Helaas is de overhoormodule niet beschikbaar. Wel kun je deze lijst overhoren via StudyGo. Klik op 'Overhoren'

!!A la Bartske

8 Natuurkunde - samenvatting § 1.3 + 1.4

Jaar 3 (Gymnasium)

1.3 Krachten meten
 - Krachtmeter = veerunster
met een krachtmeter kun je meten hoe groot een kracht is.
In een krachtmeter zit een veer die uitrekt als je er een kracht op uitoefent: je trekt er aan of
je hangt er iets aan.
Hoe groter de kracht die op de veer in de krachtmeter werkt, hoe harder er aan de veer 
getrokken wordt, des te verder rekt de veer uit (grotere uitrekking).
 De uitrekking van een veer is rechtevenredig met de kracht waarmee je trekt: als de 
kracht op de veer twee keer zo groot wordt, wordt de uitrekking ook twee keer zo groot.
Er zijn krachtmeters met:
 - slappe veren: deze gebruiken we voor het meten van kleine krachten, omdat daar 
een veer in zit die gemakkelijk uitrekt. Een slappe veer is gemaakt van een draad die dun is.
 - stugge veren: deze gebruiken we voor het meten van grote krachten, omdat daar 
een veer in zit die moeilijk uit te rekken is. Een stugge veer is gemaakt van een draad die 
dik is.
 - onthoudt:
Grootheid (wat je meet) symbool eenheid (waarin je het meet) afkorting
Kracht F Newton N
Uitrekking u meter m
Veerconstante V Newton per meter N/m
 - De veerconstante (C) = geeft de stugheid van de veer aan.
De veerconstante van een veer geeft aan hoeveel kracht er nodig is om de veer 1 meter 
of 1 cm uit te rekken.
Hoe groter de veerconstante van een veer, des te meer kracht er nodig is om de veer uit 
te rekken, hoe stugger de veer is.
Veerconstante meten we in Newton per meter (N/m) of in Newton per centimeter (N/cm)
 - onthoudt: 1N/cm = 100N/cm
De veerconstante (C0 van een veer bereken je door de kracht waarmee er aan de veer 
getrokken wordt (In Newton) te delen door de lengte die de veer hierdoor langer wordt , 
de uitrekking ( in meter)
 - De formule:
 1. Veerconstante uitrekenen: C = F / u
 2. Kracht uitrekenen: F = C x u
 3. Uitrekking uitrekenen: u = F / C

1.4 Evenwicht
 - Hefboom = een voorwerp dat om een draaipunt kan draaien
Op een hefboom werken krachten die er voor kunnen zorgen dat een hefboom om het 
draaipunt gaat draaien.
 - Als de hefboom met de klok mee draait, noemen we dit 'rechtsom', en als het 
tegen de klok in draait noemen we dit 'Linksom'.
 - Als de hefboom niet gaat draaien, is er evenwicht.
Dit effect, dat een kracht heeft om de hefboom te laten draaien, noemen we voortaan 
'het moment' (M) van de kracht.
 - Hoe groot dat moment (M) is hangt af van:
 1. hoe groot de kracht (F) is die er op de hefboom werkt.
 2. waar de kracht op de hefboom werkt. Oftewel wat de afstand tussen de 
plaats waar de kracht werkt en het draaipunt is. Dit noemen we het bijbehorende 'arm' (d).
 - Hoe groot dit moment is (in Newtonmeter) bereken je door de kracht (in Newton) 
te vermenigvuldigen met de arm (in meter).
 In formule: M = F x d
In het dagelijks leven maken we veel gebruik van hefbomen, omdat een hefboom je 
spierkracht behoorlijk kan vergroten, denk maar eens aan de volgende hulpmiddelen: een 
steeksleutel, een flessenopener, een notenkraker, een koevoet, een klauwhamer, 
verschillende soorten tangen etc.
 - Evenwicht
een hefboom is in evenwicht als de momenten linksom, gelijk zijn aan de momenten 
rechtsom.
 In formule: Mlo (Moment-linksom = Mro (Moment-rechtsom)

Ingezonden op 26-10-2011 - 2244x bekeken.
Nog niet genoeg stemmen voor waardering: geef je mening!

voting system
1
2
3
4
5

Vakken

!!A la Bartske

8 Natuurkunde - samenvatting § 1.3 + 1.4