Vakken
Engels
Frans
Duits
Spaans
Nederlands
Grieks
Portugees
Italiaans
Latijn
Japans
Biologie
Aardrijkskunde
Natuur- en scheikunde
Wiskunde, rekenen
Economie
Geschiedenis
Eigen methodes
Alle vakken
Home
›
Alle vakken
›
Eigen methodes
›
De Republiek in een tijd van Vorsten
› 1 Begrippenlijst H1
Helaas is de overhoormodule niet beschikbaar. Wel kun je deze lijst overhoren via StudyGo. Klik op 'Overhoren'
De Republiek in een tijd van Vorsten
, deel 1
1 Begrippenlijst H1
Jaar 5 (havo)
Link voor email / website
Link naar overhoring, zonder bewerk/reactiemogelijkheid (ELO)
Open met deze code de oefening in miniTeach
Twitter
Facebook
Google+
LinkedIn
Absolutisme = Regeersysteem waarbij de soevereine vorst absolute macht heeft. Anglicaanse kerk = De engelse staatskerk Autonomie = Zelfstandigheid, het recht op eigen wetten Centralisatie = Het overbrengen van de overheidsmacht van lokale en regionale besturen naar een centrale regering Commercialisering = Het vergroten van de invloed van de handel. Met commercialisering van de landbouw wordt bedoeld dat een groeiend deel van de productie is voor de handel Feodale traditie = Traditie waarbij de boeren verplichtingen hebben ten opzichte van de adel Habsburge rijk = Vanaf 13e eeuw heerste zij over Oostenrijk, waaruit ze hun macht vooral in de 15e en de 16e eeuw uitbreidde. Onder Karel V was het Habsburgse rijk op zijn hoogtepunt. Kettervervolgingen = vervolgingen van mensen die volgens de kerk niet de juiste leer aanhangen Moedernegotie = De belangrijkste handel waar andere handel van afhankelijk is en uit voorkomt Nederlanden = De zeventien Nederlandse gewesten die onder Karel V verenigd werden en onder Filips II uiteenvielen in de Noordelijke Nederlanden en de Zuidelijke Nederlanden Parlement = Volksvertegenwoordiging, in het bijzonder de Britse volksvertegenwoordiging. Protestantisme = Geloofsleer van kerken die zich als gevolg van de reformatie afsplitsen van de katholieke kerk Raad van State = Belangrijkste adviesorgaan van de Nederlandse regering, in 1531 opgericht door Karel V Reformatie = De reformatie wilde de kerk hervormen en terug laten keren tot de zuivere leer uit de Bijbel. Dit leidde vanaf de 16e eeuw tot afsplitsingen van de rooms-katholieke kerk en het ontstaan van aparte protestantse kerken Staatskerk = Kerk die door de staat als de officiƫle kerk erkend wordt, zoals de Anglicaanse kerk in Engeland Stadhouder = Plaatsvervanger. De stadhouder werd de hoogste gewestelijke functionaris, maar had ook andere bevoegdheden. Zo was hij bevelhebber van leger en vloot en laatste woord bij benoeming van regenten. Staten = Bestuur van een gewest, bestaande uit vertegenwoordigers van de steden en de adel. Vrede van Augsburg = Vredesverdrag tussen Duitse keizer Karel V en de protestantse Duitse vorsten in 1555. Bij de vrede van Augsburg werd bepaald dat iedere Duitse vorst de godsdienst van zijn onderdanen mocht bepalen. Daarmee was het streven van Karel V om in heel Duitsland het rooms-katholieke geloof te handhaven mislukt.
Ingezonden op 26-01-2012 - 2066x bekeken.
Nog niet genoeg stemmen voor waardering: geef je mening!
voting system
1
2
3
4
5
Maak gratis account aan
Toon volledig menu
Door deze site te gebruiken, ga je akkoord met het gebruik van cookies voor analytische doeleinden, gepersonaliseerde inhoud en advertenties.
Meer informatie.
Overhoor en verbeter je talenkennis op woordjesleren.nl. De grootste verzameling van Franse, Engelse, Duitse en anderstalige oefeningen. Naast talen zijn ook andere vakken beschikbaar, zoals biologie, geschiedenis en aardrijkskunde!