Vakken
Engels
Frans
Duits
Spaans
Nederlands
Grieks
Portugees
Italiaans
Latijn
Japans
Biologie
Aardrijkskunde
Natuur- en scheikunde
Wiskunde, rekenen
Economie
Geschiedenis
Eigen methodes
Alle vakken
Home
›
Alle vakken
›
Eigen methodes
›
lijstjes klas 4
› 1 Q1 frans (vocabulaire)
Helaas is de overhoormodule niet beschikbaar. Wel kun je deze lijst overhoren via StudyGo. Klik op 'Overhoren'
lijstjes klas 4
1 Q1 frans (vocabulaire)
Jaar 4 (Gymnasium)
Link voor email / website
Link naar overhoring, zonder bewerk/reactiemogelijkheid (ELO)
Open met deze code de oefening in miniTeach
Twitter
Facebook
Google+
LinkedIn
B à mon avis, selon moi = volgens mij abolir = afschaffen ainsi = zo, op deze manier ajouter = toevoegen attirant = aantrekkelijk le casier = het kluisje, het postvakje le cauchemar = de nachtmerrie la chance = de kans, het geluk la colle = het nablijven en conséquence = dientengevolge, dus le coup de foudre = de liefde op het eerste gezicht également = ook s'embrasser = elkaar kussen, omhelzen l'emploi du temps = het rooster en même temps = tegelijkertijd ennuyeux = vervelend ensemble = samen la honte = de schaamte l'interrogation = de toets ressembler à = lijken op le témoignage = de getuigenis il vaut mieux (+inf) = het is beter om... C bref = kortom la cheville = de enkel la mule = de slipper la conduite = het gedrag corps et âme = met hart en ziel effacer = wegvegen, uitvegen emporter = meenemen (iets) l'établissement = het gebouw être en retard = te laat zijn faire de son mieux = zijn best doen faire la cuisine = koken la femme de ménage = de huishoudster, de werkster le langage = het taalgebruik mâcher = kauwen au milieu de = te midden van de moins en moins = steeds minder originaire de = afkomstig uit par contre, au contraire = daarentegen le permis de conduire = het rijbewijs la permission = de toestemming poser des problèmes = problemen geven sévère = streng la tentative = de poging tout d'abord = allereerst D l'achat = de aankoop attendre son tour = op zijn beurt wachten se dépêcher = zich haasten les dépenses = de uitgaven faire l'appoint = gepast betalen faire la queue = in de rij staan la nourriture = het voedsel l'obligation = de verplichting l'offre = de aanbieding passer devant = voordringen la pièce = de munt le réfectoire = de kantine régler = afrekenen, betalen rendre la monnaie = wisselgeld teruggeven
Ingezonden op 18-10-2011 - 1505x bekeken.
Nog niet genoeg stemmen voor waardering: geef je mening!
voting system
1
2
3
4
5
Maak gratis account aan
Toon volledig menu
Door deze site te gebruiken, ga je akkoord met het gebruik van cookies voor analytische doeleinden, gepersonaliseerde inhoud en advertenties.
Meer informatie.
Overhoor en verbeter je talenkennis op woordjesleren.nl. De grootste verzameling van Franse, Engelse, Duitse en anderstalige oefeningen. Naast talen zijn ook andere vakken beschikbaar, zoals biologie, geschiedenis en aardrijkskunde!