Vakken
Engels
Frans
Duits
Spaans
Nederlands
Grieks
Portugees
Italiaans
Latijn
Japans
Biologie
Aardrijkskunde
Natuur- en scheikunde
Wiskunde, rekenen
Economie
Geschiedenis
Eigen methodes
Alle vakken
Home
›
Alle vakken
›
Eigen methodes
›
Spaans2
› 3
Helaas is de overhoormodule niet beschikbaar. Wel kun je deze lijst overhoren via StudyGo. Klik op 'Overhoren'
Spaans2
hoofdstuk 3
Link voor email / website
Link naar overhoring, zonder bewerk/reactiemogelijkheid (ELO)
Open met deze code de oefening in miniTeach
Twitter
Facebook
Google+
LinkedIn
alegre = vrolijk algunos = enkele antiguo = oud aparcar el coche = de auto parkeren cerca = dichtbij depués de la clase = na de les el almacén = het magazijn el Ayuntamiento = het stadhuis el periodista = de verslaggever encima de = boven estar cansado = moe zijn girar = draaien, afslaan ir de vacaciones = op vakantie gaan la entrada = de ingang, het (toegangs-) kaartje la maleta = de koffer la mochila = de rugzak las cajas = de kassa’s lejos = ver weg seguir = volgen, doorgaan todavía = nog un ascensor = een lift un bocadillo = een broodje un cenicero = een asbak un centro comercial = een winkelcentrum un edificio = een gebouw un grupo de trabajo = een werkgroep un telebanco = een pinautomaat una estación = de metro een metrostation una reunión = een vergadering una tienda = een winkel aburrido = saai coger = pakken, nemen conceder = toestaan despedirse = afscheid nemen divertirse = zich vermaken la canción = het liedje la cuenta = de rekening los apuntes = de aantekeningen morir = doodgaan No se preocupe. = Maakt u zich geen zorgen. normalmente = normaal gesproken pedir = vragen, verzoeken preferir = liever hebben, de voorkeur geven aan reírse = lachen relajarse = zich ontspannen sano = gezond sentirse = zich voelen tan divertido = zo grappig un bolígrafo = een pen un diccionario = een woordenboek vestirse = zich aankleden alto = groot, hoog bajo = klein, laag delgado = slank el abrigo = de jas el armario = de kast el jersey = de trui el pastel = het gebakje el vestido = de jurk gordo = dik grande = groot la americana = het jasje la blusa = de blouse la bufanda = de sjaal la camisa = het overhemd la camiseta = het t-shirt la cazadora = het jack la corbata = de stropdas la falda = de rok la prenda = het kledingstuk las botas = de laarzen, hoge schoenen las zapatillas de deporte = de sneakers los guantes = de handschoenen los pantalones = de broek los pendientes = de oorbellen los vaqueros = de spijkerbroek los zapatos = de schoenen moreno = bruin pequeño = klein rubio = blond simpático = aardig tímido = verlegen
Ingezonden op 20-01-2012 - 977x bekeken.
Nog niet genoeg stemmen voor waardering: geef je mening!
voting system
1
2
3
4
5
Maak gratis account aan
Toon volledig menu
Door deze site te gebruiken, ga je akkoord met het gebruik van cookies voor analytische doeleinden, gepersonaliseerde inhoud en advertenties.
Meer informatie.
Overhoor en verbeter je talenkennis op woordjesleren.nl. De grootste verzameling van Franse, Engelse, Duitse en anderstalige oefeningen. Naast talen zijn ook andere vakken beschikbaar, zoals biologie, geschiedenis en aardrijkskunde!