Vakken
Engels
Frans
Duits
Spaans
Nederlands
Grieks
Portugees
Italiaans
Latijn
Japans
Biologie
Aardrijkskunde
Natuur- en scheikunde
Wiskunde, rekenen
Economie
Geschiedenis
Eigen methodes
Alle vakken
Home
›
Alle vakken
›
Eigen methodes
›
Amstelveen College 1G2
› 0 The vile victorians
Helaas is de overhoormodule niet beschikbaar. Wel kun je deze lijst overhoren via StudyGo. Klik op 'Overhoren'
Amstelveen College 1G2
, deel Engels
0 The vile victorians
Jaar 1 (Gymnasium)
Link voor email / website
Link naar overhoring, zonder bewerk/reactiemogelijkheid (ELO)
Open met deze code de oefening in miniTeach
Twitter
Facebook
Google+
LinkedIn
vile = gemeen; vuil many = veel {is telbaar} much = veel {is verzameling} a lot of = veel {telbaar en verzameling} kind; kinderen = child; children wich = welke {dingen} what = wat who = wie {mensen} waar = where {plaats} why = waarom very = heel erg dangerous = gevaarlijk place = plek; plaats reconstruction = reconstructie scream; screams = gil; gillen involve; involved = betrokken; betrekken accident = ongeluk work = werkstuk; werk (to) loose; lost = verliezen; verloren finger; fingers = vinger; vingers (to) contact = contact leggen (to) claim = schadevergoeding eisen money = geld verwonding; verwondingen = verwonding; verwondingen to get the sack = ontslag krijgen; de zak krijgen properly = grondig; intensief factory = fabriek; werkplaats chain; chains = ketting; kettingen (to) wield = hanteren huge = groot; enorm hammer = hamer cripple = invalide (to) turn = draaien weaving loom = weefgetouw twelve hours a day = 12 uur per dag ribbon = lint unfortunate = ongelukkig; betreurenswaardig nail;nails =nagel;nagels (to) teach = lesgeven enough =genoeg; voldoende (to) guess = raden too;to = ook; te; naar bad luck = ongeluk pech guarantee = garantie back = terug of course = natuurlijk chimney;chimneys = schoorsteen;schoorstenen (to) seem = lijken problem = probleem her ladyship = vrouwen van adel (to) believe= geloven blockage = obstakel definitely = absoluut though = desondanks;hoewel (to) clear = schoonmaken remember = onthouden (to) die = doodgaan (to) tell; (to) told = vertellen;vertelden (to) try = proberen clock = klok boy = jongen;tjonge (to) cough = hoesten (to) be stuck = vastzitten (to) jam up = opgraven unlike = niet als screwdriver = schroevendraaier spanner = spanner (to) annoy;(to) annoying = irritant tendency = peging (to) grow older = ouder worden big/bigger/biggest = groot/groter/grootst (to) replace = vervangen (to) rumble = rommelen Santa = Kerstman thing = ding job;jobs = baan;banen (to) invent = uitvinden technology = technologie electricity = elektriciteit railway = rails staal = steel ship;ships = schip;schepen car = auto postage stamps = postzegels movie;movies = film light bulb = gloeilamp telephone = telefoon presumably = vriendelijk easy = makkelijk (to) remember = onthouden
Ingezonden op 17-01-2012 - 1318x bekeken.
Laatst bijgewerkt:
28-01-2012
.
Nog niet genoeg stemmen voor waardering: geef je mening!
voting system
1
2
3
4
5
De eerste (voor maandag de 23ste januari)
Maak gratis account aan
Toon volledig menu
Door deze site te gebruiken, ga je akkoord met het gebruik van cookies voor analytische doeleinden, gepersonaliseerde inhoud en advertenties.
Meer informatie.
Overhoor en verbeter je talenkennis op woordjesleren.nl. De grootste verzameling van Franse, Engelse, Duitse en anderstalige oefeningen. Naast talen zijn ook andere vakken beschikbaar, zoals biologie, geschiedenis en aardrijkskunde!