Vakken
Engels
Frans
Duits
Spaans
Nederlands
Grieks
Portugees
Italiaans
Latijn
Japans
Biologie
Aardrijkskunde
Natuur- en scheikunde
Wiskunde, rekenen
Economie
Geschiedenis
Eigen methodes
Alle vakken
Home
›
Alle vakken
›
Eigen methodes
›
Basiswoordenlijst Nederlands voor buitenlanders
› 41 41 tm 43
Helaas is de overhoormodule niet beschikbaar. Wel kun je deze lijst overhoren via StudyGo. Klik op 'Overhoren'
Basiswoordenlijst Nederlands voor buitenlanders
41 41 tm 43
Link voor email / website
Link naar overhoring, zonder bewerk/reactiemogelijkheid (ELO)
Open met deze code de oefening in miniTeach
Twitter
Facebook
Google+
LinkedIn
liefs = lots of love (at the end of a letter) hartelijke (hartelijk) = all the best = [hartelijke groeten] groeten (de groet) = Greetings (all the best = [hartelijke groeten]) gauw = soon heer (de) = man, gentleman mevrouw (de) = woman, lady hoogachtend (hoogachten) = regards, yours sincerely bellen (bellen) = call schrijven (schrijven) = write buitenland (het) = abroad = [in het buitenland] hou (houden) = keep contact (het) = in touch [keep in touch = hou … contact] verschillende (verschillend) = different manieren (de manier) = ways makkelijker (makkelijk) = easier dan = than vroeger = in the past toen = then brief (de) = letter sturen (sturen) = send duur = expensive goedkoop = cheap gratis = free computer (de) = computer post (de) = post pen (de) = pen papier (het) = paper schrijft (schrijven) = write hand = hand kaartje (het) = card mailen (mailen) = send an e-mail snel = quick gemakkelijk = easy normale (normaal) = normal functie (de) = function persoonlijk = personal op vakantie = on holiday, on vacation vakantie (de) = holiday, vacation stel je voor (zich voorstellen) = imagine iemand = someone gestorven (sterven) = died op bezoek = on a visit bezoek (het) = visit uitgenodigd (uitnodigen) = invited collega (de) = colleague morgen = tomorrow neemt ... afscheid (afscheid nemen) = is leaving afscheid (het) = leaving is van plan (van plan zijn) = is planning plan (het) = plan nadenken = think agenda = diary gezet (zetten) = put beloofd (beloven) = promised meenemen = (what shall) we take with us? = [wat zullen we meenemen?] koop (kopen) = buy boek (het) = book hang ... op (ophangen) = hang up kast (de) = cupboard onder = under meegebracht (meebrengen) = brought (with us) pakje (het) = parcel platteland (het) = countryside gebouwen (het gebouw) = buildings bladzijden (de bladzijde) = pages ernaast = opposite verhaal (het) = text prachtig = wonderful leg (leggen) = put direct = in a minute bekijken = look at voorstellen = introduce zus (de) = sister fris (de frisdrank) = soft (drink) pakken = take er ... bij = with it alsof = as if ziet er ... uit (eruit zien) = look, seem gebakken (bakken) = baked euro’s (de euro) = euros briefje (het) = note eurocent (de) = euro cent op = on portemonnee (de) = wallet leeg = empty ... in = into [are going into town = gaat de stad in] mooie (mooi) = nice, beautiful schoenen (de schoen) = shoes broek (de) = pair of trousers, pants zoekt (zoeken) = is looking for goedkope (goedkoop) = cheap bril (de) = pair of glasses tevoren = beforehand = [van tevoren] mee = come along [that he doesn't want to come = dat hij niet mee wilt] zaak (de) = shop ... in ... uit = in and out of z’n (zijn) = his vindt (vinden) = finds interessant = interesting ga mee (meegaan) = coming too trek ... aan = put on gauw = quickly m’n (mijn) = my op stap = out stap (de) = out = [op stap] ontzettend = extremely ongeveer = about anderhalf = one and a half prachtige (prachtig) = wonderful gevonden (vinden) = found precies = exactly goede (goed) = right maat (de) = size blauwe (blauw) = blue zware (zwaar) = heavy boeken (het boek) = books gekregen (krijgen) = got op = finished stelt voor (voorstellen) = suggests zouden (zullen) = were going to krijgt een kleur = goes red in the face kleur (de) = colour gezicht (het) = face grapje (het) = joke eerlijk = fair boos = angry stom = stupid helemaal = entirely [not … at all = helemaal niet] grappig = funny nooit meer = never again ijsje (het) = ice cream vraagt (vragen) = asks ikke (ik) = me roepen = shout tegelijk = together vergeten = forgotten
Ingezonden op 27-03-2012 - 3591x bekeken.
Nog niet genoeg stemmen voor waardering: geef je mening!
voting system
1
2
3
4
5
Maak gratis account aan
Toon volledig menu
Door deze site te gebruiken, ga je akkoord met het gebruik van cookies voor analytische doeleinden, gepersonaliseerde inhoud en advertenties.
Meer informatie.
Overhoor en verbeter je talenkennis op woordjesleren.nl. De grootste verzameling van Franse, Engelse, Duitse en anderstalige oefeningen. Naast talen zijn ook andere vakken beschikbaar, zoals biologie, geschiedenis en aardrijkskunde!