Vakken
Engels
Frans
Duits
Spaans
Nederlands
Grieks
Portugees
Italiaans
Latijn
Japans
Biologie
Aardrijkskunde
Natuur- en scheikunde
Wiskunde, rekenen
Economie
Geschiedenis
Eigen methodes
Alle vakken
Home
›
Alle vakken
›
Eigen methodes
›
Thematische Woordenschat Spaans (II)
› 8
Helaas is de overhoormodule niet beschikbaar. Wel kun je deze lijst overhoren via StudyGo. Klik op 'Overhoren'
Thematische Woordenschat Spaans (II)
hoofdstuk 8
Jaar 2 (universiteit)
Link voor email / website
Link naar overhoring, zonder bewerk/reactiemogelijkheid (ELO)
Open met deze code de oefening in miniTeach
Twitter
Facebook
Google+
LinkedIn
opvoeding; onderwijs, opleiding = la educación peuterklas, kleuterchool = el jardín de infancia (iets) leren = aprender (a) onderwijzen, leren = enseñar onderwijs = la enseñanza gratis = gratuito/a school, college = el colegio school = la escuela betekenen = significar uit je hoofd = de memoria tellen; vertellen = contar analfabetisme = el analfabetismo oplossing = la solución wetenschappelijk = científico/a eenvoudig = sencillo/a methode = el método didactisch = didáctico/a thema, onderwerp = el tema oefening; opgave = el ejercicio probleem = el problema voorbeeld = el ejemplo fout gebrek = la falta investigar = onderzoeken el laboratorio = laboratorium la fórmula = formule la estadística = statistiek el certificado = certificaat, diploma onderwijzer(es), meester/juf, leerkracht = el maestro, la maestra klas; les; klaslokaar = la clase lesgeven = dar calse huiswerk = las tareas school- = escolar schooluniform dragen = llevar uniforme escolar leerling(e); scholier(e); cursist(e) = el alumno, la alumna verplicht = obligatorio/a middelbare school; instituut = el instituto vak = la asignatura vak(gebied) = la especialidad betavakken = (las) ciencias biologie = la Biología wiskunde = las Matemáticas wiskundig = matemático/a scheikunde = la Química natuurkunde = la Física aardrijkskunde = la Geografía geschiedenis = la Historia tekening; het vak tekenen = el dibujo gymnastiek = la gimnasia Taal = la Lengua Ik ben geslaagd voor het examen Spaanse Taal = He aprobado el examen de Lengua Española grammatica = la gramática Latijn = el latín Grieks = el griego Nederlands = el neerlandés, el holandés Duits = el alemán (zak)woordenboek = el diccionario (de bolsillo) middelbaar onderwijs = el bachillerato toelating = la admisión cursus; schooljaar = el curso evaluatie, schatting; toets = la evaluación cijfer = la nota corrigeren = corregir (i) schrift = el cuaderno schoolbord = la pizarra krijt(je) = la tiza spons = la esponja pauze = el recreo examen = el examen examen doen/afleggen = examinarse (laten) zakken = suspender onbekendheid = el desconocimiento slagen = aprobar (ue) schriftelijk = escrito/a mondeling = oral el dictado = dictaat dictar = dicteren traducir = vertalen la traducción = vertaling fácil = makkelijk difícil = moeilijk el horario = (les)rooster; openingstijden asistir = bijwonen; aanwezig zijn la lección = les universiteit = la universidad studie; carriere = la carrera wetenschap, kennis = la ciencia academie; opleidingsinstituut = la academia bibliotheek = la biblioteca student(e); cursist(e) = el, la estudiante studeren; leren = estudiar directeur/directrice = el director, la directora leraar, lerares; docent(e); onderwijzer(es) = el profesor, la profesora el catedrático, la catedrática = hoogleraar, professor; docente aan Hoger Onderwijs la cáterdra = leerstoel el aula = collegezaal; klaslokaal matricularse = zich inschrijven la matrícula = inschrijving; les/collegegeld el lector, la lectora = gastdocent(e) el académico, la académica = lid van een academie el licenciado, la licenciada = doctorandus/doctoranda universitario/a = universiteits-, universitair los estudios = opleiding, studie el título = titel el doctor, la doctora = doctor el doctorado = doctoraat, doctorsgraad doctorarse = promoveren las oposiciones = vergelijkend examen voor een openbare functie la beca = (studie)beurs el crédito = studiepunt el comedor universitario = mensa, universiteitskantine la Arqueología = archeologie las Letras = letteren, alfawetenschappen el filósofo, la filósofa = filosoof/ filosofe la Filosofía = filosofie el Derecho = recht(en) la academia de Bellas Artes = kunstacademie la Pedagogía = pedagogiek la Psicología = psychologie el ensayo = proef, toets; essay la investigación = onderzoek apuntar = noteren, opschrijven los apuntes = aantekeningen
Ingezonden op 24-10-2011 - 2155x bekeken.
Nog niet genoeg stemmen voor waardering: geef je mening!
voting system
1
2
3
4
5
Maak gratis account aan
Toon volledig menu
Door deze site te gebruiken, ga je akkoord met het gebruik van cookies voor analytische doeleinden, gepersonaliseerde inhoud en advertenties.
Meer informatie.
Overhoor en verbeter je talenkennis op woordjesleren.nl. De grootste verzameling van Franse, Engelse, Duitse en anderstalige oefeningen. Naast talen zijn ook andere vakken beschikbaar, zoals biologie, geschiedenis en aardrijkskunde!