Vakken
Engels
Frans
Duits
Spaans
Nederlands
Grieks
Portugees
Italiaans
Latijn
Japans
Biologie
Aardrijkskunde
Natuur- en scheikunde
Wiskunde, rekenen
Economie
Geschiedenis
Eigen methodes
Alle vakken
Home
›
Alle vakken
›
Eigen methodes
›
basiswoordenlijst
› 16 basiswoorden Q + R
Helaas is de overhoormodule niet beschikbaar. Wel kun je deze lijst overhoren via StudyGo. Klik op 'Overhoren'
basiswoordenlijst
, deel Q + R
16 basiswoorden Q + R
Jaar 5 (vwo)
Link voor email / website
Link naar overhoring, zonder bewerk/reactiemogelijkheid (ELO)
Open met deze code de oefening in miniTeach
Twitter
Facebook
Google+
LinkedIn
basiswoorden Q le quai = perron qualifier = bestempelen quand meme = toch quant à = wat betreft à quelque = ongeveer quitter = verlaten basiswoorden R la racine = wortel radieux = stralend la raie = scheiding; haarscheiding rapide = snel se rappeler = zich herinneren se rapprocher = naderbij komen rarement = zelden rassurée = gerustgesteld ravi = verrukt ravissant = schitterend rayonnant = stralend rayonner = stralen réaliser = tot stand brengen recenser = tellen recevoir = krijgen reconnaître = erkennen être reconnu = erkend worden recruter = aanwerven être récupéré = teruggekregen réduire = beperken réel = werkelijk; wezenlijk la refuge = schuilplaats; toevluchtsoord le refus = weigering refuser = weigeren le regard = blik la règle = egel le regret = spijt; berouw régulier = vast; regelmatig remonter = teruggaan rempli = volbracht le renard = vos se rendre à = gaan naar renseigner = inlichtingen geven le repas = maaltijd reprendre goût à = opnieuw de smaak te pakken krijgen reprendre = hervatten à plusieurs reprises = herhaaldelijk reprocher = verwijten se reproduire = zich weer voordoen réputé = beroemd la réserve = het reservaat des réserves = voorraad; noodvoorraad le réservoir = tank résider dans = bestaan in; berusten op le responsable = verantwoordelijk persoon, schuldige ressentir = voelen rester = overhouden les restes = overblijfselen résurgir = opduiken retenir = teruggetrokken retourner = teruggaan réussir = slagen la revanche = wraak réveiller = wakker maken revenir = terugkomen revenir à = neerkomen op rêver = dromen la révolte = opstand richissime = heel rijk le risque = risico rouler = rijden en pleine rue = midden op straat la rumeur = gerucht
Ingezonden op 13-11-2011 - 1624x bekeken.
Nog niet genoeg stemmen voor waardering: geef je mening!
voting system
1
2
3
4
5
Maak gratis account aan
Toon volledig menu
Door deze site te gebruiken, ga je akkoord met het gebruik van cookies voor analytische doeleinden, gepersonaliseerde inhoud en advertenties.
Meer informatie.
Overhoor en verbeter je talenkennis op woordjesleren.nl. De grootste verzameling van Franse, Engelse, Duitse en anderstalige oefeningen. Naast talen zijn ook andere vakken beschikbaar, zoals biologie, geschiedenis en aardrijkskunde!