Helaas is de overhoormodule niet beschikbaar. Wel kun je deze lijst overhoren via StudyGo. Klik op 'Overhoren'

Bestimmt! / Bestimmt so!, deel 1

4 Guten Appetit

Jaar 5 (tso)

das Bier = het bier
die Bratwurst = de braadworst
die Cola = de cola
der Kaffee = de koffie
das Käsebrot = de boterham met kaas
die Milch = de melk
das Mineralwasser = het plat water
die Pommes frites = de frieten
das Schinkenbrot = een boterham met ham
der Senf = de mosterd
der Sprudel = het spuitwater
die Suppe = de soep
der Tee = de thee
der Wein = de wijn
die Wurst = de worst
die Zitrone = de citroen
der Zucker = de suiker 
das Glas = het glas
die Flasche = de fles
die Tasse = de kop
der Apfel = de appel
die Äpfel = de appels
die Apfelsine = de sinaasappel
die Birne = de peer
der Braten = het gebraad
die Brezel = de krakeling
die Brezen = de krakelingen
das Brot = het brood
das Brötchen = het broodje
die Butter = de boter
der Joghurt = de yoghurt
der Käse = de kaas
die Kartoffel = de aardappel
das Kotelett = de kotelet
der Kuchen = de cake
der Salat = de sla
der Schinken = de ham
die Tomate = de tomaat
die Zwiebel = de ui
das Obst = het fruit
das Gemüse = de groente
das Ei = het ei
die Eier = de eieren
der Essig = de azijn
der Fisch = de vis 
das Hähnchen = de kip
die Kanne = de kan
das Öl = de olie
der Pfeffer = de peper
das Salz = het zout
die Sauce = de saus
die Spaghetti = de spaghetti
der Teller = het bord
die Untertasse = het schoteltje
das Frühstück = het ontbijt
das Mittagessen = het middageten
das Abendbrot = het avondmaal
das Picknick = de picknick
der Blumenkohl = de bloemkool
der Fisch = de vis
der Fruchtsaft = het fruitsap
der Löffel = de lepel
der Rotwein = de rode wijn
der Schnellimbiss = de cafetaria; de snackbar
der Weißwein = de witte wijn
der Zucker = de suiker
die Banane = de banaan
die Bohne = de boon
die Gabel = de vork
die Kantine = de kantine
die Konfitüre; die Marmelade = de confituur
die Nachspeise = het dessert
die Schokolade = de chocolade
die Speisekarte = de menukaart
die Spezialität = de specialiteit
die Vorspeise = de entree, voorgerecht
die Würste = de worsten
das Fleisch = het vlees
das Hauptgericht = het hoofdgerecht
das Gasthaus = de herberg
die Gasthäuser = de herbergen
das Selbstbedienungsrestaurant = het zelfbedieningrestaurant
das italienische Restaurant = het Italiaans restaurant
das Messer = het mes
das Öl = olie
das Getränk = de drank
das Mineralwasser = mineraalwater
das Abendessen = het avondeten
Was isst du zum Frühstück? = Wat eet je voor ontbijt?
Was isst du zum Mittagessen? = Wat eet je voor lunch?
Was isst du zum Abendessen? = Wat eet je voor diner?
frühstücken = ontbijten
Einen Tisch für 2 Personen bitte. = Een tafel voor 2 personen alstublieft.
Herr Ober, die Speisekarte bitte! = Ober, graag het menu!
Hier ist die Speisekarte / Getränkekarte / Weinkarte = Hier is het menu / de drankenkaart / de wijnkaart.
Haben Sie gewählt? = Hebt u gekozen?
Wir haben ein vegetarisches Angebot = We hebben een vegetarisch aanbod.
Was möchten Sie trinken? = Wat wilt u drinken?
Was können Sie uns empfehlen? = Wat kan u ons aanbevelen?
Ich empfehle Weißwein = Ik beveel witte wijn aan
Ich trinke Rotwein = Ik drink rode wijn.
Ich nehme einen.. / eine.. /ein.. = Ik neem een.../een.../een (verschillende manieren een)
Herr Ober, zahlen bitte! = Ober, wij willen graag betalen!
Is alles nach Wunsch? = Is alles naar wens?
Ja, es ist lecker = Ja, het is lekker
Der Rostbraten schmeckt sehr gut. = De biefstuk smaakt zeer goed.
Der Fisch ist ausgezeichnet = De vis is uitstekend
Der Wein ist hervorragend = De wijn is uitstekend.
Selbstverständlich! = Natuurlijk!
Guten Appetit! = Smakelijk!
danke = bedankt
Zum Wohl! = Gezondheid! Santé!
Gleichfalls = Hetzelfde
Die Bedienung ist prima = De bediening is prima
Es dauert lange, bevor wir etwas zum Trinken/Essen bekommen = Het duurt lang vooraleer we iets te drinken/eten krijgen
Diese Lokal ist gemütlich/kühl/angenehm/laut/modern/altmodisch = Deze gelegenheid (zaal) is gezellig/koel/aangenaam/luid/modern/oudbollig
Der Ober ist (un)freundlich = De ober is (on)vriendelijk
... ist lecker/ schmeckt sehr gut = ... is lekker/ smaakt zeer goed
ist zu kalt/ zu salzig/ zu trocken/ zu heiß = is te koud/ te zout/ te droog/ te warm
... ist zu süß/ zu scharf gebacken/ sauer/ zäh/ nicht frisch/ nicht durchbacken = te zoet/ te pikant gebakken/ zuur/ taai/ niet vers/ niet doorbakken
Ich kann überhaupt nicht kochen = Ik kan helemaal niet koken
Ich koche nicht gern = ik kook niet graag
Ich mag keinen Blumenkohl = Ik lust geen bloemkool
Es darf nur 5 Minuten dauern = Het mag slechts 5 minuten duren.
Ich will gesund leben = Ik wil gezond leven
Ich muss dann mehr Gemüse essen = Ik moet dan meer groenten eten
Vom Arzt soll ich weniger Fett essen = Van de dokter moet ik minder vet eten.

Ingezonden op 15-03-2012 - 1177x bekeken.
Nog niet genoeg stemmen voor waardering: geef je mening!

voting system
1
2
3
4
5

** Sommige woorden kunnen meermaals in deze lijst voorkomen **
** Fouten kunnen er in staan maar geen nood, ze zijn er om verbeterd te worden **

GoOd luck, my friend(in)! ;p

Deze overhoring is meer dan zeven jaar geleden ingestuurd. Dit was de begintijd van woordjesleren.nl!!
Waarschijnlijk werk je met een recentere uitgave en wijkt jouw boek af van de inzending hierboven.

Vakken

Bestimmt! / Bestimmt so!, deel 1

4 Guten Appetit