Vakken
Engels
Frans
Duits
Spaans
Nederlands
Grieks
Portugees
Italiaans
Latijn
Japans
Biologie
Aardrijkskunde
Natuur- en scheikunde
Wiskunde, rekenen
Economie
Geschiedenis
Eigen methodes
Alle vakken
Home
›
Alle vakken
›
Eigen methodes
›
Praedinius Pegasus
› 6
Helaas is de overhoormodule niet beschikbaar. Wel kun je deze lijst overhoren via StudyGo. Klik op 'Overhoren'
Praedinius Pegasus
, deel 6
hoofdstuk 6
Jaar 3 (Gymnasium)
Link voor email / website
Link naar overhoring, zonder bewerk/reactiemogelijkheid (ELO)
Open met deze code de oefening in miniTeach
Twitter
Facebook
Google+
LinkedIn
salus, salutis v = heil; redding salutare = begroeten salutem dicere + dat. = (iemand) begroeten propries = eigen; kenmerkend aliqui, aliquae, aliquod = een; een of ander inanis, inanis = leeg, ijdel, nutteloos vanus = leeg imago, imaginis v = beeld, schim, verschijning; afbeelding, schim, verschijning casus, casus IV m = val, toeval, gebeurtenis silentium = stilte sonus = geluid attendere, attendi, attentus = opletten; de aandacht richten op mox = spoedig barba = baard catena = keten; ketting interdiu = overdag quamquam = hoewel memoria = herinnering timor, timoris m = angst deserere, deserui, desertus = verlaten; in de steek laten solitudo, solitudinis v = eenzaamheid monstrum = monster sive ... sive = (of) ... of ignarus = onwetend immo = integendeel, ja zeker; integendeel, sterker nog coepi = ik begin; ik ben begonnen lectus = bed poscere, poposci, - = eisen; vragen lumen, luminis o = licht; lamp scribere, scripsi, scriptus = schrijven animus = hart, geest, moed intendere, intendi, intentus = richten, inspannen vacuus + abl. = vrij van, leeg; zonder, leeg fingere, finxi, fictus = vormen; verzinnen initium = begin ubique = overal limen, liminis o = drempel intra + acc. = binnen respicere, respexi, respectus = terugkijken; omkijken digitus = vinger contra = daarentegen; aan de andere kant contra + acc. = tegen; tegenover significare = aanduiden; betekenen paulum = een beetje; weinig exspectare = verwachten; afwachten rursus = weer; opnieuw supra + acc. = boven sonare = laten klinken, geluid geven morari, moratus sum = verblijven, aarzelen tollere, sustuli, sublatus = optillen; opheffen lentus = langzaam; rustig gradus, gardus IV m = stap, rangorde; trap, rangorde posterus = volgend(e); later(e) magistratus, -us IV m = magistraat; ambtenaar monerem nonui, monitus = waarschuwen; aansporen os, ossis o = been; bot colligere, collegi, collectus = verzamelen publicus = van de staat; staats- postea = later condere, condidi, conditus = (ver)bergen, stichten manes m mv = zielen van de overledenen; schimmen sinere, sivi, situs = (toe)laten; toestaan cedere, cessi, cessus = (weg)gaan; wijken praebere, praebui, praebitus = aanbieden; verschaffen dubitare = aarzelen, twijfelen vale/valete = vaarwel deflectere, deflexi, deflexus = afbuigen; afslaan abesse, afui, - = afwezig zijn; weg zijn intellegere, intellexi, intellectus = begrijpen polliceri, pollicitus sum = beloven uter, utra, utrum = wie van beide, welk van beide uterque, utraeque, utrumque = elk (van beide) ullus = enige; een of andere aes, aeris o = koper discere, didici, - = leren; vernemen discipulus = leerling facies, faciei V v = gezciht; uiterlijk facultas, facultatis v = gelegenheid; mogelijkheid herba = gras; kruid; plant laus, laudis v = lof; roem ostentare = laten zien; tonen pauci m mv = enkel(e); weinig(e) pendere, pependidi, - = hangen vitium = fout; gebrek comes, comitis m = metgezel; vriend fortasse = misschien nudus = naakt; ongekleed postquam + perf. = nadat docere, docui, doctus = onderwijzen; meedelen suscipere, suscepi, susceptus = op zich nemen desinere, desii, desitus = ophouden vetus, veteris = oud adderem addidi, additus = toevoegen certus = zeker disputare = redeneren; uiteenzetten officium = taak; plicht offirmare = sterk maken; volharden otium = vrije tijd; niets doen permittere, permisi, permissus = toestaan; toelaten repente = plotseling rogare = vragen signum = teken; signaal valde = zeer; heel etiam = zelfs; ook gaudere, gavisus sum = zich verheugen; blij zijn morbus = ziekte inde = daarvandaan, daarna, vandaar honor, honoris m = eer, (ere)ambt; aanzien, (ere)ambt vigilare = wakker, waakzaam zijn; wakker zijn, waakzaam zijn
Ingezonden op 20-02-2012 - 902x bekeken.
Nog niet genoeg stemmen voor waardering: geef je mening!
voting system
1
2
3
4
5
Praedinius Gymnasium Pegasus Blok 6
Maak gratis account aan
Toon volledig menu
Door deze site te gebruiken, ga je akkoord met het gebruik van cookies voor analytische doeleinden, gepersonaliseerde inhoud en advertenties.
Meer informatie.
Overhoor en verbeter je talenkennis op woordjesleren.nl. De grootste verzameling van Franse, Engelse, Duitse en anderstalige oefeningen. Naast talen zijn ook andere vakken beschikbaar, zoals biologie, geschiedenis en aardrijkskunde!