Vakken
Engels
Frans
Duits
Spaans
Nederlands
Grieks
Portugees
Italiaans
Latijn
Japans
Biologie
Aardrijkskunde
Natuur- en scheikunde
Wiskunde, rekenen
Economie
Geschiedenis
Eigen methodes
Alle vakken
Home
›
Alle vakken
›
Eigen methodes
›
Enorme lijst NL-FR
› 3 allerlei 2
Helaas is de overhoormodule niet beschikbaar. Wel kun je deze lijst overhoren via StudyGo. Klik op 'Overhoren'
Enorme lijst NL-FR
, deel 3
3 allerlei 2
Link voor email / website
Link naar overhoring, zonder bewerk/reactiemogelijkheid (ELO)
Open met deze code de oefening in miniTeach
Twitter
Facebook
Google+
LinkedIn
samen = ensemble sap = jus (zjuu) m saus = sauce (soos) m schaafwond = écorchure v schaap = mouton m schaar = ciseaux (siezoo) mmv schade = dégáts mmv (deegaa) schaduw (in de schaduw) = ombre v (à l'ombre) schakelaar = interrupteur m schakelen = changer de vitesse scheef = de travers (detraawèr) scheepvaart = navigation v scheerapparaat = rasoir m scheermesje = lame v de rasoir scheiden (van iem.), passé composé = divorce, divorcé schelp = coquillage (kokiejaazj) m schep (instrument) = pelle v scheren (zich) = raser (se) scherm = écran m scherp = tranchant scheur = déchirure v schilderij = tableau m schip = navire m schoen = chaussure v schoenveter = lacet m schokbreker = amortisseur m school = école v schoon = propre schoonmaken, passé composé = nettoyer, nettoyé schotel = plat m schouder = épaule v schouwburg = théâtre m schrijven, passé composé = écrire, écrit schroef = vis (wies) v schroef (boot) = hélice v schroevedraaier = tournevis m schroeven = Visser schuifdak = toit ouvrant m schuldig = coupable seizoen = saison v serveerster = serveuse v serveren, passé composé = servir, servi servetje = serviette v shit! = merde! sieraad = bijou m sigaret = cigarette v sinaasappel = orange v sinaasappelsap = jus (zjuu) d'oranges m ski = ski m skiën = faire du ski sla (krop) = laitue v sla (salade) = salade v slaap = sommeil (somèj) m slaapplaats = endroit m pour dormir slaapwagen = wagon-lit m slaapzak = sac m de couchage slagader = artère v slager = boucher m slagerij = boucherie v slagroom = crème v fouettée slak = escargot m slang (buis) = tube m slang (dier) = serpent m slaolie = huile v de table slap = mou, molle slapen = dormir slapen met iem. = coucher avec quelqu'un slecht = mauvais, mal slechter = pire slepen = remorquer, remorqué sleutel = clé v slingeren = zigzaguer (ziegzagee) slipgevaar = chaussée v glissante slipje = slip m sloot = fossé m slot (deur) = serrure v sluis = écluse v sluisgeld = droits mmv d' éclusage sluiswachter = éclusier m sluiten, passé composé = fermer, fermé sluiting = fermeture v sluitingstijd = heure v de fermeture smal = étroit smeren, passé composé = lubrifier, lubrifié smerig = sale snee, snijwond = coupure v sneeuw = neige v sneeuwen, passé composé = neiger, neigé sneeuwketting = chaîne v snel = rapide, rapidement snelheid = vitesse v snelheidsbeperking = limite v de vitesse snelheidsmeter = compteur (kongteur) m sneltrein = rapide m, TGV (teezjeewee) m snelweg = autoroute v snijden, passé composé = couper, coupé snoepje = bonbon m snoer = fil m snor = moustache v snorkel = tuba m soep = potage m, soupe v sok = chaussette v soms = parfois soort = sorte v spaak = rayon m Spaans = espagnol (espaanjol) spaghetti = spaghettis mmv spanning (druk) = pression v speelgoed = jouets (zjoeè) m mv spiegel = miroir m spiegel (auto) = rétroviseur m spier = muscle (muuskl) m spierpijn = courbature v spijker = clou m spijkerbroek = jeans (dzjiens) m spijt (het spijt me) = désolé spijten, passé composé = regretter, regretté spin = araignée v spiritus = alcool m à brûler (alkolaabruulee) splinter = écharde v spoed = urgence v spoedig = bientót (bjengtoo) spoorboekje = indicateur m des chemins de fer spoorwegen = chemins de fer m spoorwegovergang = passage m à niveau sport = sport m sportterrein = terrain m de sport spreekuur = heures vmv de consultation spreken, passé composé = parler, parlé springen, passé composé = sauter, sauté sproeier = gicleur m staan = être, se trouver staande = debout staat (in staat om) = capable de stad = ville v stadhuis = hotel de ville m, mairie v standbeeld = statue v stank = mauvaise odeur v starten, passé composé = commencer, commencé starten (auto), passé composé = démarrer, démarré startmotor = démarreur m statief = pied (pjee) m statiegeld = consigne (kongsienje) v station = gare v steeds = toujours steeds weer = sans cesse (sangsès) steen = pierre v steenpuist = furoncle m steil = en pente raide stekker = fiche v stelen, passé composé = voler, volé stem = voix (woaa) v stempel = tampon m ster = étoile v sterk = fort stewardess = hotesse (de l' air) v stil! = chut! stilstaan (auto), passé composé = stationner, stationné stilstaan/stoppen, passé composé = s' arrêter, arrêté stilte = silence v stinken = sentir mauvais stoel = chaise v stoel (auto) = siège m stof = poussière v stomerij = pressing m stommeling = imbécile stop (elektriciteit) = fusible m stopcontact = prise v de courant stoplichten = feux mmv stoppen, passé composé = s' arrêter, arrêté stoptrein = train omnibus m storen, passé composé = déranger, dérangé storing = panne v storm = tempête v storten (geld) = verser straat = rue v straks = tout à l'heure (toetaaleur) stralen, passé composé = briller, brillé (briejee ) strand = plage v streek = région v strijken (kleren), passé composé = repasser, repassé strijkijzer = fer m à repasser stromen, passé composé = couler, coulé stromend water = eau v courante stroming = courant m stroom (elektriciteit) = courant m student = étudiant, -e studeren = faire des études stuk = cassé stuk (deel) = morseau (morsoo) m stuk (per) = pièce (la) sturen (auto), passé composé = conduire, conduit sturen (zenden), passé composé = envoyer, envoyé stuur (auto) = volant m stuur (boot) = gouvernail m stuur (fiets) = guidon m stuurinrichting = commande v de direction stuurslot = anti-vol succes! = bonne chance! suiker = sucre m suikerziekte = diabète m super (benzine) = super m supermarkt = supermarché m surfen = faire de la planche à voile sympatiek = sympa(thique) taal = langue v taart = tarte v taartje = patisserie v tabak = tabac (taabaa) m tabletje = comprimé m tachtig = quatre-vingt tafel = table v tak = branche v tampon = tampon m hygiénique tand = dent v tandarts = dentiste m tandenborstel = brosse à dents v tandpasta = dentifrice m tang = pinces vmv tank = réservoir m tanken = faire Ie plein tante = tante v tas = sac m taxi = taxi m te = trop te veel = trop teen = orteil (ortèj) m tegelijk = en même temps tegen = contre tegen (ongeveer) = vers (wèr) tegenover = en face (de) teken (een teken geven) = signe m (faire signe) tekenen, passé composé = dessiner, dessiné tekenen (handtekening), passé composé = signer, signé telefoneren, passé composé = téléphoner, téléphoné telefoon = téléphone m telefoonboek = annuaire m (téléphonique) telefooncel = cabine v téléphonique telefoonkaart = télécarte v telefoonnummer = numéro m de téléphone telegram = télégramme m televisie = télévision v temperatuur = température v tennis = tennis (tennies) m tennisbaan = court m de tennis tent = tente v tentharing = piquet m de tente tentoonstelling = exposition v terras = terrasse v terug (richting) = en arrière terug (zijn) = de retour (être) terugbetalen, passé composé = rembourser, remboursé teruggeven, passé composé = rendre, rendu terugkomen, passé composé = revenir, revenu terugkomen (naar huis), passé composé = rentrer, rentré terugreis = voyage m de retour tevreden = satisfait theater = théâtre m thee = thé m theedoek = torchon m thermometer = thermomètre m thermosfles = bouteille thermos (termoos) v thermoskan = thermos (termoos) m thuis = à la maison tien = dix tijd = temps (tang) m, heure v tijdelijk = temporaire, temporairement tijdschrift = magazine m toch = quand même (kangmèm) tocht (het tocht) = il ya un courant d'air toegang = entrée v toen = alors toerenteller = compte-tours m (kongtetoer) toeristenkaart = carte d'identité v toeristisch = touristique toeslag = supplément m toestaan, passé composé = permettre, permis toestemming = permission v toetsenbord = clavier m toilet = toilettes (toaalet) vmv toiletpapier = papier m hygiénique tolk = interprète m/v tomaat = tomate v toneel = théâtre m tonen = montrer tong = langue v top = sommet m toren = tour v tot ziens = au revoir touroperator = touropérateur m touw = corde v trap (in huis) = escalier (eskaaljee) m trein = train m trein (supersnelle trein) = TGV (teezjeewee) m trekhaak = crochet m de remorque trekken, passé composé = tirer, tiré trekken (reizen) = faire une randonnée trekker = randonneur, -euse trouwen = épouser, se marier avec trui = pull (puul) m T-shirt = T-shirt m tuin = jardin m tunnel = tunnel m tussen = entre twaalf uur (middag) = midi twaalf uur (nacht) = minuit twee = deux tweedehands = d'occasion tweehonderd = deux cents tweepersoonsbed = lit m à deux places tweepersoonskamer = chambre v à deux lits twijfelen (of) = douter, douté (que) twintig = vingt (wen) typen = taper à la machine u = vous Ui = oignon m (onjon) uit (afkomstig van) = de uitgaan, passé composé = sortir, sorti uitgang = sortie v uitgang ('gate') = porte v uitkijken = faire attention uitlaatpijp = tuyau m d'échappement uitleggen, passé composé = expliquer, expliqué uitnodigen, passé composé = inviter, invité uitrusten, passé composé = reposer (se), reposé uitspraak = prononciation v uitstapje = excursion v uitstekend = excellent uitzicht = vue v uur = heure v uw = votre, vos
Ingezonden op 01-11-2011 - 1579x bekeken.
Nog niet genoeg stemmen voor waardering: geef je mening!
voting system
1
2
3
4
5
Maak gratis account aan
Toon volledig menu
Door deze site te gebruiken, ga je akkoord met het gebruik van cookies voor analytische doeleinden, gepersonaliseerde inhoud en advertenties.
Meer informatie.
Overhoor en verbeter je talenkennis op woordjesleren.nl. De grootste verzameling van Franse, Engelse, Duitse en anderstalige oefeningen. Naast talen zijn ook andere vakken beschikbaar, zoals biologie, geschiedenis en aardrijkskunde!