Helaas is de overhoormodule niet beschikbaar. Wel kun je deze lijst overhoren via StudyGo. Klik op 'Overhoren'

New Interface - 4 havo, deel 1

1 unit 1

Jaar 4 (havo)

agony aunt = iemand die persoonlijk advies geeft
judgment = oordeel
to commit = verplichten; zich wijden aan
encourage = aanmoedigen
hostility = vijandigheid
establish = vestigen; oprichten
genuine = oprecht; echt
faithful = trouw; gelovig
to glimpse = een kijkje nemen
to confuse = verwarren
to convince = overtuigen
unusual = ongewoon
to reckon = veronderstellen
bench = bankje
disused = buiten gebruik
toestimate = schatten
row = ruzie
petty crimes = kleine misdaden; kruimeldiefstallen
sister-in-law = schoonzus
to belong to = ergens bij horen
phenomenon = fenomeen
vanish = verdwijnen
runaway = iemand die van huis is weggelopen
mind-boggling = schrikbarend
to disappear = verdwijnen
to befriend = vriendschap sluiten met iemand
to abandon = verlaten; in de steek laten
acknowledgement = erkenning
vast = enorm; uitgestrekt
derelict = verwaarloosd
to lack = ontbreken; missen
to raid = een inval doen
foster mum = pleegmoeder
to wear off = minder worden
rather = liever
announcement = aankondiging
passenger = passagier
immediately = meteen; onmiddelijk
to board = aan boord gaan; instappen
security = veiligheid
to search = doorzoeken
x-ray = röntgenstraling
to screen = doorlichten ; testen
liquid = vloeistof
to permit = toestaan
prescription medicine = medicijn op recept
pushchair = wandelwagen
wheelchair = rolstoel
thorough = grondig
gate = gate; poort
to delay = vertragen; ophouden
to proceed = doorgaan
to unload = uitladen; lossen
final call = laatste oproep
policy = beleid
restriction = beperking
aircraft = luchtvaartuig; vliegtuig
to ensure = verzekeren
contain = bevatten
misery = ellende
to admit = toegeven
according to = volgens
environment = milieu; omgeving
to confess = opbiechten
to argue = ruzie maken; redetwisten
to put through = doormaken
to deal with = omgaan met
to spiral out of control = snel meer of erger worden
widespread = wijdverspreid
suffering = lijden
to deprive of = iemand iets onthouden ; iemand iets ontzeggen
flimsy = flinterdun
safety = veiligheid
to result in = resulteren in ; leiden tot
to switch off = uitzetten
to be aware of = zich bewust zijn van
to endure = verdragen; volhouden
to launch = lanceren
to aim = richten
dispute = meningsverschil
extensive = uitgebreid
to approach = benaderen; op een bepaalde manier aanpakken
ownership = recht van eigendom
willingness = bereidheid
to trust = vertrouwen; vertrouwen hebben in
due = verwacht
two-storey house = huis met twee verdiepingen
trade = ruil
to post = plaatsen
notice = bericht
impressive = indrukwekkend
to be based on = gebaseerd zijn op
to own = bezitten
scheme = plan
to snap up = oppikken
in exchange = in ruil voor
quest = zoektocht
to succeed = slagen
suspicious = vreemd; verdacht
keg = biervat
van = busje
outcry = noodkreet
luckily = gelukkig
collector = verzamelaar
to involve = inhouden; omvatten
auction = veiling
municipality = gemeente
mayor = burgemeester
tax-free = belastingvrij
opportunity = mogelijkheid; gelegenheid
frequent = regelmatig
atmosphere = sfeer
rate = tarief
semi- = half
application = sollicitatie
confidential = vertrouwelijk
capital = hoofdletter; hoofdstad
national insurance nummer = burgerservicenummer
marital status = echtelijke status
position = positie; functie
vacancy = vacature
skill = vaardigheid
suitability = geschriktheid
requirement = vereiste
reference = referentie
occupation = beroep
to declare = verklaren
signature = handtekening

Ingezonden op 18-10-2011 - 1922x bekeken.
Waardering 9.4 (aantal stemmen: 3)

voting system
1
2
3
4
5

Vakken

New Interface - 4 havo, deel 1

1 unit 1