. De ruitenwissers en de bumper zijn kapot. Und was jetzt? = . En wat nu? Das Auto wird abgeschleppt und wir kriegen ein anderes Auto = De auto wordt weggesleept en we krijgen een andere auto. Kommst du heute noch? = Kom je vandaag nog? Ich komme später. Wahrscheinlich morgen. = Ik kom later. Waarschijnlijk morgen. Karin Richter. Ist mein Auto schon fertig? = Met Karin Richter. Is mijn auto al klaar? Ja, Sie können es morgen früh abholen = Ja, u kunt hem morgenvroeg ophalen. Kann ich mit Kreditkarte bezahlen? = Kan ik met een creditcard betalen? Kein Problem = Geen probleem. Okay, ich komme dann morgen. = Oké, dan kom ik morgen. Prima, auf Wiederhören. = Prima, tot horens. Ist mein Auto fertig? Der grüne Opel da. = Is mijn auto klaar? Die groene Opel daar. Leider ist er noch nicht fertig. = Die is helaas nog niet klaar. Wieso nicht? = Waarom niet? Wir hatten keinen Auspuff mehr. = We hadden geen uitlaat meer. Und wann ist mein Auto repariert? = En wanneer is mijn auto dan gerepareerd? Wir kriegen den Auspuff erst am Donnerstag. = We krijgen de uitlaat donderdag pas. Haben Sie einen Ersatzwagen? = Heeft u een reserve auto? Ja, natürlich. = Ja, natuurlijk.
Ingezonden op 13-10-2011 - 3313x bekeken.
Laatst bijgewerkt:
24-10-2011
.
Nog niet genoeg stemmen voor waardering: geef je mening!
voting system
1
2
3
4
5
Maak gratis account aan
Toon volledig menu
Door deze site te gebruiken, ga je akkoord met het gebruik van cookies voor analytische doeleinden, gepersonaliseerde inhoud en advertenties.
Meer informatie.
Overhoor en verbeter je talenkennis op woordjesleren.nl. De grootste verzameling van Franse, Engelse, Duitse en anderstalige oefeningen. Naast talen zijn ook andere vakken beschikbaar, zoals biologie, geschiedenis en aardrijkskunde!