Helaas is de overhoormodule niet beschikbaar. Wel kun je deze lijst overhoren via StudyGo. Klik op 'Overhoren'

sprachstadt

2 auf der polizeiwache

Jaar 3 (mavo/havo/vwo)

der Diebstahl = de diefstal
der Einbruch = de inbrak
das Formular = het formulier
Protokoll aufnehmen über = proces-verbaal maken over
der Räuber = de overvaller
der Taschendieb = de zakkenroller
der Verbrecher = de misdadiger
verurteilen = veroordelen
die Anzeige = de aangifte
die Versicherungsgesellschaft = de verzekeringsmaatschappij
bedrohen = bedriegen

Das Auto wurde abgeschleppt. = De auto werd weggesleept.
Ich möchte einen Diebstahl anzeigen. = Ik wil een diefstal aangeven.
Wollen sie bitte das Formular ausfüllen? = Wilt u a.u.b. het formulier invullen?
Der Räuber war bewaffnet. = De overvaller was bewapend.
Er hat micht mit einem Messer Bedroht. = hij heeft me met een mes bedreigd
Auch die Geldbörse war weg. = Ook de portemonnee was weg.
Der Tourist musste eine Geldstrafe bezahlen. = De tourist moest een boete betalen.
Der Dieb rannte davon. = De dief rende weg.
Der Einbrecher trug eine Mütze. = De inbreker droeg een muts.
Mein neuer Fotoapparat wurde gestohlen. = Mijn nieuwe fototoestel is gestolen.
Haben Sie schon beim Fundbüro nachgefragt? = Heeft u al navraag gedaan bij het bureau voor gevonden voorwerpen?
Wann wurde dein Fahrrad geklaut? = Wanneer werd je fiets gestolen?
Er hat sein Auto falsch geparkt = Hij heeft zijn auto fout geparkeerd.
Was hat er jetzt verbrochen? = Wat heeft hij nu misdaan?
Der Dieb war im Nu verschwunden. = De dief was in een oogwenk verdwenen.

Ingezonden op 31-03-2012 - 846x bekeken.
Nog niet genoeg stemmen voor waardering: geef je mening!

voting system
1
2
3
4
5

*sommige dingen zijn verranderd

leeraar verbetering (fouten in het boekje namelijk)

Vakken

sprachstadt

2 auf der polizeiwache