Vakken
Engels
Frans
Duits
Spaans
Nederlands
Grieks
Portugees
Italiaans
Latijn
Japans
Biologie
Aardrijkskunde
Natuur- en scheikunde
Wiskunde, rekenen
Economie
Geschiedenis
Eigen methodes
Alle vakken
Home
›
Alle vakken
›
Eigen methodes
›
Amstelveen College 1G2
› 7 Tot en met H8
Helaas is de overhoormodule niet beschikbaar. Wel kun je deze lijst overhoren via StudyGo. Klik op 'Overhoren'
Amstelveen College 1G2
, deel Latijn
7 Tot en met H8
Jaar 1 (Gymnasium)
Link voor email / website
Link naar overhoring, zonder bewerk/reactiemogelijkheid (ELO)
Open met deze code de oefening in miniTeach
Twitter
Facebook
Google+
LinkedIn
audire = horen me = mij corpus, corpora = lichaam venire, venit = komen et = en invenire, inveni = vinden ibi = daar vestigium = voetspoor quoque = ook autem = echter eos = hen non = niet necare = doden mors, mortes, mortem = dood timere, timui = vrezen nunc = nu iuvare tum = toen parentes = ouders servus = slaaf statem = meteen relinquere = achterlaten dum = dan diu = lange tijd lacrimare = huilen deinde = vervolgens dicere, dixit = zeggen cur = waarom culpa = schuld vos = jullie esse, fui amor, amores = liefde vetare, vetui = verbieden nobis = van Niobe -i = ik -isti = jij -it = hij/zij -imus = wij -istis = jullie -erunt = zij -isse = infinitivus Imperfectum = (ik = ba-m)(jij = ba-s)(hij = ba-t)(wij = ba-mus)(jullie = ba-tis)(zij = ba-nt) a-stam ik roep = voc-o jij roept = voca-s hij roept = voca-t wij roepen = voca-mus jullie roepen = voca-tis zij roepen = voca-nt imp. geroepen = voca / voca-te inf. roepen = vocare e-stam ik maak bang = terre-o jij maakt bang = terre-s hij maakt bang = terre-t wij maken bang= terre-mus jullie maken bang= terre-tis zij maken bang = terre-nt imp. bang maken = terre / terre-te inf. bang maken = terre-re i-stam ik hoor = audi-o jij hoort = audi-s hij hoort = audi-t wij horen = audi-mus jullie horen = audi-tis zij horen = audi-nt imp. hoorden = audi / audi-te inf. gehoord = audi-re mk-stam ik leid = duc-o jij leidt = duc-i-s hij leidt = duc-i-t wij leiden = duc-i-mus jullie leiden = duc-i-tis zij leiden = duc-i-nt imp. lieden = duce / duc-i-te inf. geleiden = ducere Imperfectum ik riep = voca-ba-m jij riep = voca-ba-s hij riep = voca-ba-t wij riepen = voca-ba-mus jullie riepen = voca-ba-tis zij riepen = voca-ba-nt ik was bang = terre-ba-m jij was bang = terre-ba-s hij was bang = terre-ba-t wij waren bang = terre-ba-mus jullie waren bang = terre-ba-tis zij waren bang = terre-ba-nt ik hoorde = audi-e-ba-m jij hoorde = audi-e-ba-s hij hoorde = audi-e-ba-t wij hoorden = audi-e-ba-mus jullie hoorden = audi-e-ba-tis zij hoorden = audi-e-ba-nt ik leidde = duc-e-ba-m jij leidde = duc-e-ba-s hij leidde = duc-e-ba-t wij leidden = duc-e-ba-mus jullie leidden = duc-e-ba-tis zij leidden = duc-e-ba-nt perfectum ik heb geroepen = vocav-i jij hebt geroepen = vocav-isti hij heeft geroepen = vocav-it wij hebben geroepen = vocav-imus jullie hebben geroepen = vocav-istis zij riepen = vocav-erunt inf. geroepen = vocav-isse ik heb bang gemaakt = terru-i jij hebt bang gemaakt = terru-isti hij heeft bang gemaakt = terru-it wij hebben bang gemaakt = terru-imus jullie hebben bang gemaakt = terru-istis zij hebben bang gemaakt = terru-erunt inf. bang gemaakt = terru-isse ik heb gehoord = audiv-i jij hebt gehoord = audiv-isti hij heeft gehoord = audiv-it wij hebben gehoord = audiv-imus jullie hebben gehoord = audiv-istis zij hebben gehoord = audiv-erunt inf. gehoord = audiv-isse ik heb leden = dux-i jij hebt geleden = dux-isti hij heeft geleden = dux-it wij hebben geleden = dux-imus jullie hebben geleden = dux-istis zij hebben geleden = dux-erunt inf. geleden = dux-isse praesens esse ik ben = sum jij bent = es hij is = est wij zijn = sumus jullie zijn= estis zij zijn = sunt imp. = es wees = este inf. (te) zijn = esse praesens posse ik kan = pos-sum jij kan = pos-es hij kan = pos-est wij kunnen = pos-sumus jullie kunnen = pos-estis zij kunnen = pos-sunt inf. (te) kunnen = posse imperfectum esse ik was = era-m jij was = era-s hij was = era-t wij waren = era-mus jullie waren = era-tis zij waren = era-nt imperfectum posse ik kon = pot-era-m jij kon = pot-era-s hij kon = pot-era-t wij konden = pot-era-mus jullie konden = pot-era-tis zij konden = pot-era-nt roos / ond = ros-a roos / mw = ros-ae roos / lv = ros-am rozen / ond = ros-ae rozen / mv = ros-is rozen / lv = ros-as heer / ond = domin-us heer / mv = domin-o heer / lv = domin-um heren / ond = domin-i heren / mv = domin-is heren / lv = domin-os oorlog / ond = bell-um oorlog / mv = bell-o oorlog / lv = bell-um oorlog / ond = bell-a oorlog / mv = bell-is oorlog / lv = bell-a koning / ond = rex koning / mv = reg-em koning / ond = reg-es koning / lv = reg-es koningen / LV = reg-es ik / ond = ego ik / mv = mihi ik / lv = me wij / ond = nos wij / mv = nobis wij / lv = nos jij / ond = tu jij / mv = tibi jij / lv = te jullie / ond = vos jullie / mv = vobis jullie / lv = vos hij (m) / ond = is hij (m) / mv = ei hij (m) / lv = eum zij (m) / ond = ei zij (m) / mv = eis zij (m) / lv = eos zij (ev) / ond = ea zij (ev) / mv = ei zij (ev) / lv = eam zij (v) / ond = eae zij (v) / mv = eis zij (v) / lv = eas 8A: Graecus = Griek aedificare = bouwen vir, viri = man complere = vullen in = in; op ora = kust pro = voor Troia = Troje a(b) = van; vanaf navigare = varen prope = dichtbij occultare = verbergen Troianus = Trojaan de = vanaf murus = muur spectare = kijken navis = schip modo = slechts cito = snel porta = poort aperui = pf van aperire: openen e(x) = uit; sinds cucurri = pf van currere: rennen currere = rennen alii ... alii = sommigen ... anderen flamma = vlam; vuur delere = vernietigen urbs, urbes = stad cum = met ut = zodra credere = geloven; vertrouwen et ... et = zowel ... als donum = geschenk dolus = list carere = vrij zijn van; missen credidi = pf van credere: geloven 8B: Aeneas = Aeneas somnus = slaap apparere = verschijnen hostis = vijand habere = hebben; houden arma = wapens Penates = Penaten auxilium = hulp condere = opbergen; stichten lectus = bed surrexi = pf van surgere: opstaan surgere = opstaan ii = pf van ire: gaan ire = gaan instare = achterna zitten via = weg; straat clamor = geschreeuw cepi = pf van capere: nemen turba = menigte ad = naar regia = paleis ara = altaar horrui = pf van horrere: huiveren statui = pf van statuere: besluiten statuere = besluiten
Ingezonden op 18-01-2012 - 1653x bekeken.
Laatst bijgewerkt:
03-03-2012
.
Nog niet genoeg stemmen voor waardering: geef je mening!
voting system
1
2
3
4
5
voor woensdag 1/25/2012
Maak gratis account aan
Toon volledig menu
Door deze site te gebruiken, ga je akkoord met het gebruik van cookies voor analytische doeleinden, gepersonaliseerde inhoud en advertenties.
Meer informatie.
Overhoor en verbeter je talenkennis op woordjesleren.nl. De grootste verzameling van Franse, Engelse, Duitse en anderstalige oefeningen. Naast talen zijn ook andere vakken beschikbaar, zoals biologie, geschiedenis en aardrijkskunde!