Vakken
Engels
Frans
Duits
Spaans
Nederlands
Grieks
Portugees
Italiaans
Latijn
Japans
Biologie
Aardrijkskunde
Natuur- en scheikunde
Wiskunde, rekenen
Economie
Geschiedenis
Eigen methodes
Alle vakken
Home
›
Alle vakken
›
Eigen methodes
›
Strategische Marketingplanning
› 6
Helaas is de overhoormodule niet beschikbaar. Wel kun je deze lijst overhoren via StudyGo. Klik op 'Overhoren'
Strategische Marketingplanning
hoofdstuk 6
Jaar 4 (hbo)
Link voor email / website
Link naar overhoring, zonder bewerk/reactiemogelijkheid (ELO)
Open met deze code de oefening in miniTeach
Twitter
Facebook
Google+
LinkedIn
Hoe wordt het onderhouden van relaties met concurrenten ook wel genoemd? = relatiemarketing op macroniveau Stelling I: Concurrentiegeoriënteerde methoden zijn vooral gericht op ondernemingsniveau.[br][br]Stelling II: Afnemersgeoriënteerde methoden zijn vooral gericht op producten. = (Stelling I en stelling II zijn juist*)(Stelling I is juist, stelling II is onjuist)(Stelling I is onjuist, stelling II is juist)(Stelling I en stelling II zijn onjuist) Stelling: Bij de eerste selectie van concurrenten spelen twee factoren een belangrijke rol: de marktomvang en de gelijkenis met het eigen product. = (Waar)(Onwaar*) Stelling: De analyse van merkwisselingen kan niet worden gebruikt voor industriële markten. = (Waar*)(Onwaar) In de tweede fase van de concurrentieanalyse tracht de onderneming de doelstellingen van de belangrijkste concurrent af te leiden. Om welke aspecten gaat het hierbij feitelijk? = (Hoe graag wil hij dat?*)(Wat wil de concurrent?*)(Wat is zijn kracht?)(Wat heeft hij in het verleden gedaan?)(Wat is zijn missie?) Wat is competitive intellegence? = het verzamelen van gegevens over concurrenten Wat is de juiste volgorde voor de volgende activiteiten van de concurrentenanalyse?[br]1. Identificatie concurrenten[br]2. Voorspelling strategie van concurrenten[br]3. Identificatie succesbepalende factoren[br]4. Bepaling doelstellingen concurrenten = (1,2,3,4)(2,3,1,4)(3,1,4,2)(1,2,4,3*) Welke niveaus kunnen met betrekking tot de concurrentie worden onderscheiden? = (Budgetconcurrentie*)(Managementconcurrentie)(Generieke concurrentie*)(Productcategorieconcurrentie*)(Productvormconcurrentie*) Wat kan positioneringsonderzoek zoal opleveren? = Strategische informatie over het imago van het product van de concurrenten In de fase van de identificatie van succesbepalende factoren en sterke en zwakke punten van de concurrenten moet de onderneming antwoord geven op drie vragen.[br]Wat is hierbij geen vraag? = (Welke middelen en vaardigheden in de markt zijn belangrijk ofwel wat zijn succesbepalende factoren?)(Wat is de marketingstrategie van de concurrenten?*)(Welke samenvattende conclusies kunnen we trekken?)(Wat zijn de sterke en zwakke punten van de concurrenten?) Welke analyses zijn nodig om relatieve sterkten en zwakten te kunnen vaststellen? = interne analyse en concurrentenanalyse De marktdefinitie wordt bepaald door samenhangende factoren.[br]Welke zijn dit? = (de planningstermijn*)(productvormconcurrentie*)(het planningsniveau in de onderneming*)(het planningsbudget*)(managementconcurrentie) Wat is een praktisch voorbeeld van productvormconcurrentie? = (Coca Cola versus Pepsi)(Sultana versus Kellogs)(Colgate Whitener versus Prodent Whitener*)(Holland Casino versus Pathé) Welk soort identificatiemethode voor concurrentieanalyse is geschikt voor de planning op lange termijn? = (bedrijfsgeoriënteerde methoden)(ondernemersgeoriënteerde methoden*)(afnemersgeoriënteerde methoden) Wat is product placement? = (het overzetten van een merknaam naar een andere markt)(het zichtbaar plaatsen van merkartikelen in een programma*)(buitenreclame)(televisiereclame anders dan via spots) Is afnemersoriëntatie geschikt voor kortetermijnplanning of langetermijnplanning? = kortetermijnplanning Elke onderzoeksmethode heeft wel enkele beperkingen.[br]Wat is een beperking van een afnemersoriëntatie? = Het is moeilijk om inzicht te krijgen in potentiële concurrenten en indirecte concurrenten. Welke van de volgende merken behoren tot dezelfde strategische groep? = (Philips scheerapparaat en Philips ladyshave)(McDonald's en Burger King*)(Ryanair en Easyjet*)(McDonald's en de plaatselijke snackbar)(Albert Heijn en Aldi)(Coca Cola en Heineken Bier) Stelling I: Als startpunt kan men bij de identificatie van succesbepalende factoren uitgaan van eenzelfde checklist als die men bij de interne analyse gebruikt.[br] [br]Stelling II: Om zelf succesvol te kunnen opereren is voor een onderneming kennis over succesbepalende factoren van groot belang. = (Stelling I en stelling II zijn juist*)(Stelling I is juist, stelling II is onjuist)(Stelling I is onjuist, stelling II is juist)(Stelling I en stelling II zijn onjuist) De concurrentenanalyse heeft relaties met andere fasen uit het planningsproces.[br]Welke van de volgende uitspraken is niet juist? = (De interne analyse levert samen met de concurrentenanalyse inzicht in de relatieve sterktes en zwaktes.)(De concurrentenanalyse vormt onderdeel van de bedrijfstakanalyse.*)(De afnemersanalyse kan behulpzaam zijn bij de identificatie van relevante concurrenten.)(Identificatie en keuze van concurrenten is mede afhankelijk van de gekozen marktdefinitie.)
Ingezonden op 28-10-2011 - 2171x bekeken.
Nog niet genoeg stemmen voor waardering: geef je mening!
voting system
1
2
3
4
5
Maak gratis account aan
Toon volledig menu
Door deze site te gebruiken, ga je akkoord met het gebruik van cookies voor analytische doeleinden, gepersonaliseerde inhoud en advertenties.
Meer informatie.
Overhoor en verbeter je talenkennis op woordjesleren.nl. De grootste verzameling van Franse, Engelse, Duitse en anderstalige oefeningen. Naast talen zijn ook andere vakken beschikbaar, zoals biologie, geschiedenis en aardrijkskunde!