Vakken
Engels
Frans
Duits
Spaans
Nederlands
Grieks
Portugees
Italiaans
Latijn
Japans
Biologie
Aardrijkskunde
Natuur- en scheikunde
Wiskunde, rekenen
Economie
Geschiedenis
Eigen methodes
Alle vakken
Home
›
Alle vakken
›
Eigen methodes
›
Basiswoordenlijst Nederlands voor buitenlanders
› 2 Tegenstellingen
Helaas is de overhoormodule niet beschikbaar. Wel kun je deze lijst overhoren via StudyGo. Klik op 'Overhoren'
Basiswoordenlijst Nederlands voor buitenlanders
2 Tegenstellingen
Link voor email / website
Link naar overhoring, zonder bewerk/reactiemogelijkheid (ELO)
Open met deze code de oefening in miniTeach
Twitter
Facebook
Google+
LinkedIn
Tegenstellingen groot = klein dik = dun lang = kort arm = rijk goed = slecht man = vrouw hoog = laag boven = beneden altijd = nooit vaak = soms mooi = lelijk voor = achter slim = dom jongen = meisje lekker = vies snel = langzaam koud = warm / heet veel = weinig droog = nat open = gesloten / dicht zomer = winter alleen = samen ziek = gezond / beter dit = dat deze = die hier = daar dichtbij = ver weg wel = niet vroeg = laat vers = oud zon = regen lachen = huilen vader = moeder zoon = dochter broer = zus oom = tante neef = nicht opa = oma ja = nee in = uit (e.g. putting in the closet, taking out of the closet) aan = uit (e.g. turning lights on/off) inschrijven = uitschrijven vol = leeg voordeel = nadeel winnen = verliezen met = zonder vorig = volgend ander = dezelfde druk = rustig brengen = halen eerste = laatste noorden = zuiden oosten = westen duur = goedkoop blijven = doorgaan overdag = 'snachts / 'savonds nieuw = tweedehands hard = zacht vandaag = morgen geven = krijgen staan = liggen / zitten spreken = luisteren meer = minder stoppen = doorgaan gek = normaal vroeger = tegenwoordig prins = prinses licht = donker dag = nacht vergeten = onthouden aankomen = vertrekken waarvandaan = waarheen weggaan = thuiskomen goed = fout begin = einde verleden = toekomst gezond = ongezond voldoende = onvoldoende heen = terug breed = smal juist = onjuist oorlog = vrede intercity = stoptrein stijgen = dalen slapen = wakker zijn
Ingezonden op 27-03-2012 - 15462x bekeken.
Laatst bijgewerkt:
02-04-2012
.
Waardering 8.2 (aantal stemmen: 11)
voting system
1
2
3
4
5
Maak gratis account aan
Toon volledig menu
Door deze site te gebruiken, ga je akkoord met het gebruik van cookies voor analytische doeleinden, gepersonaliseerde inhoud en advertenties.
Meer informatie.
Overhoor en verbeter je talenkennis op woordjesleren.nl. De grootste verzameling van Franse, Engelse, Duitse en anderstalige oefeningen. Naast talen zijn ook andere vakken beschikbaar, zoals biologie, geschiedenis en aardrijkskunde!