Vakken
Engels
Frans
Duits
Spaans
Nederlands
Grieks
Portugees
Italiaans
Latijn
Japans
Biologie
Aardrijkskunde
Natuur- en scheikunde
Wiskunde, rekenen
Economie
Geschiedenis
Eigen methodes
Alle vakken
Home
›
Alle vakken
›
Eigen methodes
›
:Xx.Heartbounce:
› 4 Woordjes toets - Woordjes toets - Woordjes toets - Woordjes toets - Woordjes toets - Woordjes toets
Helaas is de overhoormodule niet beschikbaar. Wel kun je deze lijst overhoren via StudyGo. Klik op 'Overhoren'
:Xx.Heartbounce:
, deel Engels
4 Woordjes toets - Woordjes toets - Woordjes toets - Woordjes toets - Woordjes toets - Woordjes toets
Jaar 1 (Gymnasium)
Link voor email / website
Link naar overhoring, zonder bewerk/reactiemogelijkheid (ELO)
Open met deze code de oefening in miniTeach
Twitter
Facebook
Google+
LinkedIn
Time time = tijd age = tijdperk always = altid watch = horloge about = ongeveer to get = worden (krijgen) to look = kijken (naar) minute = minuut almost/nearly = bijna often = vaak last = laatste (vorige) since = sinds to come = komen soon = gauw ever = ooit never = nooit every = elke once = een keer twice = twee keer three times = drie keer when = wanneer tonight = vanavond during = tijdens sometimes = soms early = vroeg again = weer adult = volwassene grown-up = volwassene The week week = week day = dag hour = uur Monday = maandag Tuesday = dinsdag Wednesday = woensdag Thursday = donderdag Friday = vrijdag Saturday = zaterdag Sunday = zondag to go = gaan morning = ochtend from = van (vanaf) afternoon = vanmiddag evening = avond night = nacht today = vandaag yesterday = gisteren tomorrow = morgen the day after tomorrow = overmorgen the day before yesterday = eergisteren The year year = jaar month = maand January = januari February = februari March = maart April = april May = mei June = juni July = juli August = augustus September = september October = oktober November = november December = december Christmas = kerstmis new year`s day = nieuwjaar new year`s eve = oudjaar to start = beginnen to begin = beginnen to end = eindigen season = seizoen spring = lente summer = zomer autumn = herfst winter = winter The house neighbours = buren for sale = te koop same = zelfde wall = muur chair = stoel wood = hout wooden = houten window = raam to move = verplaatsen to knock = kloppen to enter = binnengaan to push = duwen to pull = trekken to ring = aanbellen bell = bel to close = sluiten to shut = sluiten to lock = op slot doen gate = hek (poort) key = sleutel to turn = omdraaien bookcase = boekenkast shelf = plank fire =vuur (brand) on fire = in brand match = lucifer to burn = branden to turn on/off = aan/uitzetten to switch on/off = aan/uitzetten into = in out of = uit behind = achter stairs = trap upstairs = boven downstairs = beneden tidy = netjes to get up = opstaan to sleep = slapen awake = wakker to wake up = wekken (wakker worden) alarm/alarm clock = wekker dream = droom about = over to dream = dromen wardrobe = klerenkast to show = laten zien homeless = dakloos sofa/settee/couck = bank
Ingezonden op 18-01-2012 - 1084x bekeken.
Nog niet genoeg stemmen voor waardering: geef je mening!
voting system
1
2
3
4
5
per = a!
een keer per dag.= once a day.
de namen van dagen beginnen in het engels met een HOOFDLETTER!
maandag = Monday
de namen van de maanden beginnen in het engels met een HOOFDLETTER!
januari = January
de eenvoudigste manier om een datum te schrijven is zoals in het nederlands: getal + maand!
18 januari = 18 January
Zo moet je een datum uitspreken: the eighteenth of January!
into = naar binnen!
She walked into a room.
In = binnen!
She was in the room.
Out of = uit / naar buiten!
She walked out of the room.
Maak gratis account aan
Toon volledig menu
Door deze site te gebruiken, ga je akkoord met het gebruik van cookies voor analytische doeleinden, gepersonaliseerde inhoud en advertenties.
Meer informatie.
Overhoor en verbeter je talenkennis op woordjesleren.nl. De grootste verzameling van Franse, Engelse, Duitse en anderstalige oefeningen. Naast talen zijn ook andere vakken beschikbaar, zoals biologie, geschiedenis en aardrijkskunde!