Helaas is de overhoormodule niet beschikbaar. Wel kun je deze lijst overhoren via StudyGo. Klik op 'Overhoren'

Diversen Engels

8 Voor mensen die LUI zijn (E-toets) groetjes van: -.-luiwammessen ♥♥♫

Jaar 3 (vmbo-t/havo/vwo)
 
 
Ingezonden op 13-02-2012 - 1801x bekeken. 
Waardering 6 (aantal stemmen: 4)
 

ZOZOZOZZOZOZOZOZO, jullie zijn LUI~!!! Want ik heb mooi een ORIGINELE E-TOETS voor jullie SPECIAAL OP WOORDJESLEREN.NL gezet zodat iedereen MAAR OOK IDEREEN een echte ORIGINELE E-TOETS DIE IK VAN MIJN DOCENT GEKREGEN HEB kan maken!!! VEEL SUC6 STELLETJE LUIWAMMESSEN!!

PS luitjes, dit is van STEPPING STONES :ty: :ty: Graagedaan -.-luiwammessen, ik vind het erg aardig van je.
graagedaan, dankuwel.

PPS ik ga ervan uit dat jullie wel weten hoe dit IN ZIJN WERK GAAT~~!!! EN GEEN GEZEUR WANT DIT IS: een origineeeeele toets~!

PPPS WAT DOEN JULLIE HET WEER GOED!! Nou, hieronder dan een antwoordenblad/uitwerkingen van de ORIGINELE E-TOETS! :ty: :ty:

Vocabulary

1
1 guided tour
2 valleys
3 wealth
4 stew
5 bug
6 add
7 sheet
8 signature
9 straw
10 company

2
1 history
2 space
3 spectacular
4 realize
5 world
6 design
7 mysterious
8 ago
9 decades
10 adventure

3
1 regularly
2 in time for
3 overtired
4 common sense
5 recommend
6 absence
7 injury
8 flu
9 attention
10 motivated

4
1 hospital
2 injection
3 broken leg
4 fever
5 worry

Stones

1 Say it in English
Schrijf op je antwoordblad wat je in het Engels zegt.

1 When did you visit Paris?
2 How did your friend go to school?
3 Did you brother listen to that CD yesterday?
4 Why did grandfather talk about the past?
5 Where did you meet your new (boy)friend / (girl)friend?
6 Who did you visit last week?
7 (No), we didn’t talk about you last night.
8 My mother didn’t go to Barcelona last month.
9 My parents went on a guided tour of the city / town on Monday.

2 Write the conversation
Schrijf het gesprek tussen Sebastian en Natasha op je antwoordblad. Gebruik de aanwijzingen tussen haakjes. Soms kun je kiezen welke woorden je wilt gebruiken.

1 Is your friend hurt?
2 Yes, he / she’s got a bruise / sprained ankle.
3 What was he / she doing when it / the accident happened?
4 He / She was running / playing basketball / skating at that moment.
5 He / She’s okay now
6 What's the matter / up / wrong with you?
7 I've only got a cold.
8 I was playing football / cycling / running when it started to snow yesterday.
9 Yes, I’m all right.

3 Write down the sentences
Lees de situaties. Bedenk iets dat de betreffende persoon wel of niet kan of kon doen (met behulp van can of could en can’t of couldn’t). Geef daarna de betreffende persoon advies met behulp van must(n’t), should(n’t), have to en don’t/doesn’t have to. Schrijf volledige zinnen op je antwoordblad. Zie het voorbeeld in zin 1.
2 a Layla can’t do her homework. / Layla can't concentrate.
b Jenny shouldn’t make so much noise.
3 a Andrew couldn’t play the piano.
b He should listen to the doctor / do what the doctor says.
4 a Sophia can’t walk / pick up the phone.
b Her mother has to pick up the phone.
5 a Dominic can’t eat (well).
b He shouldn’t be so nervous / He doesn't have to worry (so much).

Grammar

1 Complete the email
Lees de e-mail en schrijf de ontbrekende vragende voornaamwoorden op je antwoordblad.
1 When
2 Who
3 Where
4 how
5 Which
6 why
7 What

2 Write down the questions and negative sentences
Maak van de volgende zinnen vragen en ontkennende zinnen zoals in het voorbeeld en schrijf ze op je antwoordblad.
1 Could they hear the sea from their hotel room?
They couldn't hear the sea from their hotel room.
2 Did he arrive in Paris on 21 June?
He didn't arrive in Paris on 21 June.
3 Was the water very dirty?
The water wasn't very dirty.
4 Did David work in the supermarket yesterday?
David didn't work in the supermarket yesterday.
5 Was Laika the first dog to travel in space?
Laika wasn't the first dog to travel in space.
6 Did Kim visit her friend in hospital?
Kim didn't visit her friend in hospital.
7 Did John and Mary see The Great Wall of China last summer?
John and Mary didn't see The Great Wall of China last summer.
8 Did Ritchie and Jane sleep in a tent on a campsite?
Ritchie and Jane didn't sleep in a tent on a campsite.

3 Complete the sentences
Schrijf de juiste vorm, de past simple (talked, bijvoorbeeld) of de past continuous (was talking, bijvoorbeeld), van het werkwoord tussen haakjes op je antwoordblad.
1 was laughing – entered
2 was having – heard
3 were singing – called
4 was doing – saw
5 were walking – noticed
6 were preparing – rang
7 was writing – arrived
8 was driving – happened
9 were waiting ¬– left

4 Complete the conversation
Schrijf de juiste vorm op je antwoordblad. Kies uit must(n’t), should(n’t) of don’t/doesn’t have to.
In sommige zinnen zijn meerdere antwoorden mogelijk.
1 have to
2 shouldn’t
3 must / should
4 must / should / have to
5 must / have to
6 mustn't
7 should
8 must
9 don’t have to


Deze overhoring is meer dan zeven jaar geleden ingestuurd. Dit was de begintijd van woordjesleren.nl!!
Waarschijnlijk werk je met een recentere uitgave en wijkt jouw boek af van de inzending hierboven.





 

   
Door deze site te gebruiken, ga je akkoord met het gebruik van cookies voor analytische doeleinden, gepersonaliseerde inhoud en advertenties. Meer informatie.