Helaas is de overhoormodule niet beschikbaar. Wel kun je deze lijst overhoren via StudyGo. Klik op 'Overhoren'

Vivat Roma!, deel 2

23 Woordjes les 19-23

Jaar 3 (Gymnasium)

tumultus, -us = tumult; oproer; onrust
claudere = sluiten
eicere, -io = eruitgooien;zetten; eruitzetten
paene = bijna
dexter = rechter
manus, -us = hand
res, res = zaak; ding; situatie
subitus = plotseling
alienus = vreemd; van een ander; andermans
constituere = plaatsen; vaststellen; besluiten te
atrox, atroces = afschuwelijk; gruwelijk
ferrum = ijzer; wapen; zwaard
haud = (volstrekt) niet; niet
altus = hoog; diep
mox = spoedig; weldra; gauw
interim = intussen
apud = bij
munus, munera = geschenk; opdracht; taak
aliquot = enige
dies, dies = dag
ops, opem = hulp
opes, opes = hulpmiddelen; macht
celare = verbergen; verborgen houden
nuntiare = berichten; melden
prudens, -entes = verstandig
trepidus = zenuwachtig
audacia = moed; overmoed
senator, -ores = senator; lid van de senaat
curia = curia; senaatsgebouw
senex, senes = oude man; oud
gradus, -us = stap; trede; trap
deicere = naar beneden gooien; werpen
tranquillus = rustig
metus, -us = angst; vrees
domum = naar huis
evocare = naar buiten roepen
appellare = noemen
via = weg; straat
iacere = liggen
flectere = buigen; op andere gedachten brengen; draaien; wenden
scelus, scelera = misdaad
corpus, corpora = lichaam; lijk
negare = ontkennen; zeggen dat niet; weigeren
forma = vorm; gedaante; uiterlijk; gestalte; schoonheid
incitare = aansporen; aanvuren
deducere = naar beneden brengen; brengen naar
sinister = links; linker-
opprimere = neerdrukken; naar beneden drukken; overweldigen
vox, voces = stem; woord; geluid
ulllus = (ook maar) enig; (ook maar) één; enig; één
concedere = toegeven; toestaan
nudus = naakt
ponere = plaatsen; zetten; leggen
sordidus = vuil; smerig; verachtelijk
deprehendere = grijpen; betrappen
persuadere = aanraden; overreden; overtuigen; overhalen
vincere = overwinnen
invenire = vinden; ontdekken
tantum = slechts
testis, testes = getuige
prior, priores = vroeger; eerder; vorig
armare = (be)wapenen; wapenen
supplicium = (dood)straf; straf
liberare = bevrijden (van); bevrijden
exemplum = voorbeeld
affirmare = verzekeren; bevestigen
abesse = afwezig zijn; ontbreken
condere = stichten; verbergen
occupare = bezetten; innemen; in beslag nemen
pellere = verdrijven
Roma = uit rome
liber = vrij
crudelis = wreed
tradere = overhandigen
iurare = zweren; een eed afleggen
C. = Gaius
adulescens, -entes = jongeman
nobilis = van adel; voornaam
ante = tevoren {bijw}
Romam = naar Rome
senatus, us = senaat
malle = liever willen
abii = abire {pf}
abire = weggaan; vertrekken
eo = daar; daarheen; daar(heen) {bijw}
turba = verwarring; menigte
prope = dichtbij; dichtbij + acc {bijw + nv?}
stipendium = soldij
uter = wie (van beiden)?; wie?; wie van beiden?
comprehensus = comprehendere {ppp}
comprehendere = grijpen
civis, cives = burger
temptare = op de proef stellen; proberen 
cito = snel
metuere = vrezen
inieci = inicere {pf}
inicere, -io = werpen (in + dat.); werpen
iterum iterumque = telkens weer
victus = vincere {ppp}
incolumis = ongedeerd
dimisi = dimittere {pf}
dimittere = wegzenden; laten gaan
causa = wegens; om {+ gen. ervoor}
trans = over(heen); over; overheen; aan de overzijde van {+acc}
obses, obsides = gijzelaar; gegijzelde
exercitus, -us = leger
deducere = naar beneden brengen; brengen naar; wegvoeren
procul a/ab = ver van
fefelli = fallere {pf}
telum = wapen; projectiel
legatus = gezant
remittere = terugsturen
reddere = teruggeven
coactus = cogere {ppp}
non solum ... sed etiam = niet alleen ... maar ook
tutus = veilig
etiam = ook; zelfs
permittere = toestaan
iniuria = onrecht
audax, audaces = moedig; overmoedig; brutaal; arrogant
celer, -ris, -re = snel; vlug
eloquentia = welsprekendheid
auctoritas, -ates = gezag; aanzien
praeterea = bovendien
sapiens, -ntes = wijs; verstandig
concordia = eendracht
situs = gelegen
alius, alia, aliud = ander
membrum = lid; deel; lichaamsdeel
singuli = elk afzonderlijk; één voor één
quietus = rustig
voluptas, voluptates = genoegen; genot; genieting
reliquus = overig
attuli, pf van: = afferre
afferre = aandragen; brengen naar
confeci, pf van: = conficere
conficere, -io = afmaken; voltooien
fames, famem = honger
extremus = buitenst; uiterst; laatst
apparet = het blijkt
seditio, -ones = opstand
similis +nv? = gelijk aan +dat; gelijkend op +dat
plebs, plebem = plebs; gewone volk
actus, ppp van: = agere
agere = leiden; voeren; brengen; doen; handelen; onderhandelen
neuter = geen van beiden
concurrere = te hoop lopen; rennen; slaags raken
concursus, -us = oploop; geren; botsing; treffen
tres = drie
vulnerare = verwonden
gaudium = vreugde; blijdschap
exclamare = uitroepen; het uitschreeuwen
infestus = vijandig; dreigend
forte = toevallig
integer = onaangetast; ongedeerd
ideo = daarom
e/ex + abl. = uit; van; vanuit; sinds
intervallum = tussenruimte
minimus = kleinst; zeer klein
prope bijw. = dichtbij
alter = de één; de andere
expectare + acc. = wachten op; verwachten; opwachten
a/ab + abl. = vanaf; vandaan; door
tertius = derde
eodem modo = op dezelfde manier
victoria = overwinning
exsultare = juichen
super + acc. + boven; over
cognoscere = leren kennen; vernemen ; herkennen
ferox, feroces = wild; fel; woest
incendere = in brand steken; ontsteken
incensus ppp = incendere
facinus, facinora o = daad; misdaad
motus ppp = movere
paulum = een beetje
paulo ante = kort tevoren
omnis = ieder; elk; geheel; allen
laudare = prijzen; loven
ius, iura o = recht; het recht; rechtbank
raptus ppp = rapere
in + abl. = in; op; tijdens; bij
iudicium = rechtbank; proces
causa = reden; oorzaak
defendi pf = defendere
existimare = schatten; menen; van mening zijn
iure = het recht; terecht
nolite = wil niet; wilt niet
ultimus = verst; buitenst; laatst
tuli pf = ferre
ferre = dragen; brengen; verdragen
absolutus ppp = absolvere
absolvere = losmaken; vrijspreken

Ingezonden op 16-01-2012 - 976x bekeken.
Nog niet genoeg stemmen voor waardering: geef je mening!

voting system
1
2
3
4
5

Dit zijn de woordjes van les 19-23, wij moesten deze leren en ik wou ze graag in 1 lijst...
Hoop dat iemand er wat aan heeft!
xxx

Deze overhoring is meer dan zeven jaar geleden ingestuurd. Dit was de begintijd van woordjesleren.nl!!
Waarschijnlijk werk je met een recentere uitgave en wijkt jouw boek af van de inzending hierboven.

Vakken

Vivat Roma!, deel 2

23 Woordjes les 19-23