Vakken
Engels
Frans
Duits
Spaans
Nederlands
Grieks
Portugees
Italiaans
Latijn
Japans
Biologie
Aardrijkskunde
Natuur- en scheikunde
Wiskunde, rekenen
Economie
Geschiedenis
Eigen methodes
Alle vakken
Home
›
Alle vakken
›
Eigen methodes
›
Amstelveen College 1G2
› 1 Alle woorden les 1
Helaas is de overhoormodule niet beschikbaar. Wel kun je deze lijst overhoren via StudyGo. Klik op 'Overhoren'
Amstelveen College 1G2
, deel Spaans
1 Alle woorden les 1
Jaar 1
Link voor email / website
Link naar overhoring, zonder bewerk/reactiemogelijkheid (ELO)
Open met deze code de oefening in miniTeach
Twitter
Facebook
Google+
LinkedIn
¿Quién es él/ella? = Wie is hij/zij? ¿quién? = wie? él = hij la idea = het idee ¿De dónde eres? = Waar kom je vandaan? ¿de dónde? = waarvandaan? Costa Rica = de Costa Rica San José {hoofdstad van Costa Rica} = San José {hoofdstad van Costa Rica} ahora = nu Soy de = ik kom uit de = van, uit Ella es = Zij is; Dat is ella = zij Tú eres de... = Jij komt uit... Holanda = Nederland ¿verdad? = toch?; of niet? si = ja bueno = nou; goed regular = het gaat wel pues = nou; dus yo = ik fatal = heel slecht los/las = de (mv) el/la amigo/-a = de vriend/de vriendin {mannelijk en vrouwelijk? mannelijk} ser = zijn los hermanos = de broers en zussen el hermano = de broer la hermana = de zus el recreo = de pauze charlar = kletsen; praten con = met el/la compañero/-a = de klasgenoot / de klasgenote nuevo/-a = nieuw ellos/ellas = zij (m/v) ser de = uit ... komen pero = maar estudiar = leren; op school zitten hablar = praten; spreken ¡Hola! = Hallo! ¡Buenos dias! = Goedemorgen; Goedemiddag ¿Que tal? = Hoe gaat het? Muy bien = Erg goed Muy = erg; heel bien = goed ¿Y tú? = en jij? y = en tú = jij Me llamo = ik heet ¿Cómo te llamas? = Hoe heet jij? ¿cómo? = hoe? ¡Adios! = Tot ziens! ¡Hasta mañana! = tot morgen hasta = tot mañana = morgen ¡Hasta luego! = Tot straks!; Tot ziens! luego = straks en la clase = in de les; in het lokaal en = in; op la clase = de klas; de les ¡Bueno días, chicos! = Goedemorgen, jongens en meiden! el chico = de jongen la chica = het meisje el; la = de; het la ventana = het raam la pizarra = het schoolbord la carpeta = de map el alumno = de leerling la alumna = de leerlinge la silla = de stoel la mesa = de tafel la puerta = de deur el profesor = de leraar la profesora = de lerares la tiza = het krijtje la pared = de wand; de muur el estuche = de etui el libro = het boek el libro de español = het boek van Spaans el español = het Spaans el cuarderno = het schrift la mochila = de rugzak la goma = de gum la pluma = de vulpen el alfabeto = het alfabet el boli = de balpen ¡Gracias! = Bedankt! el euro = de euro el colegio = de school el kilo = de kilo España = Spanje la página web = de website el examen = de toets; het proefwerk ¿Cómo se dice ... en español? = Hoe zeg je ... in het spaans? Se dice ... = Je zegt ...; Men zegt ... ¿Cómo se escribe? = Hoe schrijf je dat? Se escribe = Je schrijft het ...; Men schrijft het ...
Ingezonden op 01-04-2012 - 1345x bekeken.
Laatst bijgewerkt:
05-04-2012
.
Nog niet genoeg stemmen voor waardering: geef je mening!
voting system
1
2
3
4
5
Maak gratis account aan
Toon volledig menu
Door deze site te gebruiken, ga je akkoord met het gebruik van cookies voor analytische doeleinden, gepersonaliseerde inhoud en advertenties.
Meer informatie.
Overhoor en verbeter je talenkennis op woordjesleren.nl. De grootste verzameling van Franse, Engelse, Duitse en anderstalige oefeningen. Naast talen zijn ook andere vakken beschikbaar, zoals biologie, geschiedenis en aardrijkskunde!