Vakken
Engels
Frans
Duits
Spaans
Nederlands
Grieks
Portugees
Italiaans
Latijn
Japans
Biologie
Aardrijkskunde
Natuur- en scheikunde
Wiskunde, rekenen
Economie
Geschiedenis
Eigen methodes
Alle vakken
Home
›
Alle vakken
›
Eigen methodes
›
!!A la Bartske
› 3 Engels - Onregelmatige ww
Helaas is de overhoormodule niet beschikbaar. Wel kun je deze lijst overhoren via StudyGo. Klik op 'Overhoren'
!!A la Bartske
3 Engels - Onregelmatige ww
Jaar 3 (Gymnasium)
Link voor email / website
Link naar overhoring, zonder bewerk/reactiemogelijkheid (ELO)
Open met deze code de oefening in miniTeach
Twitter
Facebook
Google+
LinkedIn
to be - was/were - been = zijn; worden to beat - beat - beaten = verslaan; slaan to become - became - become = worden to bet - bet - bet = wedden to bind bound bound = binden to bite - bit - bitten = bijten to blow - blew - blown = blazen; waaien to break - broke - broken = breken to bring - brought - brought = brengen to broadcast - broadcast - broadcast = uitzenden to build - built - built = bouwen to burn - burnt - burnt = verbranden; branden to buy - bought - bought = kopen to catch - caught - caught = vangen to choose - chose - chosen = kiezen to come - came - come = komen to cost - cost - cost = kosten to cut - cut - cut = snijden, knippen to deal - dealt - dealt = zaken doen (uit)delen to dig - dug - dug = graven to do - did - done = doen to draw - drew - drawn = trekken; tekenen to drink - drank - drunk = drinken to drive - drove -driven = aandrijven; drijven; rijden to eat - ate - eaten = eten to fall - fell - fallen = vallen to feed - fed - fed = zich voeden; voeden; voeren to feel - felt - felt = zich voelen; voelen to fight - fought - fought = vechten to find - found - found = vinden to flee - fled - fled = vluchten to fly - flew - flown = vliegen to forget - forgot - forgotten = vergeten to forgive - forgave - forgiven = vergeven to freeze - froze - frozen = (be)vriezen to get - got - got = krijgen; worden to give - gave - given = geven to go - went - gone = gaan to grow - grew - grown = groeien worden to hang - hung - hung = hangen to have (got) - had - had = hebben to hear - heard - heard = horen to hide - hid - hidden = zich verbergen verbergen to hit - hit - hit = slaan, raken to hold - held - held = (vast)houden to hurt - hurt - hurt = pijn doen to keep - kept - kept = houden bewaren to know - knew - known = weten kennen to lay - laid - laid = leggen to lead - led - led = leiden to learn - learnt - learnt = leren to leave - left - left = verlaten to let - let - let = laten verhuren to lie - lay - lain = liggen to lose - lost - lost = verliezen to make - made - made = maken to mean - meant - meant = bedoelen betekenen to meet - met - met = ontmoeten to pay - paid - paid = betalen to put - put - put = zetten leggen to quit - quit - quit = ophouden ophouden met to read - read - read = lezen to ride - rode - ridden = rijden (fiets/paard) to ring - rang - rung = (op)bellen to rise - rose - risen = opstaan stijgen to run - ran - run = rennen to say - said - said = zeggen te see - saw - seen = zien to sell - sold -sold = verkopen to send - sent - sent = verzenden to set - set - set = zetten to shake - shook - shaken = schudden to shoot - shot - shot = schieten to show - showed - shown = laten zien to shut - shut - shut = sluiten to sing - sang -sung = zingen to sit- sat - sat = zitten to sleep - slept - slept = slapen to smell - smelt - smelt = ruiken to speak - spoke - spoken = spreken to spell - spelt - spelt = spellen to spend - spent - spent = doorbrengen to split - split - split = splijten to stand - stood - stood = staan to steal - stole - stolen = stelen to stick - stuck - stuck = plakken to strike - struck - struck = slaan to swear - swore - sworn = zweren to sweep - swept - swept = vegen to swim - swam - swum = zwemmen to take - took - taken = nemen to teach - taught - taught = aanleren to tear - tore - torn = trekken to tell - told - told = vertellen to think - thought - thought = denken to throw - threw - thrown = gooien to understand - understood - understood = begrijpen to wake - woke - woken = wakker maken to wear - wore - worn = dragen to win - won - won = winnen to write - wrote - written = schrijven
Ingezonden op 16-11-2011 - 630x bekeken.
Nog niet genoeg stemmen voor waardering: geef je mening!
voting system
1
2
3
4
5
Maak gratis account aan
Toon volledig menu
Door deze site te gebruiken, ga je akkoord met het gebruik van cookies voor analytische doeleinden, gepersonaliseerde inhoud en advertenties.
Meer informatie.
Overhoor en verbeter je talenkennis op woordjesleren.nl. De grootste verzameling van Franse, Engelse, Duitse en anderstalige oefeningen. Naast talen zijn ook andere vakken beschikbaar, zoals biologie, geschiedenis en aardrijkskunde!