Vakken
Engels
Frans
Duits
Spaans
Nederlands
Grieks
Portugees
Italiaans
Latijn
Japans
Biologie
Aardrijkskunde
Natuur- en scheikunde
Wiskunde, rekenen
Economie
Geschiedenis
Eigen methodes
Alle vakken
Home
›
Alle vakken
›
Eigen methodes
›
basiswoordenlijst
› 15 basiswoordenlijst P
Helaas is de overhoormodule niet beschikbaar. Wel kun je deze lijst overhoren via StudyGo. Klik op 'Overhoren'
basiswoordenlijst
, deel P
15 basiswoordenlijst P
Jaar 5 (vwo)
Link voor email / website
Link naar overhoring, zonder bewerk/reactiemogelijkheid (ELO)
Open met deze code de oefening in miniTeach
Twitter
Facebook
Google+
LinkedIn
le pape = de paus par conséquent = bijgevolg; dientengevolge parcourir = afleggen pareil(le) = dezelfde ; hetzelfde parental = ouderlijk parlementer = onderhandelen; discussiëren parmi = te midden van; onder mettre à part = tenzijde leggen participer à = deelnemen aan à partir de = vanaf partout = overal pas grand-chose = niet veel passé = voorbij le passé = verleden passer = doorbrengen patiemment = met geduld; geduldig la patience = geduld le patron = baas; werkgever à peine = nauwelijks pendant = gedurende pénétrer = binnendringen perdre son temps = zijn tijd verliezen perdre = verliezen personne = niemand peser = wegen des petits = jongen; kleintjes peu = weinig avoir peur = bang zijn faire peur = bang maken la peur = de angst le phénomène = verschijnsel au pied de = aan de voet van le piège = valstrik; val le pire = ergste la pitié = medelijden être placé – geplaatst zijn plaire = behagen en pleine rue = midden op straat pleinement = volledig plonger = dopen; steken; duiken en plus = bovendien plusieurs = enkele à plusieurs reprises = herhaaldelijk en poche = op zak au point de = zozeer dat le poisson = vis la pomme = appel le pompier = brandweerman la population = bevolking le portable = mobieltje porter = brengen le poste = functie le poursuivant = voortzetten; achtervolgen pourtant = toch; echter pousser = duwen sans précédent – uniek; ongekend précéder = voorafgaan précieux = kostbaar prédire = voorspellen c’est à prendre ou à laisser = graag of niet près de = naast trop près = te dichtbij la présence = aanwezigheid jusqu’à présent = tot nu toe présenter = voorstellen se présenter = zich vertonen presque = bijna présumé(e) = vermoedelijk être pret à = bereid zijn om prétendre – beweren sous prétexte de = zogenaamd om le prétexte = voorwendsel la preuve = bewijs prévenir = voorkomen prévenu (être) = gewaarschuwd; gewaarschuwd zijn prévu = gepland prier = bidden la prière = gebed a priori = van tevoren; vooraf; in wezen la prison = gevangenis le prisonnier = gevangene se faire prisonnier = zich vrijwillig bij de politie melden procéder = te werk gaan le procès = rechtzaak; proces la profession = beroep; vak la proie = prooi; buit; slachtoffer proposer = voorstellen propre = schoon, eigen se protéger = zich beschermen la prothèse dentaire = gebit en provenance de = komende uit le proverbe = spreekwoord prudent = voorzichtig puisque = aangezien puissant = sterk la pulsion = impuls; aandrang pur(e) = zuiver
Ingezonden op 11-11-2011 - 1382x bekeken.
Nog niet genoeg stemmen voor waardering: geef je mening!
voting system
1
2
3
4
5
Maak gratis account aan
Toon volledig menu
Door deze site te gebruiken, ga je akkoord met het gebruik van cookies voor analytische doeleinden, gepersonaliseerde inhoud en advertenties.
Meer informatie.
Overhoor en verbeter je talenkennis op woordjesleren.nl. De grootste verzameling van Franse, Engelse, Duitse en anderstalige oefeningen. Naast talen zijn ook andere vakken beschikbaar, zoals biologie, geschiedenis en aardrijkskunde!