Helaas is de overhoormodule niet beschikbaar. Wel kun je deze lijst overhoren via StudyGo. Klik op 'Overhoren'

Wordweb

456789 Engels examen idioom voor 4/5 havo H 4 tm 9

Jaar 4 (havo)

excess = overmatig
poundage = gewicht
obesity = zwaarlijvigheid
conscious = bewust
to hamper = in de weg staan
hindrance = belemmering
spokesman = woordvoerder
vein = ader
vessel = bloedvat
to vomit = braken
ward = afdeling; zaal
wholesome = gezond
wretched = ellendig
to yell = schreeuwen
mentally retarded = geestelijk gehandicapt
suicide = zelfdoding
meticulous = heel nauwkeurig
surgeon = chirurg
to extract = (uit)trekken
strain = spanning
to respond = reageren
to recover = er weer bovenop komen
premature = te vroeg geboren
to reckon = aannemen
incurable = ongeneeslijk
to ration = rantsoeneren
nervous breakdown = zenuwinstorting
gross = grof
sound = gezond
National Health Service = Nationale Gezondheidszorg
to succeed = slagen
provisional = voorlopig
to reconcile oneself to = zich neerleggen bij
fee = honorarium
to impair = schaden
GP = huisarts
lingering = slepend
constitution = gestel
queer = vreemd
lethal = dodelijk
stress = spanning
severe = hevige
to measure = meten
agony = ondraaglijke pijn
spectacles = bril
to slim = afslanken
hazardous = gevaarlijk
preoccupation = zorg
to be immersed in = opgaan in
paunch = dikke buik
assessment = inschatting
birth certificate = geboortebewijs
prudent = voorzichtig
blood pressure = bloeddruk
blood-fat = cholesterol
questionnaire = vragenlijst
check-up = algemeen medisch onderzoek
physical = algemeen medisch onderzoek
family practitioner = huisarts
treatment = behandeling
to modify = wijzigen
prime = bloei
apprehensive = bezorgd
GP consultation = consult bij de huisarts
surgery = spreekkamer
to X-ray = doorlichten
to depress = neerslachtig maken
to reveal = bekend maken
insufficient = onvoldoende
to restrict = beperken
to resign = aftreden
benevolent = welwillend
horrifying = schokkend
to subject to = onderwerpen
guinea pig = proefkonijn
deficiency = gebrek
to prevent = voorkomen
foetus = ongeboren vrucht
clinical trial = klinische proef
pregnant = zwanger
judgement = oordeel
anaemia = bloedarmoede
anxiety = ongerustheid
spinal cord = ruggemerg
to disclose = onthullen
malpractice = medische fout
file = dossier
secrecy = geheimhouding
erroneous = foutief
to encroach on = inbreuk maken op
prejudicial = bevooroordeeld
unanimous = eenstemmig
kidney = nier
repellent = weerzinwekkend
5:
scheme = project
stable = stabiel
to nominate = nomineren
rumour = gerucht
to covet = begeren
homage = eer
executive = uitvoerend
constitution = grondwet
poll = opiniepeiling
to dispatch = (ver)sturen
outcome = uitslag
ballot = stem(biljet)
revenu = inkomsten
implacable = onverzoenlijk
to succeed = opvolgen
polls = verkiezingen
to be opposed to = gekant zijn tegen
exile = ballingschap
to outline = schetsen
to support = steunen
councillor = raadslid
to comprise = tellen
item = programmapunt
irrevocable = onherroepelijk
alliance = bondgenootschap
Commons = Lagerhuis
reciprocal = wederzijds
resistance = weerstand
delegate = afgevaardigde
administration = regering
to represent = vertegenwoordigen
placard = spandoek
policy = beleid
grievance = grief
dedicated = toegewijd
justice = rechtvaardigheid
progress = vooruitgang
to decree = gelasten
General Assembly = Algemene Vergadering
quota = evenredig aandeel; quota
concept = gedachte
civil service = ambtenaren
benefit = voordeel
benefit = toelage
to antagonize = tegen zich in het harnas jagen
survey = onderzoek
authority = overheid
framework = structuur
candour = openhartigheid
to safeguard = beschermen
MP = parlementslid
campaign = actie
constituency = kiesdistrict
surfeit = overvloed
Speaker = voorzitter van het Lagerhuis
issue = vraagstuk
to associate with = koppelen aan
to implement = uitvoeren
inconsistent with = strijdig met
priority = voorrang
pursuit = achtervolging
community = gemeenschap
obedience = gehoorzaamheid
to abuse = uitschelden
to cope with = iets aankunnen
autocratic = alleenheersend
era = jaartelling
empire = wereldrijk
periheral = ondergeschikt
foundation = stichting
to reverse = herzien; corrigeren
crusade = felle campagne
judicious = voorzichtig
to transmute = omzetten
innate = aangeboren
perfidy = trouweloosheid
contention = opvatting
domestic = buitenlands
conspiracy of one = samenzwering
remarkable = opmerkelijk
prominence = bekendheid
liberal = ruimdenkend
equality = gelijkheid
degree = graad
to constrain = (af)dwingen
degrading = vernederend
to enforce = op de naleving toezien
inequity = onrechtvaardigheid
resource = uitweg
flexible = variabel; flexibel
fusion = versmelten
to refrain = nalaten
6:
successive = opeenvolgend
opponent = tegenstander
to stress = onderstrepen, beklemtonen
credibility = geloofwaardigheid
repulsive = weerzinwekkend
detestable = walgelijk
to collapse = instorten, bezwijken
inevitable = onvermijdelijk
to curtail = bezuinigen, verminderen
discrepancy = verschil, tegenstrijdigheid
short-term = korte-termijn
to abhor = verafschuwen
tribe = stam 
racial equality = rassengelijkheid
colour bar = verbod voor kleurlingen
insidious = verraderlijk, geniepig
to confine = beperken
to permeate = doordringen, zich overal verspreiden
ethnic minority = etnische minderheid
civil rights movement = beweging voor burgerrechten
adverse to = strijdig met, nadelig voor
woeful = jammerlijk, beklagenswaardig
gratuitous = onnodig, nodeloos, vrijblijvend
to ratify = goedkeuren
to relinquish = opgeven, verlaten
to indulge = toegeven
presumption = veronderstellig
to alienate = vervreemden
scrap heap = vuilnisbelt
to repudiate = verwerpen
subsequent = opeenvolgend
preservation = instandhouding, behoud
disproportionally = onevenredig, niet naar verhouding
viable = uitvoerbaar
ultimate = uiteindelijk, definitief
immaterial = onbelangrijk
to arouse = (op)wekken, prikkelen
to convey = overbrengen
solely = uitsluitend
pretension = aanspraak
blatant = schaamteloos, ergerlijk
bias = vooroordeel
superficial = oppervlakkig
to emulate = evenaren
to assimilate = zich aanpassen, overnemen
exploitation = uitbuiting
oppression = onderdrukking
to denounce = aan de kaak stellen, beschuldigen
vigilant = alert, waakzaam
integrated = geintergreerd, tot een eenheid gemaakt
improverished = verpauperd, totaal verarmd
to condone = goedpraten
virulent = kwaadaardig, venijnig
to segregate = scheiden naar ras
to abrogate = afschaffen, opheffen
unremitting = onverminderd, niet aflatend
predominant = overheersend, belangrijkste
preponderance = meerderheid, overmacht
cursory = vluchtig
intermittent = steeds terugkerend
majority rule = regering van de meerderheid
to resolve = besluiten
doublespeak = dubbelzinnigheden
transition = overgang
to partition = verdelen
current = gangbaar, actueel
heritage = erfgoed
allocation = toekenning, toewijzing
righteous = gerechtvaardigd
to torture = martelen
7:
to conceal = verbergen
aerial = antenne
to compile = samenstellen
gruesome = afschuwelijk; walgelijk
adult = volwassen
to aim at = mikken op
suitable = geschikt
series = serie
off button = uitzetknop; 'uit'-knop
to appreciate = waarderen
channel = tv-kanaal
to omit = overslaan
heading = titel
essay = opstel
trivial = onbenullig
resistance = verzet
denominator = deler; noemer
to supervise = toezien op
cosy = gezellig
squemishness = overgevoeligheid; preutsheid
scriptwriter = scenarioschrijver
to allow for = rekening houden met
audience = publiek
screen = scherm; televisie
cute = schattig
enchanting = aantrekkelijk
gratified = blij; tevreden
newscaster = nieuwslezer
random = zomaar; willekeurig
newseditor = nieuwsredacteur
involved = betrokken
upset = geschokt; van streek
intrusive = opdringerig
distraught = radeloos
point-blank = botweg
doddle = makkie
stage = stadium
performance = optreden
cuttings = knipsels
to probe = diepgaan
primetime = zendtijd met de hoogste kijkdichtheid
to sneer at = spotten met
trash = troep; rotzooi
ingrained = ingeworteld
commercial sponsership = sponsering door bedrijven
assiduous = ijverig; vlijtig
to thrive = goed doen
to topple = verdrijven, doen omvallen
ratings table = tabel van de waarderingscijfers
viewing figures = kijkcijfers
to emphasize = benadrukken'
to commission = aanstellen, opdracht geven
fringe theatre = avant-gardetoneel
scrutiny = nauwkeurig onderzoek
to tune in to = afstemmen op
locatable = te vinden op de kaart
key character = hoofdfiguur
to trace = het spoor volgen, nagaan
decade = periode van tien jaar
aspriation = abitie, ideaal
to pull one's leg = in de malig nemen
mischievous = schadelijk, kwalijk
video 'nasty' = schunnige video
privy to = op de hoogte van
notion = idee, veronderstelling
inflammatory = opwindend
to prosecute = gerechtelijk vervolgen
stealthy = stiekem, in het geniep
grist = vereiste hoeveelheid materiaal
8:
VAT = BTW
virtually = praktisch, feitelijk
to waver = aarzelen
to satisfy = voldoen aan, bevredigen
stock = vorraad
congestion = opstopping, verstopping
site = lockatie, (bouw)terrein
to purchase = kopen
currency = valuta
instalment = termijn
range = assortiment
sample = monster, staal
estate = landgoed
source = bron
setback = tegenslag
to extend = uitbreiden
port = haven
ordinary = gewoon, allerdaags
size = omvang, grootte
stock = aandeel
to settle = voldoen
bargain = koopje
to merge with = fuseren met, samengaan met
budget = begroting
rapid = snel
to insure = verzekeren
tax = belasting
circulation = omloop 
economic = ecoomisch(e)
overdraft = bankschuld, debet
the stock exchange = de beurs
to transfer = overmaken
economy = economie
per capita = per hoofd van de bevolking
affluence = rijkdom, welvaart
prosperous = welvarend
unemployment = werkloosheid
selfsuffien = onafhankelijk, voor zichzelf zorgend
boost = verhoging, stimulans
decline = daling afname 
to reject = verwerpen
cutback = bezuiniging, besnoeiing
gain = winst
profit = winst
lack = gebrek
stance = stand(punt), positie
despite = ondanks
vocational = beroeps-
to contribute = bijdragen
worthwhile = de moeite waard
scarce = schaars
to confine to = beperken
considerable = aanzienlijk
deceit = bedrog
to resume = hervatten, weer opnemen
labour = arbeid
to ensure = garanderen
to distribute = verdelen
wealth = rijkdom
economical = zuinig
economically = economisch gezien
to inhibit= weerhouden, belemmeren
hardship = ontbering
shortage = tekort
income = inkomen
disastrous = rampzalig
reduction = verlaging, korting
living standard = levensstandaard
destitution = berooidheid, bittere armoede
to assume = (veronder)stellen
to escape from = ontsnappen aan
coninual = voortdurend
to envolve = (geleidelijk)ontwikkelen
corporation = bedrijf
consumer = koper, afnemer
exploration = opsporing, verkenning
effective = succesvol, doeltreffend
to balance against = afwegen tegen
privatization = overheveling naar de prive sector, privatisering
chancellor of the Exchequer = minister van financien
accountable = aansprakelijk, verantwoordelijk
prize= prijs
9:
wallet = portefeuille
accomplice = medeplichtige
bondage = slavernij
brutal = bruut, wreed
counterfeit = vals, onecht
forgery = vervalsing
hooligan = relschopper, vandaal
to trap = in de val laten lopen, verstrikken
hostage = gijzelaar
impostor = bedrieger
mutiny = muiterij
perverse = pervers, door en door slecht
phoney = vals, onecht
reward = beloning
rural = plattenlands-, landelijk
for the sake of = terwille van, in het belang van
to rejoice in = zich verheugen over
rude = onbeschoft
to plot = samenzweren
to poach = illegaal jagen, stropen
to suspect = verdenken
to pierce = doorboren
to abduct = ontvoeren
ransom = losgeld
to divert = om-,afleiden, een andere bestemming geven
to dodge = ontduiken
to rouse = (op)wekken
to stab = steken
to seize = grijpen, beetpakken
traitor = verrader
arson = brandstichting
trail = proces, zaak
evidence = bewijs
valid = geldig
investigation = onderzoek
deliberate = met opzet
crucial = heel belangrijk, cruciaal
submission = mening, oordeel, suggestie
to overrule = afwijzen
prosecutor = aanklager
garbage = afval
to fake = vervalsen, doen alsof
toll = slachtoffers, tol
to reassure = geruststellen
to mug = aanvallen en beroven
to report = aangeven, melden
unrecorded = niet geregistreerd
to dispel = verdrijven
target = doel(wit)
to venture out = zich buiten wagen
temptation = verleiding
clear-up rates = ophelderingscijfer
to spotlight = onder de aandacht brengen
beat = rode, wijk 
to hold hostage = gijzelen
to accuse of = beschuldigen van
drug trafficking = handelen in drugs
extotrion = afpersing
lucid = helder
convincing = overtuigend
to exploit = uitbuiten
to destabilize = destabiliseren, ontwrichten
haphazard = lukraak, op toeval berustend
counterproductive = averechts(werkend) 
partisan = partijdig
implement = gereedschap
inference = conclusie
ruthless = meedogenloos
concultant = adviseur, expert
homicide = doodslag, moord
infinitely = oneindig
domestic situation = thuissituatie, gezinssituatie
data = gegevens
offender = dader
to convict = schuldig bevinden
inadequate = minderwaardig, ontoereikend

Ingezonden op 11-02-2008 - 7533x bekeken.
Waardering 6 (aantal stemmen: 4)

voting system
1
2
3
4
5

Deze overhoring is meer dan zeven jaar geleden ingestuurd. Dit was de begintijd van woordjesleren.nl!!
Waarschijnlijk werk je met een recentere uitgave en wijkt jouw boek af van de inzending hierboven.

Vakken

Wordweb

456789 Engels examen idioom voor 4/5 havo H 4 tm 9