Vakken
Engels
Frans
Duits
Spaans
Nederlands
Grieks
Portugees
Italiaans
Latijn
Japans
Biologie
Aardrijkskunde
Natuur- en scheikunde
Wiskunde, rekenen
Economie
Geschiedenis
Eigen methodes
Alle vakken
Home
›
Alle vakken
›
Eigen methodes
›
Alles van Dennisje
› 40 Frans - H1 - Vocalijst Oktober
Helaas is de overhoormodule niet beschikbaar. Wel kun je deze lijst overhoren via StudyGo. Klik op 'Overhoren'
Alles van Dennisje
40 Frans - H1 - Vocalijst Oktober
Jaar 4 (vwo)
Link voor email / website
Link naar overhoring, zonder bewerk/reactiemogelijkheid (ELO)
Open met deze code de oefening in miniTeach
Twitter
Facebook
Google+
LinkedIn
les ancêtres = de voorouders situé près de = dichtbij gelegen dans ces temps = in die tijd à cause de = vanwege rugir = brullen claquer = dichtslaan la marmite = de pot le citadin = de stedeling débarquer = vertrekken lointain = ver les fiançailles = de verloving les noces = het huwelijk marquer = markeren la bravoure = het lef fou;folle = gek dévorer = verslinden les poltrons = de bangerik amener = meenemen l’âme = de ziel obéir = gehoorzamen les époux = de echtelieden l’orée = de rand soudain = plotseling le chacal = de jakhals détaler = weglopen qu’importe? = maakt niet uit l’ombre = de schaduw fait de même = doet hetzelfde s’endormir = inslapen la patte = de poot la queue = de staart fixer = strak aankijken;bekijken frapper = slaan à nouveau = opnieuw fuir = vluchten on en fera une autre = we maken wel een nieuwe Comment t’appelles-tu? = Hoe heet jij? Tu as quel âge;Quel âge as-tu? = Hoe oud ben jij? Quelle est ta couleur préférée = Wat is je lievelingskleur? Tu habites où? = Waar woon jij? Tu as du travail;Tu as un petit boulot? = Heb je een baantje? Tu fais du travail? = Werk je? Ton anniversaire, c’est quand? = Wanneer ben je jarig? Tu fais du sport? = Doe je aan sport? Tu parles une langue étrangère? = Spreek je een vreemde taal? Tu as des animaux? = Heb je dieren? Tu as un animal domestique? = Heb je een huisdier? Comment étaient tes vacances? = Hoe was de vakantie? Quels sont tes hobbies? = Wat zijn je hobbies? Tu as des frères ou des soeurs? = Heb je broers of zussen? Quelle matière tu préfères au lycée? = Welk vak vind je het leukst? Tu es en quelle classe? = In welke klas zit je? Tu joues d’un instrument? = Speel je op een instrument? Quel est ton pays préféré? = Wat is je lievelingsland?
Ingezonden op 07-11-2011 - 545x bekeken.
Laatst bijgewerkt:
16-01-2012
.
Nog niet genoeg stemmen voor waardering: geef je mening!
voting system
1
2
3
4
5
Veel suc6!
Maak gratis account aan
Toon volledig menu
Door deze site te gebruiken, ga je akkoord met het gebruik van cookies voor analytische doeleinden, gepersonaliseerde inhoud en advertenties.
Meer informatie.
Overhoor en verbeter je talenkennis op woordjesleren.nl. De grootste verzameling van Franse, Engelse, Duitse en anderstalige oefeningen. Naast talen zijn ook andere vakken beschikbaar, zoals biologie, geschiedenis en aardrijkskunde!