Vakken
Engels
Frans
Duits
Spaans
Nederlands
Grieks
Portugees
Italiaans
Latijn
Japans
Biologie
Aardrijkskunde
Natuur- en scheikunde
Wiskunde, rekenen
Economie
Geschiedenis
Eigen methodes
Alle vakken
Home
›
Alle vakken
›
Eigen methodes
›
Engels 2nd bunch
› 5 Business1/2/3 + Financial Matters 1/2/3
Helaas is de overhoormodule niet beschikbaar. Wel kun je deze lijst overhoren via StudyGo. Klik op 'Overhoren'
Engels 2nd bunch
, deel 5
5 Business1/2/3 + Financial Matters 1/2/3
Jaar 6 (vwo)
Link voor email / website
Link naar overhoring, zonder bewerk/reactiemogelijkheid (ELO)
Open met deze code de oefening in miniTeach
Twitter
Facebook
Google+
LinkedIn
trade = handel to expand = uitbreiden expansion = uitbreiding to compete = concurreren competition = concurrentie competitor = concurrent competitive = concurrerend to manage = leiden profit = winst profitable = winstgevend share = aandeel to share = delen stocks = effecten stock exchange = effectenbeurs warehouse = pakhuis prosperous = welvarend prosperity = welvaart to prosper = bloeien boom = snelle groei to boom = snel groeien to yield = opleveren lucrative = lucratief to flourish = bloeien joint = gezamenlijk to exercise = uitoefenen manifestation = teken merchant = koopman merchandise = koopwaar attorney = gevolgmachtigde to go bankrupt/to go broke = failliet gaan bankruptcy = faillissement to start from scratch = met niets beginnen wholesale = groothandel retail = detailhandel retailer = kleinhandelaar debt = schuld to establish/found = oprichten/stichten executive = leiding gevende briefcase = aktentas to transfer = overbrengen to locate = vestigen benefit = voordeel to benefit/profit = profiteren to settle = regelen settlement = regeling plant = fabriek shrewd = slim magnate/tycoon = magnaat premises = pand commerce = handel to boost = stimuleren bulk = grote hoeveelheid prerequisite = noodzakelijke voorwaarde economic = economisch economical = zuinig to economize = bezuinigen cutback/cut = bezuiniging to lack = missen/niet hebben lack of = gebrek aan bank account = bankrekening wallet = portefeuille reward = beloning to reward = belonen proceeds = opbrengst to contribute = bijdragen contribution = bijdrage liable for = aansprakelijk voor exchange rate = wisselkoers to gamble = gokken fee = honorarium to squander = verkwisten currency = valuta allowance = toelage gross = bruto to take for granted = als vanzelfsprekend aannemen due = verschuldigd liberal = vrijgevig to soar = omhoogschieten to be lacking = ontbreken to purchase = kopen to prompt = ertoe brengen quest = het zoeken naar to remit/to transfer = overmaken arrears = achterstand to refund = terugbetalen deposit = aanbetaling to deduct = aftrekken to waste = verspillen waste = verspilling poverty = armoede admission (price) = toegangsprijs to maintain = onderhouden maintenance = alimentatie to afford = zich veroorloven to involve = met zich meebrengen to boil down to = neerkomen op quotation = prijsopgave wealth = rijkdom to inherit = erven inheritance = erfenis heir = erfgenaam heiress = erfgename to owe = schuldig zijn amount = bedrag to amount to = bedragen interest = rente loan = lening rate = tarief value = waarde valuable = kostbaar valuables = kostbaarheden purse = portemonnee generous = gul cash dispenser/cash machine/cashpoint = geldautomaat legacy = erfenis wealthy = rijk sole = enige solely = enkel en alleen to derive from = voortkomen uit affluent = rijk affluence = rijkdom to impose = opleggen revenue(s) = inkomsten plight = (slechte) toestand firm = firma supply and demand = vraag en aanbod board of directors = raad van comissarissen turnover = omzet outlet = verkooppunt to invent = uitvinden invention = uitvinding recession = recessie trader = handelaar equivalent = equivalent tax = belasting auction = veiling setback = tegenslag to claim = eisen bargain = koopje to bargain = onderhandelen (over prijs) to charge = rekenen receipt = kassabon to authorize = machtigen to stipulate = bepalen barrier = barrière to switch = schakelen switch = overschakeling slump = recessie beneficial = gunstig to thrive = bloeien to cash in on = profiteren van to relate to = in verband staan met to consolidate = versterken commodity = handelswaar
Ingezonden op 27-03-2012 - 1164x bekeken.
Nog niet genoeg stemmen voor waardering: geef je mening!
voting system
1
2
3
4
5
Maak gratis account aan
Toon volledig menu
Door deze site te gebruiken, ga je akkoord met het gebruik van cookies voor analytische doeleinden, gepersonaliseerde inhoud en advertenties.
Meer informatie.
Overhoor en verbeter je talenkennis op woordjesleren.nl. De grootste verzameling van Franse, Engelse, Duitse en anderstalige oefeningen. Naast talen zijn ook andere vakken beschikbaar, zoals biologie, geschiedenis en aardrijkskunde!